Behandeling van de cervicale stenose

Met de operatie probeert de arts meer ruimte voor het ruggenmerg te maken. Dit kan hij doen via de achterkant (nek) of via de voorkant (hals).

Doet de arts dat via de achterkant? Dan ligt u op uw buik. De arts maakt een snee, midden op uw nek over het gebied waar het wervelkanaal wijder moet worden. De arts schuift de achterste nekspieren weg waardoor hij bij de wervels kan. Hij haalt de wervelbogen waar het om gaat (dit noemen we een laminectomie) en daarna de gele ligamenten weg. Over de durale zak hecht de arts de afgeschoven nekspieren weer aan elkaar. Dit geeft genoeg bescherming aan de durale zak met zijn inhoud. Zelfs nu er geen benige bedekking meer is. Heeft u een kanaalstenose en een hernia? Dan kan de arts dat in dezelfde operatie verwijderden.

Werkt de arts via de voorkant? Dan ligt u op uw rug op de operatietafel met uw gezicht recht omhoog. De arts maakt een snee in uw hals, links of rechts van het midden. De spieren, bloedvaten, de luchtpijp, de slokdarm en de stembandzenuwen worden uit elkaar gehouden. Er wordt een röntgenfoto gemaakt om de precieze plaats van operatie te controleren. Daarna verwijdert de arts ter hoogte van de botrichel de tussenwervelschijf totdat hij bij het wervelkanaal komt. Hij verwijdert de botrichels die boven en beneden de tussenwervelschijf zitten. Is dat op andere plaatsen ook nodig? Dan haalt de arts ze daar ook weg. De ruimte die is ontstaan na het verwijderen van een tussenwervelschijf kan de arts opvullen met een stuk bot. Meestal gebruikt de arts daar uw eigen bot voor uit een bekkenkam, donorbot, botcement, of een ‘kooitje’ van kunststof of van het metaal titanium. Soms is het nodig om het wervellichaam zelf te verwijderen en soms maakt de arts de wervellichamen op verschillende plaatsen met platen en schroeven aan elkaar vast.
Patiëntenzorg Behandelingen Cervicale Stenose

Over cervicale stenose

Wanneer fysiotherapie, rust en medicatie niet helpen wordt er besloten om te opereren. Een absolute operatie – indicatie is als er ernstige of snel optredende uitvalsverschijnselen zijn (verlamming) door de druk van de vernauwing op een zenuw of op het ruggenmerg.

Contact

Afdeling Neurochirurgie

(024) 361 66 04

Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Behandeling van de cervicale stenose

Met de operatie probeert de arts meer ruimte voor het ruggenmerg te maken. Dit kan hij doen van de achterkant of van de voorkant. lees meer

Na de behandeling Wanneer kunt u naar huis?

Na de operatie verbeteren de klachten niet altijd. Vaak is het stoppen van verdere achteruitgaan het beste wat we kunnen doen. lees meer

Na de behandeling Wanneer kunt u naar huis?

Na de operatie

Na de operatie verbeteren de klachten niet altijd. Vaak is het stoppen van verdere achteruitgaan het beste wat we kunnen doen.

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Het hangt af van hoe u geopereerd bent of u een wonddrain in uw hals of nek heeft. De drain zorgt ervoor dat overtollig bloed weg kan. De drain wordt meestal de dag na de operatie verwijderd.  

Waarschuw direct de verpleegkundige wanneer u, na een operatie via de hals, de volgende klachten heeft: benauwdheid, heesheid, slikklachten of zwelling van de wond. Het kan zijn dat u een nabloeding heeft.  

Pijn

Bent u via uw nek geopereerd, dan kunt u last hebben van pijn in uw nek en schouder. Dit kan een paar weken duren. Het is belangrijk dat u uw nek blijft bewegen. Doet u dat niet, dan houdt u langer pijn. Geef na de operatie duidelijk aan wanneer de pijn erger wordt. Bent u via uw hals geopereerd? Dan kunt u last hebben van uw keel wanneer u slikt. Ook kunt u hees zijn.

De pijn in uw arm is meestal meteen na de operatie weg of veel minder. Een doof gevoel in hand of vingers voelt u vaak sterker dan vóór de operatie, omdat de pijn weg is. Vaak verdwijnt ook de doofheid, maar dat kunnen we nooit van tevoren voorspellen. Ook verlammingsverschijnselen verbeteren vaak na operatie. Dit gebeurt helaas niet altijd. Nekklachten kunnen ook verdwijnen, maar meestal heeft de operatie daarop weinig invloed.

Naar huis

Als het mogelijk is mag u direct na de operatie starten met mobiliseren. Een lang verblijf in het ziekenhuis is niet noodzakelijk. U mag, afhankelijk van uw herstel, de dag na de operatie naar huis. Uw behandelend arts bespreekt met u het afbouwen van de pijnstilling en instructies ten aanzien van het hervatten van activiteiten zoals sporten en autorijden. Zodra u naar huis gaat mag de eventueel aangebrachte pleister op de wond
worden verwijderd. Voor het comfort mag de pleister ook nog enkele dagen blijven zitten. Als u hechtingen heeft die niet oplosbaar zijn, kunt u deze na acht dagen bij uw huisarts laten verwijderen. U ontvangt hierover informatie van de verpleegkundige. Eenmaal thuis wordt u twee keer gebeld (na 1 en na 4 weken) door een verpleegkundige van de verpleegafdeling. Hierbij informeert hij/zij hoe het met u gaat en bespreekt met u of controle op de polikliniek nodig is.

U moet het de eerste 2 tot 3 weken rustig aan doen. Daarna kunt u alles weer doen. De kans is heel klein dat u nog een keer een hernia op dezelfde plaats krijgt. Wel kan een hernia op een andere plaats ontstaan. De wervels rondom het gebied dat is geopereerd worden zwaarder belast. Dit vergroot de kans dat er op een andere plek een hernia ontstaat.

Klachten na de operatie

Blijft u een week nadat u thuis bent pijn houden en heeft u koorts? Neem dan meteen contact op met de afdeling Neurochirurgie. Doe dat ook als u een van deze klachten heeft:
  • de wond is dik, rood of doet pijn
  • de wond springt open of er komt pus uit de wond
  • u heeft hoge koorts
  • er lekt helder vocht uit de wond
  • u heeft erge hoofdpijn
  • u wordt steeds suffer

Afdeling Neurochirurgie

De afdeling Neurochirurgie houdt zich bezig met de chirurgische behandeling van aandoeningen aan de hersenen, hersenschedel, schedelbasis, hersenzenuwen, het ruggenmerg, de wervelkolom en het perifere zenuwstelsel.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet