Botbreuken

Een botbreuk kan uiteenlopen van een scheurtje in het bot tot een volledige verbrijzeling ervan. We delen botbreuken naar type en plaats van de breuk. We noemen botbreuken ook wel fracturen. lees meer

Hoe lang duurt de genezing?

  • ribbreuk: 3-4 weken
  • sleutelbeenbreek: 2-4 weken
  • onderarmbreuk: 4-8 weken
  • vingerbreuk: 3-6 weken
  • onderbeenbreuk: 8-12 weken
  • bovenbeenbreuk: 12-16 weken
  • dijbeenhalsbreuk: 10-20 weken
  • enkelbreuk: 4-6 weken

Behandelingen

Een botbreuk geneest in principe vanzelf. De behandeling is erop gericht uw botten in de juiste richting aan elkaar te laten groeien. Uw arts kan u vertellen wat in uw situatie de beste behandeling is en de mogelijke alternatieven bespreken.
  • Als de botstukken goed tegen elkaar aan liggen en er weinig kans is op verschuiving, kan de breuk zonder behandeling herstellen.

    lees meer


    Geen behandeling

    Als de botstukken goed tegen elkaar aan liggen en er weinig kans is op verschuiving, kan de breuk zonder behandeling herstellen.

    Soms is een brace, verband of mitella voldoende. Hierdoor kunt u nabij gelegen gewrichten beperkt en gecontroleerd blijven bewegen.

    Heeft u een gebroken sleutelbeen, vinger, rib of stuitje dan is meestal slechts tijdelijk rust nodig. Hierna kunt u al snel gaan oefenen met bewegen. Dit geldt ook voor sommige typen van wervel- en bekkenbreuken.

  • Spalk en/of het bot 'zetten'

    Bij een aantal botbreuken moeten we een spalk van gips of kunststof aanleggen. Dit is afhankelijk van de breuk. Soms moet een bot 'gezet' worden. Dit betekent dat we aan het gebroken lichaamsdeel trekken om de botstukken weer op elkaar te krijgen. Dit is erg pijnlijk en daarom gebeurt dit meestal onder plaatselijke verdoving. Na het 'zetten' van het bot leggen we een gipsspalk aan. Vervolgens maken we een röntgenfoto om te controleren of de juiste stand is bereikt. Als dit niet lukt dan kan een operatie nodig zijn.

  • Gipsbehandeling

    Een gipsbehandeling is mogelijk als de botstukken niet of nauwelijks van hun plaats zijn geweest. Of als het 'zetten' van het bot goed is gelukt. Een gipsverband heeft wel enkele nadelen:
    • We moeten het gips vaak ruim aanbrengen. Hierdoor kunt u bepaalde spieren niet gebruiken. Deze verslappen daardoor.
    • De gewichten die zijn ingegipst kunnen stijf worden.
    • In botten die u tijdelijk niet gebruikt kan ontkalking ontstaan.
    U kunt oefeningen doen om dit tegen te gaan. Vraag hiernaar bij uw arts.

  • Operatie

    De arts maakt de botstokken zo stevig mogelijk aan elkaar vast door een operatie. Hiervoor zijn verschillende technieken:
    • een plaat met schroeven op het gebroken botstuk
    • schroeven in het gebroken botstuk
    • pennen door de mergholte van het bot
    • pennen in het bot die buiten uw arm of been stevig met elkaar zijn verbonden (externe fixatie). De pennen komen dan door uw huid naar buiten. De pennen verwijderen we weer na een bepaalde periode.
    Ook kunnen we prothesen gebruiken ter vervanging van gebroken botstukken. Bottransplantatie wordt alleen gebruikt als aanvullende behandeling. Dit stimuleert de botgroei.

    Een operatie heeft enkele voordelen ten opzichte van gipsverband. Uw spieren blijven stevig, gewrichten soepel en uw bot ontkalkt niet. Er zijn echter ook nadelen. Zo krijgt u verdoving of narcose. Dit heeft altijd een klein risico. Een operatie betekent ook extra beschadiging van de weefsels rondom het bot. In veel gevallen moet we het materiaal (plaatje, schroeven) dat tijdens de operatie is ingebracht later weer verwijderen. Dit betekent een nieuwe operatie.

Na de behandeling

Om de genezing van de botbreuk goed te ondersteunen is het belangrijk dat u de adviezen die u krijgt over het belasten van uw gebroken lichaamsdeel goed opvolgt. lees meer

Na de behandeling

Na de behandeling maken we een controlefoto. Meestal gebeurt dit op de dag na de behandeling of later op de polikliniek. Dit is afhankelijk van de soort breuk en de vorm van de behandeling.

Voor u naar huis gaat krijgt u een uitnodiging voor een controleafspraak mee. Ook krijgt u te horen wanneer eventuele hechtingen eruit mogen. Dit kan gebeuren door de huisarts of tijdens de controleafspraak op de polikliniek. Afhankelijk van uw pijnklachten krijgt u ook een recept mee voor pijnmedicatie. Soms krijgt u ook een recept voor bloedverdunnende medicijnen tegen trombose. Deze bloedverdunners krijgt u in de vorm van tabletten of injecties. U krijgt instructies hoe u zelf kunt injecteren of we regelen hulp door de Thuiszorg.
 

Na een gipsbehandeling

In de eerste week is het belangrijk dat u het gips hoog houdt. Dit helpt om zwelling tegen te gaan. Voor een gebroken arm kan een sling (stoffen band), een mitella (draagdoek) of een kussen helpen. Uw hand moet hoger liggen dan uw elleboog. Bij een gebroken been moet uw voet hoger liggen dan uw heup. Uw arts vertelt u welke oefeningen u kunt doen om uw spieren stevig en soepel te houden.

Gips en kunststof mogen niet nat worden. Op het gips of kunststof mag u alleen lopen als het speciaal 'loopgips' is. Kort na het verwijderen van het gips kan uw lichaamsdeel opzwellen. De zwelling neemt toe in de loop van de dag en is 's avonds het ergst. Dit verdwijnt na verloop van tijd vanzelf. Een elastische kous kan de zwelling tegengaan.

Na een operatie

Na een operatie mag u meestal wel meteen bewegen en lopen. Afhankelijk van de soort breuk en de behandeling mag u het gebroken lichaamsdeels niet, gedeeltelijk of juist wel belasten. Uw arts vertelt u wat voor u van toepassing is. Als het nodig is zal een fysiotherapeut langs komen om met u het lopen met krukken te oefenen. Bij een thuiszorgwinkel of eventueel een apotheek kunt u elleboogkrukken lenen.

Leefregels

Om de genezing van de botbreuk goed te ondersteunen is het belangrijk dat u de adviezen die u krijgt over het belasten van uw gebroken lichaamsdeel goed opvolgt.
  • Blijf goed en gezond eten. Hierdoor geneest de breuk sneller.
  • Roken en overmatig alcoholgebruik vertragen de botgenezing.
  • Gebruik nooit een scherp voorwerp om onder het gips te krabben. Een koude föhn of speciale anti-jeuk spray kunnen helpen tegen de jeuk.
  • Vraag uw arts wanneer u weer mag werken, sporten en autorijden. Dit is afhankelijk van het soort breuk en de behandeling. Ook maakt het verschil wat voor soort werk of sport u verricht.

Contact opnemen

Neem contact op met het ziekenhuis bij toename van pijn, zwelling of een erg warm of koud gevoel. Dit kan een teken zijn van een complicatie of stoornis.

Complicaties

In het begin kunnen bij moeilijke botbreuken complicaties optreden zoals bloedingen of beschadiging aan omliggende organen. Ook in later stadium kunnen complicaties optreden. Bijvoorbeeld posttraumatische dystrofie of het compartimentsyndroom. lees meer

Complicaties

In het begin kunnen bij moeilijke botbreuken complicaties optreden zoals bloedingen of beschadiging aan omliggende organen. Bijvoorbeeld de hersenen en de longen. Ook kunnen de zenuwen, huid of bloedvaten beschadigd raken. Door beschadiging van een bloedvat kan de toevoer van bloed naar het gebroken lichaamsdeel in gevaar komen.

Complicaties in later stadium  

  • Beschadiging van weefsels en huid rondom de breuk. Soms zelfs gevolgd door afsterven. Dit komt door verminderde bloedtoevoer en infecties.
  • Drukzweren, botinfectie en bloedpropjes in de aderen. Hier kunt u last van krijgen als u lang niet beweegt.
  • Niet helen van de breuk.
  • Stijfheid in gewrichten.
  • Psychologische problemen.
Als een breuk niet of vertraagd geneest, kan dit verschillende oorzaken hebben:
  • Onvoldoende beweging
  • Een probleem elders in uw lichaam, bijvoorbeeld kanker
  • Verminderde of geen bloedtoevoer naar één van de botdelen
  • Breuken waarbij het bot in meerdere delen is gebroken

Posttraumatische dystrofie

Posttraumatische dystrofie is een aandoening die kan optreden na een relatief gering letsel of een operatie. De gekwetste plek wordt dik, rood, warm of juist koud en zeer pijnlijk. Als dit langer duurt wordt uw arm of been langzaam stijf en kan er een doof gevoel ontstaan. In het ergste geval kan u uw arm of been totaal niet meer bewegen. Hoe posttraumatische dystrofie ontstaat is niet goed bekend.

Compartimentsyndroom

Het compartimentsyndroom ontstaat wanneer een beschadigde spier, die wordt omringd door niet-elastische weefsels, opzwelt. De weefsels knellen de spier af. Hierdoor neemt de druk binnen het lichaamsdeel toe waardoor de bloedtoevoer afneemt. We moeten in dit geval direct actie ondernemen, anders sterft de spier af. Een soortgelijke situatie kan ontstaan als:
  • Een verband te strak is aangebracht
  • Een volledig gipsverband is aangebracht zonder de juiste onderlaag
  • Een verband al is aangeled, terwijl het lichaamsdeel nog verder opzwelt
  • Medewerkers
  • Intranet