Patiëntenzorg Aandoeningen Congenitale defecten in de glycosylering

Wat is CDG?

Glycosyleringsziekten, vaak aangeduid met CDG (Congenital Disorders of Glycosylation), worden veroorzaakt door een genetisch defect dat leidt tot verstoring van de glycosylering. lees meer

Wat is CDG?

Glycosyleringsziekten, vaak aangeduid met CDG (Congenital Disorders of Glycosylation), worden veroorzaakt door een genetisch defect dat leidt tot verstoring van de glycosylering. Glycosylering is het proces waarbij verschillende soorten suikers aan eiwitten of vetten gekoppeld worden. Dit proces is  van belang in alle lichaamscellen. Zo’n genetisch defect veroorzaakt daardoor medische problemen in meerdere organen.
 
Glycosylering is een proces dat continue in alle cellen van het lichaam plaatsvindt. Door enzymen worden verschillende soorten suikers aan elkaar gekoppeld tot ‘glycanen’ op eiwitten en vetten. De meest bekende suiker is glucose, die we gebruiken voor het maken van energie. Voor glycosylering worden ook veel andere suikers gebruikt, zoals galactose, mannose en siaalzuur. Er bestaan in het lichaam miljoenen verschillende combinaties van zulke glycanen met eiwitten en vetten. Van slechts enkele structuren kennen we de exacte biologische functie. We weten van steeds meer biologische processen dat ze afhankelijk zijn van een juiste glycosylering, zoals de bloedstolling, hormoonhuishouding en hersenontwikkeling. De medische gevolgen van een glycosyleringsdefect hangen af van veel factoren.

Een defect in de glycosylering betekent dat er iets fout gaat in de aanmaak van de suikerbouwstenen of het vormen van de juiste glycaan op eiwitten of vetten. Dit wordt veroorzaakt door een erfelijke afwijking in de enzymen die voor dit proces nodig zijn. De medische gevolgen van een glycosyleringsdefect hangen af van veel factoren. Het maakt uit om welk enzym het gaat: momenteel zijn er al meer dan 100 verschillende CDG typen ontdekt, allen veroorzaakt door een afwijking in een ander enzym. Ook hangen de klinische symptomen af van hoe ernstig de functie van het enzym verstoord is. Een verstoorde hersenontwikkeling, afwijkingen in de bloedstolling of  hormonale afwijkingen kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van een verstoorde glycosylering.

Erfelijkheid

De opbouw van enzymen ligt gecodeerd op het DNA. Alle celtypen (behalve de geslachtscellen; spermacellen en eicellen) hebben twee codes voor hetzelfde enzym, één van de vader en één van de moeder overgeërfd. Mocht er in één code een fout zitten dan is er niet veel aan de hand. De tweede code is voldoende om een juist enzym te maken. Als er echter van beide ouders een afwijkende code aan het kind is doorgegeven dan beschikt het kind niet over de informatie voor een juiste code om het enzym te maken. In het geval dat dit een enzym betreft dat betrokken is bij het glycosyleringsproces dan betekent dat er een glycosyleringsdefect optreedt. Geen van de beide ouders heeft zo’n glycosyleringsdefect en zij zijn dus gezond. Wel zijn ze beiden drager van één defecte code en in zo’n situatie is de kans één op vier dat een kind een glycosyleringsdefect heeft.

Samengevat: door de combinatie van twee verstoorde codes voor een glycosylerings-enzym, elk van één van beide ouders, beschikt het kind niet over de informatie voor een correct enzym. Het proces van glycosylering is daarmee verstoord in alle cellen van het kind en dit leidt tot medische problemen in meerdere organen. We spreken dan van CDG.

Onderzoeken en diagnose

Er is een laboratoriumtest waarmee patiënten kunnen worden gescreend op CDG-defecten. In die test wordt het bloed onderzocht op transferrine, een glycoproteïne. De test laat zien of het transferrine normaal gevormd is, of dat er afwijkingen zijn in de suikerketens van het transferrine. lees meer

Onderzoeken en diagnose

Er is een laboratoriumtest waarmee patiënten kunnen worden gescreend op CDG-defecten. In die test wordt het bloed onderzocht op transferrine, een glycoproteïne. De test laat zien of het transferrine normaal gevormd is, of dat er afwijkingen zijn in de suikerketens van het transferrine. Als het transferrine afwijkend is, is dat een aanwijzing dat de patiënt één van de varianten van CDG heeft. Uit het testresultaat is echter niet af te lezen welke variant de patiënt heeft. Bovendien kan de transferrinetest ook een afwijkende uitslag geven bij sommige andere stofwisselingsziekten. Daarom is het vrijwel altijd nodig om vervolgonderzoeken te doen. Daarvoor wordt vaak extra bloed afgenomen, of een stukje huid.

Met de extra laboratoriumonderzoeken is het voor artsen mogelijk om het precieze enzymdefect en/ of verklaring op DNA niveau aan te wijzen dat de ziekte van de patiënt veroorzaakt. Dat is niet alleen nodig om de diagnose met zekerheid te kunnen stellen, maar is ook belangrijk als de ouders van de patiënt graag nog meer kinderen willen krijgen.
 

Behandeling

Het is (nog) niet mogelijk om de oorzaak van glycosyleringsdefecten te verhelpen. Naast het bestrijden van symptomen van de ziekte is het, dankzij wetenschappelijk onderzoek, voor een beperkt aantal vormen van CDG mogelijk om gericht een suikertekort te herstellen. lees meer

Behandeling

Het is nu niet mogelijk om de genetische oorzaak van een CDG te verhelpen. Naast het bestrijden van symptomen van de ziekte is het, dankzij wetenschappelijk onderzoek, voor een beperkt aantal vormen van CDG mogelijk om gericht een suikertekort te herstellen. Orgaantransplantatie is voor een enkele CDG vormen nuttig gebleken. Wel bestaat er een groot aantal mogelijkheden om sommige symptomen te behandelen of te verlichten. Hiermee kan de levenskwaliteit van de patiënt verbeteren. Dit kan gaan om fysiotherapie, psychologische hulp, hulpmiddelen, dieet, etc.

Daarnaast is er op basis van wetenschappelijk en medisch onderzoek meer kennis gekomen over waar het precies misgaat in het proces van de glycosylering. Dit heeft geleid tot een aantal nieuwe mogelijkheden:

Medicatiemogelijkheden

Voor bepaalde CDG typen (PGM1-CDG, SLC35C1-CDG en MPI-CDG) is het nu mogelijk om met specifieke suikers in het dieet het glycosyleringsproces gunstig te beïnvloeden. Hierdoor kan een deel van de symptomen verholpen worden.

Transplantatie opties

Bij sommige CDG typen is een orgaan zodanig aangetast dat een orgaantransplantatie een gedeeltelijke oplossing kan zijn (alle cellen van het donororgaan hebben de juiste genen/enzymen voor glycosylering). Levertransplantatie is uitgevoerd bij een enkele patiënt met MPI-CDG  en bij sommige DOLK-CDG patiënten zijn harttransplantaties uitgevoerd. Bij PGM3-CDG patiënten kan met een beenmergtransplantatie het aantal bloedcellen hersteld worden.

Radboudumc Expertise­centrum Erfelijke Metabole Ziekten

Het Radboudumc Expertisecentrum voor Erfelijke Metabole Ziekten is een nationaal en internationaal erkend expertisecentrum voor klinische zorg, diagnostiek en onderzoek voor patiënten met verschillende metabole ziekten.

lees meer

Afdeling Interne Geneeskunde

Binnen Interne Geneeskunde onderzoeken en behandelen we patiënten met aandoeningen op het hele terrein van de interne geneeskunde. Denkt u daarbij aan suikerziekte, hoge bloeddruk, maagklachten, vermoeidheid, buikklachten, benauwdheid, afvallen, infectieziekten en nog vele andere klachten.

lees meer

Onze mensen

  • Medewerkers
  • Intranet