Patiëntenzorg Aandoeningen Bijnierschorscarcinoom Zorgpad Bijnierschorscarcinoom
Algemeen
Diagnosefase
Diagnostische onderzoeken
Uitslaggesprek
Behandelfase
Behandelingen
Uw opname
Controle en nazorg
Na de operatie
Zeldzame aandoening
Zeldzame aandoeningen

Algemeen


Wat is een bijnierschorscarcinoom?

Een bijnierschorscarcinoom is een zeldzame vorm van kanker die ontstaat in de bijnieren. Je hebt twee bijnieren, die boven op je nieren liggen. Ze maken belangrijke hormonen, zoals cortisol. Bij een bijnierschorscarcinoom groeit er een kwaadaardig gezwel in de buitenste laag (de schors) van de bijnier. Dit gezwel kan te veel hormonen aanmaken, waardoor klachten ontstaan.

lees meer

Wat is een bijnierschorscarcinoom?

Een bijnierschorscarcinoom is een zeldzame vorm van kanker die ontstaat in de bijnieren. Je hebt twee bijnieren, die boven op je nieren liggen. Ze maken belangrijke hormonen, zoals cortisol. Bij een bijnierschorscarcinoom groeit er een kwaadaardig gezwel in de buitenste laag (de schors) van de bijnier. Dit gezwel kan te veel hormonen aanmaken, waardoor klachten ontstaan.

Oorzaak

De oorzaak van een bijnierschorscarcinoom is meestal niet bekend. Bijna altijd ontstaat deze kanker toevallig, zonder duidelijke reden. In zeldzame gevallen, met name wanneer de tumor ontstaat op kinderleeftijd, speelt erfelijkheid een rol. Dat betekent dat mensen met bepaalde erfelijke aandoeningen meer kans hebben om een bijnierschorscarcinoom te krijgen. Voorbeelden hiervan zijn het Li-Fraumeni-syndroom en het Beckwith-Wiedemann-syndroom. Deze aandoeningen kunnen ervoor zorgen dat cellen sneller fouten maken bij het delen, waardoor ze ongecontroleerd gaan groeien. 

Symptomen

De symptomen van een bijnierschorscarcinoom verschillen per persoon en hangen af van of de tumor hormonen aanmaakt of niet. Als de tumor te veel hormonen maakt, bijvoorbeeld cortisol of geslachtshormonen kunt u klachten krijgen, zoals: 

  • Snelle gewichtstoename, vooral in het gezicht en op de romp
  • Spierzwakte in armen en benen
  • Hoge bloeddruk
  • Verhoogde bloedsuiker of suikerziekte
  • Overmatige haargroei bij vrouwen
  • Stemmingswisselingen of prikkelbaarheid
  • Onregelmatige menstruatie bij vrouwen of borstgroei bij mannen

Als de tumor geen hormonen aanmaakt, merk je vaak pas iets als de tumor groot wordt. Dan kunnen klachten ontstaan zoals:

  • Buikpijn of een volle buik
  • Vermoeidheid
  • Onverklaard gewichtsverlies

Niet iedereen heeft dezelfde klachten; het hangt af van de grootte en het gedrag van de tumor.

Diagnosefase

Diagnostische onderzoeken


Onderzoeken

Om te onderzoeken of iemand een bijnierschorscarcinoom heeft, gebruikt de arts verschillende stappen en onderzoeken. Deze helpen om te zien of er een tumor in de bijnier zit, of deze hormonen aanmaakt en of de tumor kwaadaardig (kanker) is.

lees meer

Onderzoeken

Om te onderzoeken of iemand een bijnierschorscarcinoom heeft, gebruikt de arts verschillende stappen en onderzoeken. Deze helpen om te zien of er een tumor in de bijnier zit, of deze hormonen aanmaakt, en of de tumor kwaadaardig (kanker) is.

Met bloedonderzoek kijkt de arts of de bijnieren te veel hormonen aanmaken. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar cortisol (stresshormoon), testosteron en oestrogeen (geslachtshormonen) en aldosteron (hormoon dat de bloeddruk regelt). Hormonen kunnen ook gemeten worden in speeksel en urine. Vaak moet de patiënt 24 uur lang urine verzamelen. In het laboratorium wordt gemeten hoeveel hormonen of afbraakstoffen van hormonen in de urine zitten. 

Met beeldvormende onderzoeken (scans) wordt gekeken waar de tumor zit, hoe groot de tumor is en of er uitzaaiingen zijn. Een CT-scan (of MRI scan) laat heel precies zien hoe de bijnier en omliggende organen eruitzien. Een PET-scan (of PET/CT) kan kankercellen opsporen in het hele lichaam, door te kijken naar plekken met een hoge stofwisseling (zoals bij actieve kankercellen).

Vaak kan de arts al een voorlopige diagnose stellen met de uitslagen van bloed-, urine- en scanonderzoek. Een definitieve diagnose bijnierschorscarcinoom kan pas worden gesteld na een operatie, waarbij de tumor wordt verwijderd en onder de microscoop wordt onderzocht.


Diagnostische onderzoeken

Uw behandelend arts bepaalt welke onderzoeken er voor u nodig zijn. Als er voorbereiding nodig is, zal de arts dit met u bespreken.


Multidisciplinair overleg (MDO)

In ons centrum bespreken we patiënten met een bijnier­schors­carcinoom in een overleg met meerdere artsen. Tijdens dit overleg zijn alle betrokken artsen aanwezig en bepalen we samen de beste behandeling voor u. U bent als patiënt niet bij dit overleg aanwezig.

lees meer

Multidisciplinair overleg (MDO)

In ons centrum bespreken we patiënten met een biijnierschorscarcinoom in een overleg met meerdere artsen. Dit doen we omdat er verschillende specialismen bij de behandeling betrokken zijn. Tijdens dit overleg zijn alle betrokken artsen aanwezig en bepalen we samen de beste behandeling voor u.

  • Op de eerste en derde maandag van de maand komt het behandelteam voor bijnierziekten samen.
  • Op de tweede en vierde dinsdag van de maand komt het behandelteam voor hypofyseziekten samen.

In deze overleggen bespreken we de uitslagen van de onderzoeken die uw eigen medisch specialist heeft gedaan. Het resultaat van dit overleg is een advies voor uw behandeling. Soms is er nog extra onderzoek nodig om een goed behandeladvies te kunnen geven.

U bent als patiënt niet bij dit overleg aanwezig. Het is een medisch overleg waarin meerdere patiënten worden besproken. De uitkomsten van dit overleg hoort u tijdens het gesprek over de uitslag. Daarna beslist u samen met uw arts wat de volgende stappen zijn.

Uitslaggesprek


Uitslaggesprek

De uitslagen van de onderzoeken bespreekt u met uw arts. Dit kan tijdens een bezoek aan de polikliniek, telefonisch of via een videoconsult. Uw partner, een familielid of een begeleider mag hierbij aanwezig zijn. 

lees meer

Uitslaggesprek

De uitslagen van de onderzoeken bespreekt u met uw arts. Dit kan tijdens een bezoek aan de polikliniek, telefonisch of via een videoconsult. Uiteraard is uw partner of een ander familielid of begeleider welkom om hierbij aanwezig te zijn. U kunt er ook voor kiezen om het gesprek op te nemen, zodat u het later nog eens kunt beluisteren.

Op basis van de uitslagen worden de vervolgstappen en behandelmogelijkheden met u besproken. Als een operatie of andere ingreep nodig lijkt, bespreekt uw arts uw behandelplan ook met andere specialisten in een overleg tussen artsen. Dat noemen we een multidisciplinair overleg (MDO). De uitkomsten van dit overleg hoort u tijdens het gesprek over de uitslag. Daarna beslist u samen met uw arts over de vervolgstappen, inclusief een eventuele verwijzing naar een bijnierchirurg (oncologisch chirurg of uroloog) of andere medisch specialist. Ook kan er gestart worden met medicijnen. 


Samen beslissen

Als u bij een arts bent voor een behandeling of onderzoek, komt u vaak voor een beslissing te staan. Een operatie, medicijnen, of toch liever nog even wachten? Doorbehandelen of stoppen? Meerdere opties zijn mogelijk, maar welke past het beste bij u?

naar pagina

Behandelfase

Behandelingen


Operatie bij een bijnierschorscarcinoom

De chirurgische behandeling (operatie) is meestal de belangrijkste en eerste stap bij de behandeling van een bijnierschorscarcinoom.

lees meer

Operatie bij een bijnierschorscarcinoom

De chirurgische behandeling (operatie) is meestal de belangrijkste en eerste stap bij de behandeling van een bijnierschorscarcinoom. Het doel van de operatie is om de hele tumor samen met de zieke bijnier volledig te verwijderen. Dit geeft de grootste kans dat de kanker niet terugkomt. De operatie heet een adrenalectomie (verwijdering van de bijnier). Er zijn twee manieren waarop dit kan gebeuren: 

Open operatie (via een snede in de buik of rug):

Dit is de meest gebruikte methode bij bijnierschorscarcinoom. De chirurg maakt een grotere snede zodat hij/zij goed kan zien of de tumor is doorgegroeid in omliggende organen. Soms moeten ook delen van andere organen (zoals nier, lever, milt of lymfeklieren) worden verwijderd als de tumor daar is ingegroeid.

Laparoscopische operatie (kijkoperatie):

Deze manier kan worden overwogen bij een kleine bijniertumor. Hierbij maakt de arts een paar kleine sneetjes en gebruikt een camera. 

Soms maakt een bijnierschorscarcinoom te veel hormonen. Dan kan de gezonde bijnier aan de andere kant van het lichaam soms ‘lui’ worden en te weinig hormonen maken, vooral cortisol. Dit is vaak tijdelijk. Dat betekent dat het rondom en na de operatie nodig kan zijn extra hormonen, bijvoorbeeld hydrocortison of prednison toe te dienen. Dit gebeurt via een infuus of in tabletvorm. Zo wordt voorkomen dat u een tekort aan bijnierhormonen krijgt. Dit tekort heet een bijniercrisis
 


Behandeling Laparoscopische bijnierverwijdering

Laparoscopie betekent letterlijk: in de buik kijken. Dit gebeurt met een laparoscoop: een lange dunne buis met aan het einde een camera. We maken een klein sneetje van ongeveer een halve centimeter tot één centimeter in uw buik. Via dat sneetje gaat de laparoscoop uw buik in.

naar pagina

Uw opname


Opname C5

Op de dag van de operatie wordt u opgenomen op verpleeg­afdeling Urologie C5. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer. De chirurg neemt na de operatie contact op met uw familie, zoals eerder afgesproken is.


Verpleegafdelingen C5

U kunt opgenomen worden op één van de verpleegafdelingen van C5 voor onderzoek, behandeling of een operatie voor de specialismen: Chirurgische Oncologie, Maag-, Darm-, en Leverziekten, Urologie en Gynaecologie en Kort verblijf.

naar pagina

Controle en nazorg

Na de operatie


Na de operatie

Wanneer u na de operatie stabiel bent gaat u naar de afdeling Urologie (C5). Uw familie kan daar vragen waar en wanneer ze u kunnen bezoeken.

lees meer

Na de operatie

Als u stabiel bent, gaat u naar afdeling Urologie (Afdeling C5, route 753). Uw familie kan daar vragen waar en wanneer ze u kunnen bezoeken. Zodra u terug bent op de afdeling, belt afdeling C5 uw familie om dit te laten weten. U blijft meestal 2 tot 5 dagen opgenomen in het ziekenhuis. Hoe lang precies, hangt af van:

  • de soort operatie (kijkoperatie of open operatie)
  • hoe snel u herstelt

Op de afdeling Urologie kijkt ook een internist (endocrinoloog) mee. Deze arts helpt bij de eventuele hormonale behandelingen. 


Na ontslag

Na ontslag uit het ziekenhuis komt u terug voor poliklinische controles. Eenmalig bij de afdeling Urologie na 3 tot 6 weken en bij de afdeling Interne Geneeskunde (endocrinologie) na 2 tot 4 weken.

lees meer

Na ontslag

Na ontslag uit het ziekenhuis komt u terug voor poliklinische controles:

  • Bij de afdeling Urologie na 3 tot 6 weken (meestal één keer).
  • Bij de afdeling Interne Geneeskunde (Endocrinologie) na 2 tot 4 weken.

Tijdens deze controles wordt gekeken naar:

  • hoe de wond geneest
  • de uitslag van het weefselonderzoek
  • bloedonderzoek om de hormonen te controleren

Als het nodig is, krijgt u tijdelijk hormoonvervangende medicijnen (zoals hydrocortison). De verpleegkundige van de afdeling Endocrinologie legt dit verder uit aan u uit op het moment dat er gestart wordt met de medicijnen. 

Bespreking van het weefselonderzoek

Uw arts bespreekt het weefselonderzoek ook met andere specialisten in een multidisciplinair overleg. De uitkomsten hiervan krijgt u te horen tijdens de poliklinische controle, meestal van de internist-endocrinoloog. Samen met uw arts beslist u daarna over de vervolgstappen.

Mogelijke uitkomsten

  • Geen agressieve groei:
    De operatie is meestal voldoende en er zijn geen aanvullende behandelingen nodig. U krijgt dan alleen regelmatige controles en scans om te kijken of de kanker niet terugkomt.
     
  • Wel agressieve groei:
    Er kan een adjuvante (helpende) behandeling nodig zijn. Dit is een extra behandeling na de operatie om de kans op terugkeer van de kanker te verkleinen. Er kunnen namelijk nog kleine onzichtbare kankercellen in het lichaam achtergebleven zijn. De behandeling bestaat meestal uit mitotaan tabletten. Mitotaan breekt de cellen van de bijnierschors af of remt ze. De behandeling duurt meestal twee jaar of langer, als u het middel goed verdraagt. Regelmatig wordt uw bloed gecontroleerd om te zien hoeveel mitotaan in uw bloed aanwezig is. Omdat mitotaan de aanmaak van hormonen remt, hebben veel mensen extra hormonen nodig (zoals hydro­cortison). Mitotaan kan bijwerkingen geven, vooral bij een te hoge dosis.
     
  • Tumor niet volledig verwijderd of uitzaaiingen: 
    Dan zijn er andere behandelingen mogelijk om de tumorgroei af te remmen, zoals bestraling, mitotaan of chemotherapie. Deze behandelingen worden besproken door de internist-endocrinoloog samen met een oncoloog en met u.

Waar vinden de controles plaats?

De lange termijn poliklinische controle vindt plaats bij de afdeling Interne Geneeskunde (endocrinologie). Omdat bijnierschorscarcinoom een zeldzame ziekte is, vindt de controle plaats in een gespecialiseerd centrum, het Radboudumc Expertisecentrum Bijnierziekten. 

Zeldzame aandoening

Zeldzame aandoeningen


Zeldzame aandoening Bijnierschorscarcinoom

Binnen het Radboudumc Expertisecentrum Bijnier­ziekten kunnen patiënten met de zeldzame aandoening, zoals een bijnier­schors­carcinoom terecht voor advies, onderzoek en behandeling.

lees meer

Zeldzame aandoening Bijnierschorscarcinoom

Binnen het Radboudumc Expertisecentrum Bijnierziekten kunnen patiënten met de zeldzame aandoening, zoals een bijnierschorscarcinoom terecht voor advies, onderzoek en behandeling. Er wordt binnen ditt centrum bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de werking van nieuwe medicijnen of naar langetermijneffecten van behandelingen. 

Deze aanvraag voor (her)erkenning wordt door het Radboudumc ingediend bij het Ministerie van VWS.


Zeldzame aandoeningen

Het Radboudumc beschikt over 39 Erkende Expertisecentra voor Zeldzame Aandoeningen (ECZA). Door kennis en kunde over de aandoeningen te bundelen in expertisecentra, kunt u beter en sneller worden behandeld.

naar pagina
  • Medewerkers
  • Intranet