

Opname van uw kind
Tijdens de opname van uw kind komt er veel op u af. U kunt op elk moment, ook ’s nachts, op de afdeling terecht. Ook kunt u altijd bellen om te vragen hoe het met uw kind gaat.
lees meerOpname van uw kind
Als we u kind opnemen op de afdeling Neonatologie is dit vaak onverwacht en emotioneel. U laat de zorg voor uw kind aan anderen over. Dit kan voor u stress en spanning opleveren. U kunt op elk moment, ook ’s nachts, op de afdeling terecht. Ook kunt u altijd bellen om te vragen hoe het met uw kind gaat.
Meestal ligt uw kind in een couveuse met daaromheen allerlei apparatuur. De vitale functies van uw kind, zoals de hartslag, bloeddruk en ademhaling, worden bewaakt met een monitor. Daarnaast vinden er geregeld röntgen- en echo-onderzoeken plaats. Ook nemen we bloed af voor laboratoriumonderzoek.
Units
Onze afdeling beschikt over 3 verschillende units. Afhankelijk van de zorg die nodig is, komt uw kind op één van de volgende units:
- Neonatale Intensive Care Unit (NICU) (F1C)
Op de NICU heeft ieder kind een eigen kamer met zo min mogelijk prikkels en veel privacy. De zorg is vaak erg complex en technisch. We werken met slimme technologieën waarbij de verpleging alle informatie van medische apparaten op afstand ontvangt en inziet. Zo kunnen we uw kind nauwlettend in de gaten houden. - Post IC (Q1C)
Als uw kind op deze unit verblijft, krijgt hij of zij nog wel extra zorg en bewaking via een monitor. Beademing is niet meer nodig. Wel krijgt uw kind soms nog ademhalingsondersteuning. - High Care (HC) unit / Medium Care (MC) (Q1B)
Op deze unit krijgt uw kind nog extra zorg en observatie. Heel soms bewaken we uw kind nog via de monitor.
De informatie op onze website is niet uitputtend. Met vragen kunt u altijd terecht bij uw arts of verpleegkundige.
Babywatch
Met Babywatch kunt u uw baby zien via de webcam. Daardoor kunt uoveral contact houden met uw kind.
Voorzieningen
Er zijn speciale voorzieningen voor ouders. Zo is er een huiskamer, kunt u online naar uw kind kijken, hebben we kolfkamers en nog meer.
lees meerVoorzieningen
Ronald McDonald huiskamer
Als uw kind op de afdeling Neonatologie is opgenomen, kunt u als ouder gebruikmaken van de Ronald McDonald huiskamer. Hier kijkt u tv, drinkt u koffie- of thee, warmt u een maaltijd op of praat u met andere ouders.
Kolfkamers
De afdeling heeft 2 kolfkamers met elektrische kolfapparaten. Als uw kind is opgenomen op de NICU is op iedere kamer een electrische kolf beschikbaar.
Tablet
Op de NICU ligt op iedere kamer een tablet. Via de tablet vindt u bijvoorbeeld meer informatie over de afdeling, kunt u de gegevens van uw kind inzien en het is mogelijk om een zorghulp of verpleegkundige op te roepen. U kunt via de tablet ook tv kijken of een spelletje spelen.
Gebruik golfkar of rolstoel
Als u net bent bevallen en uw wilt uw kindje bezoeken op de afdeling Neonatologie, dan kunt u gebruik maken van de golfkar. Een vrijwilliger brengt u met de golfkar zo dicht mogelijk bij de afdeling zodat u geen lange afstanden hoeft te lopen. Bij de hoofdingang vindt u rolstoelen.
Overnachten
Op de afdeling Neonatologie kunt u niet bij uw kind blijven slapen (rooming-in). Wel is er de mogelijkheid om gebruik te maken van het Ronald McDonaldhuis en het Radboudhotel.
Overige voorzieningen
Praktische informatie
-
Na de geboorte moet u uw kind binnen 3 dagen aangeven bij de gemeente Nijmegen.
lees meer
Aangifte van de geboorte
Na de geboorte moet u uw kind binnen 3 dagen aangeven bij de gemeente Nijmegen.
Online aangifte
Minimaal één van de ouders moet de Nederlandse nationaliteit hebben om online aangifte te kunnen doen. Hiervoor heeft u een DigiD nodig en het geboortebewijs dat u in het ziekenhuis krijgt.
Afspraak bij de gemeente
Als digitaal aangifte doen niet lukt, dan kunt u hulp vragen via telefoonnummer 14 024 van gemeente. Ook kunt u via dit nummer een afspraak inplannen in de Stadswinkel.
- Kijk voor meer informatie op de website van gemeente Nijmegen
-
Uw kind is meestal erg klein of ziek, daarom krijgt uw kind voedingsstoffen via een infuus of een voedingssonde.
lees meer
Voeding
Uw kind is meestal erg klein of ziek, daarom krijgt uw kind voedingsstoffen via een infuus. Daarnaast is het mogelijk om voeding via een voedingssonde te geven. Een voedingssonde is een slangetje, dat in de neus of mond van uw kind wordt ingebracht. Het slangetje loopt via de slokdarm naar de maag. Door de voedingssonde kan uw kind ook afgekolfde moedermelk krijgen.
Moedermelk
Moedermelk is in het algemeen de beste voeding voor uw kind. In de moedermelk zitten veel stoffen die niet in kunstvoeding voorkomen, zoals afweerstoffen en stoffen die de darmwand beschermen en de beweeglijkheid van de darmen bevorderen. De eerste moedermelk, het colostrum, bevat bovendien veel ontstekingsremmende stoffen. Colostrum zorgt er verder voor dat uw kind de eerste ontlasting (meconium) gemakkelijk kan produceren. Als uw kind mag starten met voeding geven we eerst het colostrum en daarna verse moedermelk. Als uw kind nog geen voeding mag, wordt de afgekolfde moedermelk ingevroren.
Kolfkamers
Op de afdeling zijn 2 kolfkamers met elektrische kolfapparaten waar u gebruik van kunt maken. U kunt ook in de ruimte bij uw kindje kolven. Op de afdeling zijn meerdere lactatiekundigen aanwezig. U kunt een afspraak met hen maken via de voedingsassistente of verpleegkundige.
-
Bij kinderen in een couveuse mag een knuffel of doekje zonder vulling liggen. Bij kinderen met een infectie, open wond of lange lijn infuus mag dat niet.
lees meer
Knuffels en kleertjes
In een couveuse
Als uw kind in een couveuse ligt geef hem of haar dan een knuffel of doekje zonder vulling. Eventuele uitsteeksels mogen maximaal 10 cm lang zijn. Het materiaal van de knuffel of het doekje mag niet pluizen en geen wol bevatten. Ook moet het dagelijks op 60 graden gewassen worden. Voor mutsjes en sokjes gelden dezelfde regels.
In een (warmte)bedje
Als uw kind in een (warmte)bedje ligt een infectie, open wond of lange lijn infuus heeft, dan mogen het materiaal van de kleertjes en knuffels die in aanraking komen met uw kind niet pluizen en geen wol bevatten. Ook moeten ze wekelijks gewassen worden op 60 graden. Er mogen wel knuffels of speeldoosjes aan het bed of couveuse hangen.
-
U kunt niet bij uw kind blijven slapen. Wel kunt u gebruikmaken van het Ronald McDonaldhuis of het Radboudhotel.
lees meer
Blijven slapen
Op de afdeling Neonatologie kunt u niet bij uw kind blijven slapen (rooming-in). Wel is er de mogelijkheid om gebruik te maken van het Ronald McDonaldhuis of het Radboudhotel.
-
Met mijnRadboud kunt u in een beveiligde digitale omgeving het persoonlijke medisch dossier van uw kind inzien. Hier kunt u bijvoorbeeld uitslag van een onderzoek vinden.
lees meer -
In ons ziekenhuis gelden enkele regels. Ze zijn bedoeld om het verblijf voor iedereen zo veilig en prettig mogelijk te maken.
lees meer
Opname op de NICU belangrijke informatie
Als uw baby is opgenomen op de NICU, dan lukt het niet altijd om u van te voren uitgebreid te infomeren over de onderzoeken en behandelingen. Hier leest u waarvoor u toestemming geeft bij opname van uw kind op de NICU.
lees meerMedisch en verpleegkundig team
Ons team bestaat uit verschillende artsen, specialisten, verpleegkundigen en andere zorgverleners.
lees meerMedisch en verpleegkundig team
Ons team bestaat uit verschillende artsen, specialisten, verpleegkundigen en andere zorgverleners.
-
Het medisch team van de afdeling bestaat uit:
- Neonatologen: dit zijn kinderartsen die zich hebben gespecialiseerd in de behandeling van pasgeborenen. Zij zijn eindverantwoordelijk voor het medische beleid tijdens de opname van uw kind.
- Fellows: dit zijn kinderartsen in opleiding tot neonatoloog.
- Arts-assistenten: dit zijn artsen (wel of niet in opleiding tot kinderarts), ook wel zaalarts genoemd. Zij zijn samen met de neonatoloog en/of fellow verantwoordelijk voor de behandelingen van uw kind.
- Physician Assistant (PA) en verpleegkundig specialist: dit zijn zorgprofessionals die op de afdeling Neonatologie werken als zaalarts. Zij voeren zelfstandig medische handeling uit.
- Overige medisch specialisten: voor sommige ziektebeelden worden andere medisch specialisten dan de neonatoloog betrokken om behandeling te bepalen en uit te voeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
- De kinderchirurg, wanneer mogelijk een operatie bij uw kind nodig is.
- De oogarts, voor controleren van de ontwikkeling van de ogen van uw kind.
- De kinderradioloog, voor het beoordelen en interpreteren van röntgenfoto’s, echografieën en scans die worden gemaakt.
- De kindercardioloog, voor het zo nodig in kaart brengen van de aanleg en functie van het hart.
Tijdens de opname van uw kind krijgt u een contactarts toegewezen. Dit kan een neonatoloog, fellow neonatologie, arts-assistent, PA of verpleegkundig specialist zijn. Deze persoon is uw aanspreekpunt op de afdeling. Tijdens de opname heeft u regelmatig gesprekken met uw contactpersoon over de ontwikkelingen en behandeling van uw kind.
-
Het verpleegkundig team bestaat uit:
- Intensive Care neonatologie verpleegkundigen. Dit zijn kinderverpleegkundigen gespecialiseerd in zorg voor pasgeborenen op de Intensive Care.
- Verpleegkundigen in opleiding tot neonatologie verpleegkundige of voorbereidend op de opleiding. Zij werken onder toezicht van een Intensive Care verpleegkundige
- Verpleegkundigen gespecialiseerd in kinderen.
De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de monitoring en dagelijkse zorg van uw kind. De verpleegkundige denkt mee over de behandeling en verricht de daarbij behorende verpleegkundige handelingen. U wordt zo veel mogelijk betrokken bij de verzorging van uw kind. De verpleegkundige heeft regelmatig zorggesprekken met u om u zo goed mogelijk te begeleiden tijdens de opname van uw kind. Aarzel niet om uw vragen te stellen, zorgen te bespreken of informatie te vragen.
-
Naast artsen en verpleegkundigen kunnen ook andere hulpverleners en paramedici bij de zorg worden betrokken.
- Zorghulp: De zorghulp is aanwezig op de afdeling en ondersteunt u en de verpleegkundige door onder andere het bereiden van de voedingen, het aanvullen van materialen en het opbouwen en reinigen van apparatuur. Daarnaast assisteert de zorghulp de verpleegkundige bij het uitvoeren van verpleegkundige handelingen.
- De lactatiekundige: dit is de borstvoedingsspecialist. Deze is speciaal opgeleid om vragen rondom de borstvoeding te beantwoorden. U kunt allereerst terecht bij de verpleegkundige of voedingsassistente met vragen over de voeding. Indien nodig zal de lactatiekundige betrokken worden.
- De prelogopedist: dit is een logopedist die gespecialiseerd is in de begeleiding van voeding. De prelogopedist begeleidt ouders en het verpleegteam bij het zelf leren drinken van uw kind en kijkt wat daarvoor nodig is.
- De kinderfysiotherapeut: deze brengt de ontwikkelingen van de bewegingen van uw kind in kaart en geeft adviezen. De fysiotherapeut kijkt samen met u naar signalen van uw kind en hoe u het kind het beste kunt ondersteunen. Daarnaast is de fysiotherapeut betrokken bij het behandelen van problemen van het bewegingsapparaat (botten, spieren, zenuwen).
- Medisch maatschappelijk werk: zij kunnen u adviseren over uw persoonlijke situatie gedurende de opname van uw kind. Zij helpen u bijvoorbeeld met het regelen van verlof van werk en vergoedingen. Samen met u kijken zij welke ondersteuning nodig is.
- Pedagogisch medewerker: Deze wordt betrokken wanneer uw kind al wat ouder is. Zij begeleiden u en uw kind om de ontwikkeling te ondersteunen en stimuleren. Zij helpen bij het verminderen van stress en bevorderen van contact en welbevinden van uw kind, bijvoorbeeld door te troosten of door middel van spel.
- Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat: als u wilt kan een geestelijk verzorger betrokken worden. Een geestelijk verzorger biedt ondersteuning op het gebied van levensvragen, ethische keuzes en levensbeschouwing door middel van gesprekken en soms ook rituelen. In dit kader kunt u met de geestelijk verzorger praten over wat er voor u belangrijk is en waar u kracht en inspiratie uit put. Ook is het mogelijk om uw eigen geestelijk verzorger te betrekken. Voor ouders met een migratie-achtergrond is een intercultureel consulent beschikbaar. Deze kan indien gewenst bemiddelen tussen u en de zorgverleners.
Tips en adviezen
Tijdens de opname kunt u nazorg en kraamzorg ontvangen in het Ronald MCDonald huis of het Radboudhotel. Ook geven we u enkele adviezen.
lees meerTips en adviezen
-
- De opname van uw kind op de afdeling neonatologie is vaak een onzekere, hectische tijd waarin veel gebeurt. Een dagboekje bijhouden gedurende de opnametijd kan later houvast geven om nog eens rustig terug te kijken op deze emotionele gebeurtenis.
- Bereid u voor op het gesprek met de arts. Dit kunt u doen door eventuele vragen op papier te zetten.
- Laat u goed informeren over de behandeling van uw kind en het verloop ervan.
- Geef informatie over ziekten in uw familie of omgeving
- Geef aan als iets niet duidelijk of tegenstrijdig is in de verzorging of behandeling van uw kind.
- Zorg dat u weet bij wie u terecht kunt met vragen of problemen
- In verband met ruimtegebrek verzoeken wij u niet meer dan 2 á 3 knuffels bij het bed van uw kind te plaatsen.
- Bij uw kind kunt u een geurdoekje leggen met uw geur eraan. Dit doekje moet dagelijks verschoond te worden. Zie ook de richtlijnen voor knuffels en kleertjes.
-
Als u als kraamvrouw gebruik maakt van het Ronald MCDonald huis of het Radboudhotel, kunt u daar verloskundige nazorg en kraamzorg ontvangen. Dit regelt de afdeling Neonatologie op het moment van ontslag vanuit de kraamafdeling. Natuurlijk kunt u ook zelf contact met hen opnemen:
-
Artsen en verpleegkundigen proberen in gesprek met u zo min mogelijk vaktaal te gebruiken. Toch kan er een woord genoemd worden dat u niet kent. Daarom hebben we een lijstje opgesteld met veel gebruikte medische termen op de afdeling Neonatologie:
- Apneu: periode van ademstilstand.
- Bilirubine: afbraakproduct van rode bloedcellen. Dit veroorzaakt de eerste dagen na de geboorte een gele verkleuring van de huid.
- Bloedgas: we nemen een klein beetje bloed af om bepaalde waarden te controleren, in het bijzonder zuurstof, kooldioxide en van de zuurgraad. Dit is om de ademhaling en algemene conditie van het kind te controleren.
- Bradycardie: langzame hartslag. Dit is vaak een reactie op een apneu.
- Colostrum: de eerste moedermelk die de moeder na de bevalling produceert .
- Ductus Botalli: een bloedvatverbinding tussen de longslagader en de grote lichaamslagader, die vóór de geboorte het bloed richting de longen kortsluit.
- ECMO: Extra Corporele Membraan Oxygenatie. Dit is een methode die de functie van hart en longen grotendeels overneemt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een hartlongmachine.
- HFO: Hoog Frequentie Oscillatie. Dit is een vorm van hoogfrequente trilbeademing waarbij de longen continue op spanning worden gezet en gasuitwisseling plaatsvindt door de luchtkolom te laten trillen.
- Infuus: Het toedienen van vocht, voedingsstoffen en medicijnen via plastic slangetjes in de aders.
- Low flow: zuurstoftoediening via sprietjes in de neusgaten, ook wel neusbrilletje of snorretje genoemd.
- Meconium: eerste, taaie en donkere ontlasting van het kind.
- Monitor: apparaat waarmee de vitale functies worden bewaakt.
- Nasale CPAP: (Continuous Positive Airway Pressure) ademhalingsondersteuning door het onder lage druk toedienen van zuurstof en lucht via een masker of sprietjes op of in de neusgaten. Dit wordt gedaan door een beademingsmachine.
- RDS: (Respiratoir Distress Syndroom) longaandoening veroorzaakt door onrijpheid van de longen bij te vroeg geboren kinderen.
- Saturatie-meting: een methode om de zuurstofverzadiging van het bloed te meten via een bandje rond de voet of pols van uw kindje. Via dit bandje wordt rood licht uitgezonden. De zuurstofverzadiging en de hartslag zijn op een monitor zichtbaar.
- Surfactant: door het longweefsel gemaakte stof die ervoor zorgt dat de longblaasjes open blijven.
- Tube: een plastic buisje, dat via de mond of de neus in de luchtpijp wordt ingebracht om de ademhaling van uw kind te ondersteunen.
Ontwikkelingsgerichte zorg
Tijdens de opname proberen we de ontwikkeling van uw baby zoveel mogelijk te ondersteunen. Dit doen we door de omgeving en hulp aan te passen op wat uw baby aankan.
lees meerWetenschappelijk onderzoek
Informatie voor ouders over wetenschappelijk onderzoek bij pasgeborenen.
lees meer