Nieuws Molecuul CD20 is cruciaal voor gezonde interactie tussen T- en B-cellen

13 mei 2025

De allereerste antilichaamtherapie tegen kanker die ooit is ontwikkeld, was gericht tegen CD20, een molecuul op de B-cellen van onze afweer. Maar de functie van CD20 in het lichaam bleef lang onduidelijk. Onderzoekers onder leiding van het Radboudumc laten nu zien dat CD20 cruciaal is wanneer B-cellen de afweerreactie door T-cellen activeren.

Al in 1997 ontwikkelden onderzoekers antilichamen die binden aan CD20, een molecuul dat in ons lichaam heel specifiek alleen voorkomt op de B-cellen van ons afweersysteem. Deze antilichaamtherapie werkt tegen B-celtumoren, en ook tegen auto-immuunziekten waarbij B-cellen een belangrijke rol spelen, zoals reumatoïde artritis en multiple sclerose. Maar wat nou eigenlijk de biologische rol is van CD20, was niet bekend.

Daar brengen onderzoekers onder leiding van Annemiek van Spriel, hoogleraar Experimentele Immunologie bij de afdeling Medical Biosciences van het Radboudumc, nu verandering in. Zij laten zien dat CD20 essentieel is voor een goede communicatie tussen B-cellen en T-cellen van de afweer. Ontbreekt dit molecuul, dan komt een specifieke afweerreactie door de T-cellen niet van de grond.

Presentatie

Wanneer een B-cel een ziekteverwekker opspoort, presenteert die B-cel onderdelen van de ziekteverwekker aan een T-cel. Die raakt vervolgens geactiveerd, en ruimt de ziekteverwekker op. Tijdens die presentatie plakken de B-cel en de T-cel even helemaal aan elkaar. 'De plek waar de cellen contact maken heet een synaps, en wij laten nu zien dat CD20 cruciaal is voor de vorming van die synaps', vertelt Van Spriel.

Zonder CD20 kunnen de B-cellen dus niet goed hechten aan de T-cellen, en daarnaast tonen de onderzoekers aan dat de T-cellen dan ook niet worden geactiveerd om een ziekteverwekker op te gaan ruimen. Dat konden ze meten aan de T-cellen zelf en aan de stoffen die deze cellen produceren als ze wel of niet geactiveerd raken.

Van Spriel en collega's gebruikten voor hun onderzoek niet alleen cellijnen en bloedcellen uit gezonde vrijwilligers, maar ook de cellen van een patiënte met een fout in het gen voor CD20. Deze patiënte kon daardoor geen CD20 maken en zij had veel last van infecties. Op het lab bleek inderdaad dat haar B-cellen en T-cellen amper contact met elkaar maakten en de T-cellen dus niet aan het werk gingen.

Clusters

Tot slot brachten de onderzoekers de organisatie van CD20 op de buitenkant van de cellen uitgebreid in kaart. Van Spriel: 'CD20 vormt clusters van twintig tot veertig moleculen bij elkaar, die per groepje heel mobiel zijn en over de celmembraan bewegen. In totaal bevat een B-cel gemiddeld ongeveer 20.000 van zulke CD20-moleculen.'

Al deze nieuwe kennis brengt het onderzoek weer verder. Van Spriel: 'Hoewel antilichaamtherapie tegen CD20 wel succesvol is, reageert ongeveer veertig procent van de patiënten met agressieve B-celkanker er helaas niet op. Als we beter begrijpen hoe dit molecuul werkt en georganiseerd is, kunnen we mogelijk resistentie tegen therapie tegengaan en nieuwe immuuntherapie gericht tegen CD20 verbeteren.'

Een B-cel (groen) bindt aan een T-cel (blauw) om onderdelen van een ziekteverwekker te presenteren. CD20 blijkt cruciaal voor deze verbinding tussen de beide cellen.

Over de publicatie

Dit onderzoek is gepubliceerd in PNAS: CD70 recruitment to the immunological synapse is dependent on CD20 in B cells. Abbey B. Arp, Andrea Abel Gutierrez, Martin ter Beest, +20, Annemiek B. van Spriel. DOI: 10.1073/pnas.2414002122.

Meer informatie


Annemarie Eek

wetenschapsvoorlichter

neem contact op

Meer nieuws

  • Medewerkers
  • Intranet