Werking van medicijnen

Als u een medicijn inneemt komt het via de maag en darm in het bloed terecht. Het bloed brengt het medicijn in het hele lichaam, ook op de plaats waar het werken moet. Als het medicijn zijn werk heeft gedaan, verlaat de werkzame stof het lichaam weer. Daar zorgen de lever en de nieren voor.
Bijna alle medicijnen hebben ook een onbedoelde werking. Dit noemen we een bijwerking. In de patiëntenbijsluiter en in op deze webpaigna kunt u lezen welke bijwerkingen een medicijn kan veroorzaken. Dit wil niet zeggen dat deze bijwerkingen ook altijd optreden. Met de juiste dosering en zorgvuldig gebruik, treden bijwerkingen meestal niet op. Sommige bijwerkingen ontstaan doordat het lichaam moet wennen aan een nieuw geneesmiddel, dit moet u proberen te accepteren.
Patiëntenzorg Behandelingen Medicijnen bij hart- en vaatziekten

Over medicijnen bij hart- en vaatziekten

We gebruiken verschillenden medicijnen bij de behandeling van hart- en vaatziekten. De informatie op de bijsluiter van deze medicijnen is vaak ingewikkeld geschreven en moeilijk te lezen. Aanvullende informatie kan dan nuttig zijn. lees meer

Over medicijnen bij hart- en vaatziekten

We gebruiken verschillenden medicijnen bij de behandeling van hart- en vaatziekten. De informatie op de bijsluiter van deze medicijnen is vaak ingewikkeld geschreven en moeilijk te lezen. Ook is het voor patiënten niet altijd duidelijk waarom de arts een bepaald medicijn voorschrijft. Aanvullende informatie kan dan nuttig zijn. De informatie op deze pagina is vooral bedoeld voor hart- en vaatpatiënten en hun omgeving en geeft informatie over pijn op de borst, hartinfarct, hartfalen, hartritmestoornissen, beroerte, aneurysma van de buikaorta, trombose en longembolie, vernauwing van de slagaders in de benen, vernauwing in de halsslagader, hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte in het bloed. Op deze pagina vindt u de verschillende medicijnen die we hierbij voorschrijven. Eerst wordt de werkzame stof van het medicijn genoemd en daarachter de merknaam of merknamen. Een merknaam kunt u herkennen aan de ® die erachter staat.  De informatie op deze pagina kan nooit in de plaats komen van het persoonlijk advies van uw eigen arts en apotheker. Volg hun advies op, ook als dat afwijkt van wat u op deze pagina kunt lezen.

Het gezonde hart

Het hart is een spier,  die als een pomp werkt. Het is ongeveer zo groot als een vuist. Door samen te knijpen (een hartslag) stuwt het hart het bloed via de slagaders naar het lichaam. Gemiddeld verwerkt het hart per minuut vier tot vijf liter bloed. Het bloed brengt zuurstof en voedingsstoffen naar organen en spieren in het hele lichaam en voert afvalstoffen af naar de nieren en de lever. Het hart is opgebouwd uit een rechterhelft en een linkerhelft. Elke helft bestaat uit een boezem (atrium) en een kamer (ventrikel). Een hartklep verbindt de rechterboezem met de rechterkamer. Ook tussen de linkerboezem en de linkerkamer zit een klep. De beide kamers zijn met de grote slagaders verbonden. Vanuit de rechterkamer gaat de slagader naar de longen, dit noemen we de longslagader. De slagader vanuit de linkerkamer gaat naar het lichaam en heet de grote lichaamsslagader of aorta. De kleppen voorkomen dat het bloed terugstroomt. In de rechterboezem zit de gangmaker van het hart, de zogenaamde sinusknoop. Deze knoop bepaalt het ritme van het hart. De sinusknoop geeft een elektrische impuls af die zich via de hartwand verspreidt. Deze impuls zorgt ervoor dat het hart samentrekt: eerst de boezems, direct daarna de kamers. Op dat moment wordt het bloed het lichaam ingepompt. Een gezond hart trekt in rust 60 à 70 keer per minuut samen. Dat zijn de hartslagen. Het bloed dat vanuit het lichaam terugkeert naar de rechterboezem van het hart, is zuurstofarm. Uit de rechterboezem komt het bloed in de rechterkamer en daarna in de longslagader. In de longen wordt koolzuur afgegeven en zuurstof opgenomen. Hierna komt het zuurstofrijke bloed in de linkerboezem en de linkerkamer, die het bloed via de aorta het lichaam in pompt. Om al dit zware werk te kunnen doen heeft het hart zelf ook bloed nodig. Dat gebeurt via twee kransslagaders. Deze zijtakken van de grote lichaamsslagader heten zo, omdat ze als een soort krans om het hart heen lopen. De kransslagaders vertakken zich vele malen en voorzien zo het hart van zuurstof en voedingsstoffen.

Het gebruik van medicijnen

  • Als u een medicijn inneemt komt het via de maag en darm in het bloed terecht. Het bloed brengt het medicijn in het hele lichaam, ook op de plaats waar het werken moet.

    lees meer


  • Medicijnen en ouderen

    Als u ouder wordt, werken uw nieren minder goed. Dit betekent dat sommige medicijnen langer in uw lichaam blijven. U heeft dan meer kans op bijwerkingen. Ouderen hebben hierdoor van bepaalde medicijnen een lagere dosis nodig. Uw arts houdt hier rekening mee bij het voorschrijven.

  • Vragen stellen

    Vraag uw arts wat u van een medicijn kunt verwachten. Verdwijnen de klachten helemaal door het medicijn? Moet u het medicijn voor korte of langere tijd gebruiken? Kunnen er bijwerkingen optreden? Vertel uw arts altijd welke andere medicijnen u gebruikt. Vergeet hierbij niet de middelen die u zelf bij de drogist of apotheker gekocht heeft, zonder voorschrift van uw arts. Ook deze medicijnen kunnen de werking van andere geneesmiddelen versterken of verminderen. Een geneesmiddelenkaart kan hierbij nuttig zijn. Hierop kunt u alle medicijnen noteren die u gebruikt. Dan weet u wat u slikt. Uw apotheek heeft zo’n kaart voor u: het Geneesmiddelen Paspoort. U kunt bij uw apotheek meestal ook een overzicht krijgen van de medicijnen die u gebruikt.

  • Tips

    • Neem het medicijn in volgens de aanwijzingen op het etiket. Houd u aan de voorgeschreven dosis en verander deze nooit zelf.
    • Stop liever niet zelf met de behandeling. Dit kan soms ongewenste effecten hebben. Als u last heeft van bijwerkingen, kunt u met uw arts of apotheker naar een oplossing zoeken.
    • Veel mensen denken dat alcohol verboden is als zij medicijnen gebruiken. Meestal is het niet erg als u met mate alcohol gebruikt. Bent u gewend om een borreltje voor het eten of slapen gaan te nemen? Dan hoeft u dat niet te laten. Aarzel niet om uw arts of apotheker te raadplegen als u twijfelt over de bijwerking van een medicijn.

Meer informatie?

Met vragen over uw medicijnen kunt u terecht bij uw eigen arts of een consult aanvragen bij uw apotheek. Wilt u meer weten over hart- en vaatziekten of een gezonde leefstijl, bel dan met de Informatielijn van de Nederlandse Hartstichting. lees meer

Meer informatie?

Met vragen over uw medicijnen kunt u terecht bij uw eigen arts. Vraag bij uw apotheek een gesprek of consult aan als:

  • u graag een persoonlijk advies wilt over de medicijnen die u gebruikt
  • u op zoek bent naar achtergrondinformatie over uw medicijnen
  • u vragen heeft over de bijwerkingen van uw medicijn

Dit is een gratis service van uw apotheek. Op de website www.apotheek.nl kunt u terecht voor betrouwbare informatie over medicijnen. Hier kunt u ook uw vraag stellen aan de web-apotheker. Bij het Meldpunt Medicijnen kunt u uw ervaringen kwijt over uw medicijngebruik, bijvoorbeeld als het medicijn niet goed werkt, of als het bijwerkingen geeft, of als het niet wordt vergoed.

 

Meldpunt Medicijnen

Postbus 3089
3502 GB Utrecht
E-mail: info@meldpuntmedicijnen.nl
Website: www.meldpuntmedicijnen.nl

Wilt u meer weten over hart- en vaatziekten of een gezonde leefstijl, bel dan met de Informatielijn van de Nederlandse Hartstichting: 0900 3000 300, van maandag t/m vrijdag van 9.00 tot 13.00 uur (lokaal tarief). De Nederlandse Hartstichting geeft brochures uit over gezonde voeding, meer
bewegen, roken, hoge bloeddruk, te hoog cholesterol, overgewicht, diabetes mellitus en over diverse hart- en vaatziekten. U kunt deze brochures bestellen of downloaden via de website van de Hartstiching.


Verpleeg­afdeling Hart, Vaat en Long C4

Op de verpleegafdeling Hart, Vaat en Long (C4) werken de volgende specialismen nauw met elkaar samen: Cardiologie, Cardio-thoracale Chirurgie, Longziekten en Heelkunde.

lees meer

Afdeling Cardiologie

De afdeling Cardiologie houdt zich bezig met hart- en vaatziekten bij volwassenen. lees meer

De geneesmiddelen


Digoxine

Het belangrijkste effect van digoxine is de versterkende invloed op de pompfunctie van het hart. Het middel gebruiken we veel bij hartfalen. lees meer

Digoxine

Vingerhoedskruid (Digitalis) was vroeger een belangrijke bron van digoxine. Nu komt digoxine uit de fabriek. Het belangrijkste effect van digoxine is de versterkende invloed op de pompfunctie van het hart. Het vergroot de kracht waarmee het hart zich samentrekt. Daarnaast verlaagt het tegelijkertijd het hartritme bij patiënten met een te snel ritme. Hierdoor gaat het hart rustiger en krachtiger werken. Als het hart groter en dikker is dan normaal, dan zorgt digoxine er ook voor dat het weer kleiner wordt. Het middel gebruiken we veel bij hartfalen (decompensatio cordis). Ook bij boezemfibrilleren en boezemfladderen (snelle slag van de boezem) geven we digoxine. Met name om te voorkomen dat de hartkamer het snellere ritme van de boezem gaat overnemen. Oudere mensen hebben minder digoxine nodig dan jongere mensen. Daarom moeten we van tijd tot tijd bekijken of we de dosis kunnen verminderen of dat we zelfs volledig kunnen stoppen met het gebruik van digoxine.

Bijwerkingen

Bij een te hoge dosis digoxine kunt u last krijgen van:
  • verminderde eetlust
  • misselijkheid
  • pijn in de onderbuik
  • diarree
Ook kunnen de volgende klachten voorkomen:
  • vermoeidheid
  • langzame of onregelmatige hartslag
  • wazig zien of gekleurde ringen (halo’s) zien rond voorwerpen
  • slaperigheid
  • verwardheid
  • rusteloosheid
  • depressief gevoel
Raadpleeg uw arts als u last heeft van een van deze verschijnselen.

Digoxine-preparaten

De stofnaam is in de handel als Digoxine Lanoxin®

Nitraten

Nitraten en nitrieten verslappen de spieren van de bloedvaten. Vooral bij hartkramp (angina pectoris) gebruiken we nitraten om het zuurstofverbruik van het hart te verminderen. lees meer

Nitraten

Nitraten en nitrieten verslappen de spieren van de bloedvaten. Hierdoor gaan de vaten verwijden en laten ze meer bloed door. Als gevolg hiervan daalt de bloeddruk. Vooral bij hartkramp (angina pectoris) gebruiken we nitraten om het zuurstofverbruik van het hart te verminderen. Door snelle verwijding van de bloedvaten krijgt het hart tijdelijk minder bloed. Dit ontlast het hart en vermindert de druk op de borst. Ook mensen met hartfalen (decompensatio cordis) die niet voldoende reageren op een behandeling met digoxine en plasmiddelen, schrijven we soms nitraten voor.

Bijwerkingen

In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • duizeligheid
  • een snelle polsslag
  • blozen
  • hoofdpijn
  • misselijkheid
  • rusteloosheid
Als u nitraatbevattende pleisters gebruikt, kan de huid pijnlijk en rood worden. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel. Heel soms komt het voor dat mensen flauwvallen kort nadat zij een nitraattablet onder de tong hebben gelegd. Het kan even schrikken zijn als u flauwvalt, maar deze bijwerking is niet ernstig. Tegenwoordig schrijven we ook vaak een spray voor, die u onder de tong kunt spuiten. Overleg met uw arts wat te doen.

Nitraten

Stofnaam     In de handel als
Isosorbidedinitraat           Cedocard®; Isordil®; Isosorbidedinitraat
Isosorbidemononitraat     Isosorbidemononitraat; Mono-Cedocard®; Promocard®
Nicorandil     Ikorel®
Nitroglycerine          Deponit T®; Minitran®; Nitro-Dur®; Nitroglycerine; Transiderm- Nitro®; Nitrolingual®

 


RAS-remmers

We schrijven deze medicijnen voor bij een hoge bloeddruk. We schrijven ze ook voor om hartfalen te voorkomen na een hartinfarct. lees meer

RAS-remmers

De RAS-remmers zijn onder te verdelen in Angiotensine II-antagonisten, Angiotensine Converterend Enzym (ACE)-remmers en Renineremmers. We schrijven deze medicijnen voor bij een hoge bloeddruk. Angiotensine II-antagonisten zorgen voor een verwijding van de bloedvaten en zo voor een daling van de bloeddruk. ACE-remmers verlagen de bloeddruk door een verwijding van de bloedvaten in de uiteinden van het lichaam, zoals de bloedvaten in armen, benen, vingers en tenen. Renineremmers zorgen ervoor dat er minder angiotensine beschikbaar is, waardoor de bloedvaten verwijden en de bloeddruk daalt. Naast bloeddrukpatiënten kunnen ook mensen met hartfalen (decompensatio cordis) ACE-remmers en Angiotensine II-antagonisten voorgeschreven krijgen. We schrijven ze ook voor om hartfalen te voorkomen na een hartinfarct.

Angiotensine II-antagonisten

Stofnaam                                                   In de handel als
Candesartan                                             Atacand®; Atacand Plus®*
Eprosartan                                                Teveten®; Teveten Plus®*
Irbesartan                                                  Aprovel®; CoAprovel®*
Losartan                                                    Cozaar®; Cozaar PLus®*; Hyzaar®*; Fortzaar®*
Olmesartan Olmetec®; Olmetec HCTZ®*; Sevikar®**
Telmisartan Micardis®, Micardis Plus®*; Kizalmono®; Kizalkomb®*
Valsartan       Diovan®; Co-Diovan®*; Exforge®**
 
* Dit preparaat bevat ook een plasmiddel.
** Dit preparaat bevat ook een calcium-antagonist.

Bijwerkingen

In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel.
  • kriebelhoest
  • smaakverlies
  • diarree
  • hoofdpijn
  • misselijkheid
  • vermoeidheid
Raadpleeg uw arts als u last krijgt van:
  • koorts of koude rillingen
  • huiduitslag
  • opgezwollen gezicht, handen of voeten
  • plotseling moeilijk kunnen slikken of ademen

ACE-remmers

Stofnaam                                                   In de handel als
Benazepril                                                 Cibacen®
Captopril    Capoten®; Capozide®*; Captopril; Captopril /Hydrochloorthiazide
Cilazapril                                                   Vascase®
Enalapril     Co-Renitec®*; Enalapril; Renitec®; Renitec Plus®*; Lertec®**
Fosinopril Newace®; Diurace®*
Lisinopril                                                    Zestoretic®*; Zestril®
Perindopril                                                 Coversyl®; Coversyl Plus®; Coveram®**; Cosimil®*;Cotomil®*
Quinapril                                                    Acupril®; Acuzide®*
Ramipril                                                     Tritace®; Tritazide®*
Trandolapril                                               Gopten®; Tarka®**
Zofill   Zofil®
 
* Dit preparaat bevat zowel een ACE-remmer als een plasmiddel.
** Dit preparaat bevat zowel een ACE-remmer als een calcium-antagonist.

Calcium-antagonisten

Calcium speelt een rol bij de samentrekking van spiercellen in de bloedvaten. De calcium-antagonisten schrijven we voor bij hartkramp (angina pectoris), hoge bloeddruk en hartritmestoornissen. lees meer

Calcium-antagonisten

Calcium speelt een rol bij de samentrekking van spiercellen in de bloedvaten. Stoffen die de werking van calcium remmen, de zogenaamde calciumantagonisten, zorgen ervoor dat calcium moeilijk deze spiercellen binnen kan komen. Sommige calcium-antagonisten werken sterk op het hart en verlagen daar het hartritme en de kracht van de hartslag. Andere werken juist sterk op de spieren in de bloedvaten, wat tot verwijding van bloedvaten leidt. De calcium-antagonisten schrijven we voor bij hartkramp (angina pectoris), hoge bloeddruk en hartritmestoornissen.

Bijwerkingen

In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel.
  • obstipatie (verstopping)
  • diarree
  • duizeligheid
  • blozen of opvliegers
  • hoofdpijn
  • misselijkheid
  • vermoeidheid
Raadpleeg uw arts als u last krijgt van:
  • ademhalingsproblemen
  • huiduitslag
  • opgezwollen enkels, voeten of onderbenen
  • ongewone hartslag

Calcium-antagonisten

Stofnaam                                                 In de handel als
Amlodipine   Norvasc®; Exforge®***; Sevikar®***; Coveram®**
Barnidipine   Cyress®
Diltiazem                                                   Diltiazem Tabletten; Tildiem®;
Felodipine                                                 Plendil®
Isradipine        Lomir®
Lacidipine      Motens®
Lercanidipine      Lerdip®; Lertec®**
Nicardipine   Cardene®
Nifedipine   Adalat oros®; Nifedipine
Nitrendipine         Baypress®
Verapamil Isoptin®;Tarka®**; Verapamil HCL; Verapamilum

* Preparaat dat zowel een calcium-antagonist als een bètablokker bevat.
** Preparaat dat zowel een calcium-antagonist als een ACE-remmer bevat.
*** Preparaat dat zowel een calcium-antagonist als een Angiotensine II-antagonist bevat.

Anti-aritmica middelen tegen hartritme­stoornissen

Bij hartritmestoornissen kunnen we een groot aantal verschillende medicijnen gebruiken. Een arts bepaalt voor iedereen afzonderlijk welk medicijn het meest geschikt is en in welke dosering. lees meer

Anti-aritmica middelen tegen hartritme­stoornissen

Bij hartritmestoornissen kunnen we een groot aantal verschillende medicijnen gebruiken. Een arts bepaalt voor iedereen afzonderlijk welk medicijn het meest geschikt is en in welke dosering.

Bij hartritmestoornissen kunnen we een groot aantal verschillende medicijnen gebruiken. Deze medicijnen beïnvloeden de prikkelgeleiding in het hart of de prikkelbaarheid van de hartspiercellen. Omdat er verschillende oorzaken van ritmestoornissen zijn, kunnen we geen algemeen recept voor het gebruik van medicijnen geven. Een arts bepaalt voor iedereen afzonderlijk welk medicijn het meest geschikt is en in welke dosering. Sommige van de voorgeschreven medicijnen doen meer dan alleen het hartritme reguleren. Ze werken bijvoorbeeld ook op de spiercellen in de bloedvaten en het maagdarmkanaal.

Bijwerkingen

Algemeen
Bijwerkingen die we hieronder noemen, verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel.

Amiodaron
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • obstipatie (verstopping)
  • hoofdpijn
  • verminderde eetlust
  • misselijkheid
  • een bittere of metaalachtige smaak
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • kortademigheid
  • koorts
  • ongevoelige of tintelende vingers of tenen
  • trillende handen
  • overgevoeligheid voor zonlicht
  • blauwgrijze verkleuring van gezicht, nek en armen

Disopyramide

In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • een droge mond of keel
  • obstipatie (verstopping)
  • wazig zien
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • moeilijk kunnen plassen
  • pijn op de borst
  • duizeligheid of flauwvallen
  • ongewone hartslag
  • kortademigheid
  • opgezwollen voeten of onderbenen
  • snelle gewichtstoename
Fenytoïne

In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • obstipatie (verstopping)
  • duizeligheid
  • slaperigheid
  • ongewoon sterke haargroei op lichaam en gezicht
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • pijnlijk of opgezwollen tandvlees
  • verwardheid
  • ongecontroleerde oogbewegingen
  • opgezette klieren in nek of oksels
  • stemmingsveranderingen
  • huiduitslag of jeuk
  • gebrabbel of gestotter
  • trillen of beven
Flecaïnide
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • wazig zien
  • het zien van puntjes
  • duizeligheid
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • pijn op de borst
  • onregelmatige hartslag
  • kortademigheid
  • opgezwollen voeten of onderbenen
  • trillen of beven
Kinidine
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • een bittere smaak
  • diarree
  • huiduitslag met jeuk
  • verminderde eetlust
  • misselijkheid
  • maagpijn
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • slecht gaan zien
  • duizeligheid
  • flauwvallen
  • ernstige hoofdpijn
  • oorsuizingen of gehoorverlies
  • problemen met ademhalen
Propafenon
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • een bittere of metaalachtige smaak
  • duizeligheid
  • droge mond
  • hoofdpijn
  • misselijkheid
  • huiduitslag
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • een onregelmatige hartslag
  • pijn op de borst
  • kortademigheid
  • opgezwollen voeten of onderbenen

Anti-aritmica

Stofnaam                                  In de handel als
Amiodaron                                Amiodaron; Cordarone®
Disopyramide       Disopyramide;Ritmoforine® Fenytoïne Diphantoïne®;
Fenytoïnenatrium; Epanutin®; Diphantoïne Z®
Flecaïnide                                Tambocor®
Kinidine                                    Kinidine
Propafenon                              Rytmonorm®; Propafenon

Twee calcium-antagonisten werken ook anti-aritmisch:
Diltiazem                                  Diltiazem Tabletten; Tildiem®
Verapamil Isoptin®, Verapamil HCL; Tarka®; Verapamilum

Een bètablokker met een anti-aritmische werking:
Sotalol Sotacor®; Sotalol HCL

* Dit preparaat bevat ook een ACE-remmer

Bètablokkers

Bètablokkers gebruiken we veel na een hartinfarct, bij hartkramp (angina pectoris), bij hoge bloeddruk en bij sommige hartritmestoornissen. lees meer

Bètablokkers

Bètablokkers blokkeren de werking van de zogeheten bèta-adrenerge receptoren. Deze bèta-receptoren zitten voornamelijk op de cellen van het hart en in de bloedvaatjes in spieren, longen en baarmoeder. Door het blokkeren van deze bèta-receptoren kunnen de stresshormonen, waaronder adrenaline, hun werk niet meer doen. Hierdoor wordt het hartritme verlaagd en de pompkracht en de hoeveelheid bloed die het hart per minuut het lichaam inpompt verminderd. Bètablokkers gebruiken we daarnaast veel na een hartinfarct, bij hartkramp (angina pectoris), bij hoge bloeddruk en bij sommige hartritmestoornissen.

Bijwerkingen

In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel.
  • duizeligheid
  • lichte slaperigheid
  • koude handen en voeten
  • onrustige slaap
  • vermoeidheid
  • minder zin in seks
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • kortademigheid
  • flauwvallen
  • verwardheid
  • hallucinaties
  • nachtmerries
  • huiduitslag
  • ongewoon langzame hartslag
  • opgezwollen enkels, voeten of onderbenen

Bètablokkers

Stofnaam                                   In de handel als
Acebutolol                                  Acebutolol; Sectral®
Atenolol     Atenolol; Atenolol/Chloortalidon*;Tenoretic®*
Betaxolol                                     Kerlon®
Bisoprolol   Emcor®; Emcoretic®*; Bisoprololfumaraat
Carvedilol   Eucardic®
Celiprolol    Dilanorm®
Esmolol    Brevibloc®
Labetalol       Labetalol HCl; Trandate®
Metoprolol     Metoprolol; Metoprololtartraat; Selokeen®; Selokomb®*
Nebivolol         Nebilet®
Oxprenolol    Oxprenolol
Pindolol      Viskeen®
Propranolol        Propranolol; Propranolol HCI
Sotalol             Sotacor®; Sotalol HCL
 
* Preparaten die behalve een bètablokker ook een plasmiddel bevatten.
 

Plasmiddelen diuretica

Door gebruik van plasmiddelen verliest u extra vocht. De bloeddruk gaat daardoor omlaag. Er zijn verschillende soorten plasmiddelen. lees meer

Plasmiddelen diuretica

Door gebruik van plasmiddelen verliest u extra vocht. Plasmiddelen zijn werkzaam in de nieren. Door het verlies van extra vocht met de urine wordt het bloedvatensysteem minder ‘gevuld’. De bloeddruk gaat daardoor omlaag. Bovendien wordt het hart enigszins ontlast doordat het niet zoveel bloed hoeft rond te pompen. Er zijn verschillende soorten plasmiddelen: de zwakwerkende plasmiddelen (thiaziden), de sterkwerkende plasmiddelen en de kaliumsparende plasmiddelen. De zwakwerkende plasmiddelen gebruiken we bij hoge bloeddruk en chronisch hartfalen (decompensatio cordis). De sterkwerkende plasmiddelen hebben een snellere en krachtigere werking. U gebruikt ze daarom vaak voor een korte tijd. De kaliumsparende plasmiddelen gebruiken we als in het lichaam een te laag kaliumgehalte dreigt te ontstaan. We geven ze vrijwel altijd in combinatie met een ander plasmiddel.

1. De zwakwerkende plasmiddelen (thiaziden)

Bijwerkingen
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel.
  • duizeligheid
  • verminderde eetlust
  • maagpijn
  • diarree
  • minder zin in seks
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • pjnlijk of moeilijk plassen
  • teerachtige ontlasting
  • bloed in urine of ontlasting
  • koorts of koude rillingen
  • gewrichtspijn
  • pijn onder in de rug of in de zij
  • huiduitslag
  • ernstige maagpijn met misselijkheid en braken
  • ongewone bloeding of blauwe plekken
  • gele ogen of huid
  • spierkramp
Zwakwerkende plasmiddelen
Stofnaam In de handel als
Chloortalidon Atenolol / Chloortalidon***; Chloortalidon; Tenoretic®***
Chloorthiazide Chloorthiazide
Epitizide Dyta-Urese®*; Epitizide*; Triamtereen / Epitizide*
Hydrochloorthiazide Hydrochloorthiazide Acuzide®**; Atacand Plus®; Captopril /
Hydrochloorthiazide**; CoAprovel®****;
Co-Diovan®****; Co-Renitec®**; Cozaar
Plus®****; Diurace®**; Dytenzide®*; Emcoretic®***;
Hydrochloorthiazide / Amiloride*;
Hyzaar®****; Fortzaar®****;
Kinzalkomb®****; Micardis Plus®****;
Olmetec HCTZ®****; Rasilez HCT®*****;
Hydrochloorthiazide Renitec Plus®**; Selokomb®***;
Teveten Plus®****,Triamtereen / Hydrochloorthiazide*; Tritazide**; Zestoretic®**
Indapamide Fludex®; Indapamide

* Preparaten die behalve een plasmiddel uit deze groep ook een plasmiddel uit een
andere groep bevatten.
** Preparaten die behalve een plasmiddel ook een ACE-remmer bevatten.
*** Preparaten die behalve een plasmiddel ook een bètablokker bevatten.
**** Preparaten die behalve een plasmiddel ook een Angiotensine II-remmer bevatten.
*****Preparaten die behalve een plasmiddel ook een renineremmer bevatten.

2. De sterkwerkende plasmiddelen

Bijwerkingen
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van de volgende bijwerkingen. Deze bijwerkingen verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel.
  • duizeligheid
  • hoofdpijn
  • buikpijn
Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • teerachtige ontlasting
  • bloed in urine of ontlasting
  • koorts of koude rillingen
  • gewrichtspijn
  • pijn onder in de rug of in de zij
  • pijnlijk of moeilijk plassen
  • oorsuizingen of gehoorverlies
  • huiduitslag
  • ernstige maagpijn met misselijkheid en braken
  • ongewone bloedingen of blauwe plekken
  • gele ogen of huid
  • spierkramp
Sterkwerkende plasmiddelen
Stofnaam In de handel als
Bumetanide Burinex®; Bumetanide
Furosemide Furosemide; Lasiletten®; Lasix®

3. De kaliumsparende plasmiddelen

Kaliumsparende plasmiddelen of ‘kaliumspaarders’ voorkomen dat het kaliumgehalte in het bloed te laag wordt. Dat is bijvoorbeeld ongewenst als u ook digoxine slikt. Bij een te lage kaliumspiegel is de kans op bijwerkingen van digoxine namelijk groter.

Bijwerkingen:
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • misselijkheid
  • buikkrampen
  • diarree
  • hoofdpijn
Canrenoïnezuur en spironolacton remmen het hormoon aldosteron. Bij vrouwen kan dit pijnlijke borsten, verlaging van de stem, snellere haargroei, onregelmatige menstruatie en zweten veroorzaken. Bij mannen kan dit vergrote borsten en impotentie tot gevolg hebben. Deze verschijnselen verdwijnen meestal als uw lichaam aan het geneesmiddel gewend raakt.

Neem contact op met uw arts als u last krijgt van:
  • huiduitslag of jeuk
  • koorts of koude rillingen
  • pijn onder in de rug of in de zij
  • pijnlijk of moeilijk plassen
Gebruikt u triamtereen? Dan kunt u last krijgen van:
  • teerachtige ontlasting
  • bloed in urine of ontlasting
  • een branderig gevoel in de tong
  • kapotte mondhoeken
  • kleine rode vlekjes op de huid
  • ongewone bloedingen
  • blauwe plekken
Raadpleeg uw arts als één van deze bijwerkingen optreedt.

Kaliumsparende plasmiddelen
Stofnaam In de handel als
Amiloride Hydrochloorthiazide / Amiloride*
Spironolacton Spironolacton
Triamtereen Dyta-Urese®*; Dytenzide®*; Hydrochloorthiazide
/ Triamtereen; Triamtereen; Triamtereen /
Epitizide*; Triamtereen / Hydrochloorthiazide*

* Preparaten die behalve een plasmiddel uit deze groep ook een plasmiddel uit een andere groep bevatten.

Antistollings­middelen

Antistollingsmiddelen onderdrukken de stollingsmechanismen in het bloed, zodat minder gemakkelijk bloedpropjes ontstaan. We gebruiken ze na een hartinfarct en bij bepaalde vormen van hartkramp. lees meer

Antistollings­middelen

Antistollingsmiddelen onderdrukken de stollingsmechanismen in het bloed, zodat minder gemakkelijk bloedpropjes ontstaan. We gebruiken ze na een hartinfarct en bij bepaalde vormen van hartkramp.

De naam bloedverdunners klopt eigenlijk niet, want deze middelen verdunnen het bloed niet. Wel zorgen de antistollingsmiddelen of anti-coagulantia (letterlijk: anti-klontermiddelen) ervoor dat het bloed minder snel stolt. Ze onderdrukken de stollingsmechanismen in het bloed, zodat minder gemakkelijk bloedpropjes ontstaan. De antistollingsmiddelen gebruiken we na een hartinfarct om te voorkomen dat nieuwe afsluitingen ontstaan en bij bepaalde vormen van hartkramp (instabiele angina pectoris). Ook bij boezemfibrilleren schrijven we ze voor om te voorkomen dat er bloedpropjes ontstaan die in de hersenen terecht kunnen komen. Ook na chirurgische ingrepen aan de bloedvaten en bij bepaalde vormen van vaatziekten kan de arts antistollingsmiddelen voorschrijven. Buiten het ziekenhuis worden alleen de zogenaamde coumarines gebruikt. Het duurt even voor het effect van deze medicijnen merkbaar wordt. Als u stopt met de medicijnen duurt het een paar dagen tot weken voordat ze uitgewerkt zijn.

Bijwerkingen

Als u coumarines gebruikt, staat u onder regelmatige controle van de Trombosedienst. Neem contact op met deze dienst of met uw huisarts als u last krijgt van onverklaarbare blauwe plekken of ongewone bloedingen. Bijvoorbeeld:
  • een bloedneus
  • een wond die blijft bloeden
  • hevige of onverwachte menstruatie
  • bloed in de urine of de ontlasting
  • ophoesten of uitbraken van bloed of iets dat er uit ziet als koffiedik
Soms komen de volgende klachten voor:
  • verstopping
  • teerachtige ontlasting
  • buikpijn
  • maagpijn
  • misselijkheid
  • huiduitslag 
De werking van coumarines kan worden versterkt door alcohol en door een aantal geneesmiddelen. De Trombosedienst heeft daarover meer informatie.

Antistollingsmiddelen

Stofnaam In de handel als
Acenocoumarol Acenocoumarol
Fenprocoumon Marcoumar®; Fenprocoumon

Plaatjesremmers

De plaatjesremmers zorgen ervoor dat de bloedplaatjes, die verantwoordelijk zijn voor het klonteren van bloed, minder goed werken. We gebruiken plaatsjesremmers onder andere na een hartinfarct. lees meer

Plaatjesremmers

De plaatjesremmers zorgen ervoor dat de bloedplaatjes (trombocyten), die verantwoordelijk zijn voor het klonteren van bloed, minder goed werken. De bloedplaatjes kunnen niet goed meer samenklonteren of aan de wand van de bloedvaten hechten Hierdoor treedt minder snel ongewenste stolling op in de vorm van trombose of embolie. De plaatjesremmers schrijven we voor na een hartinfarct om de kans op een tweede hartinfarct te verkleinen. Ook na een herseninfarct (beroerte) schrijven we deze middelen voor. Bij bepaalde vormen van hartkramp (instabiele angina pectoris) en bij boezemfibrilleren gebruiken we soms plaatjesremmers. In Nederland gebruiken we o.a. acetylsalicylzuur (Aspirine®) en carbasalaatcalcium (Ascal®) als plaatjesremmers. Carbasalaatcalcium is een vorm van acetylsalicylzuur die beter in water oplost en daarom minder bijwerkingen geeft.

Bijwerkingen

Er is slechts een kleine hoeveelheid acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium nodig om de klontering van bloedplaatjes te remmen. Daarom komen bijwerkingen weinig voor. Soms kunt u last krijgen van buikpijn of maagpijn, brandend maagzuur of misselijkheid op. Bij astmapatiënten kan benauwdheid voorkomen. Neem dan contact op met uw huisarts.

Plaatjesremmers

Stofnaam In de handel als
Acetylsalicylzuur Acetylsalicylzuur; Acetylsalicylzuur
Cardio; Acetylsalicylzuur Neuro;
Accod; Alka-Seltzer®; APC®; Aspirine
Protect®; Aspegic®; Aspro®;
Chefarine®; Migrafin®
Carbasalaatcalcium Ascal®; Ascal Cardio®; Carbasalaatcalcium
Clopidogrel Plavix®; Iscover
Dipyridamol Persantin®
Dipyridamol/Acetylsalicylzuur Asasantin®

Bloedvet­verlagende middelen

Om de te hoge hoeveelheid bloedvetten (cholesterol en triglyceriden) te verlagen kunnen we bloedvetverlagende middelen gebruiken. Deze middelen schrijven we meestal pas voor als aanpassing van de voeding na 3 maanden geen of te weinig effect heeft. lees meer

Bloedvet­verlagende middelen

Om de te hoge hoeveelheid bloedvetten (cholesterol en triglyceriden) te verlagen kunnen we bloedvetverlagende middelen gebruiken. Deze middelen schrijven we meestal pas voor als aanpassing van de voeding na 3 maanden geen of te weinig effect heeft. Ook schrijven we ze voor als er meerdere risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn. Mensen met hart- of vaatziekten of diabetes mellitus of een erfelijke aanleg voor een hoog cholesterolgehalte (erfelijke hypercholesterolemie) krijgen vrijwel altijd medicijnen voorgeschreven. Er zijn verschillende middelen. De eerste keuze zijn de cholesterolsynthese-remmers die de aanmaak van cholesterol remmen. Als u die medicijnen niet verdraagt, dan kunnen we galzuurbindende harsen voorschrijven. Deze verlagen indirect het cholesterolgehalte in het bloed. Fibraten schrijven we voor als ook het triglyceridegehalte is verhoogd. Nicotinezuurderivaten verhogen het HDL-cholesterol. Ezetimibe schrijven we alleen voor aan patiënten met een sterk verhoogd LDLcholesterolgehalte in het bloed, dat onvoldoende omlaag gaat met andere cholesterolverlagende medicijnen.

Bijwerkingen

Algemeen
Bijwerkingen die we hieronder noemen, verdwijnen meestal als uw lichaam gewend raakt aan het geneesmiddel.Cholesterolsyntheseremmers In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • obstipatie (verstopping)
  • diarree
  • brandend maagzuur
  • duizeligheid
  • hoofdpijn
  • misselijkheid of huiduitslag
Neem contact op met uw arts bij:
  • koorts
  • spierkrampen
  • ongewone vermoeidheid
  • zwakheid
  • als u pravastatine gebruikt ook bij wazig zien
Galzuurbindende harsen
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • oprispingen (boeren)
  • opgeblazen gevoel
  • verstopping
  • diarree
  • duizeligheid
  • hoofdpijn
  • misselijkheid
  • braken
  • maagpijn
Neem contact op met uw arts bij:
  • zwarte teerachtige ontlasting
  • hevige maagpijn
  • plotseling gewichtsverlies
  • huiduitslag
  • irritatie van de tong en het gebied rond de anus
Fibraten
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • diarree
  • winderigheid
  • brandend maagzuur
  • misselijkheid
  • buikpijn
Neem contact op met uw arts bij:
  • koorts of koude rillingen
  • pijn op de borst, rug of zij
  • onregelmatige hartslag
  • kortademigheid
  • hoest of heesheid
Nicotinezuurderivaten
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • een rode huid
  • blozen
  • hoofdpijn
  • misselijkheid
  • buikpijn
Neem contact op met uw arts bij:
  • huiduitslag
  • jeuk
  • plotselinge kortademigheid
  • plaatselijke zwelling van keel, lippen of gezicht
Cholesterolabsorptieremmers
In het begin van de behandeling kunt u last krijgen van:
  • misselijkheid
  • buikpijn
  • verstopping
  • winderigheid
  • diarree
Neem contact op met uw arts bij:
  • huiduitslag
  • jeuk
  • zwelling van gezicht, lippen, mond, tong of keel
  • spierpijn
  • spierzwakte
  • spierkramp
  • gewrichtspijn
Omega-3-vetzuurpreparaten
Deze middelen worden gemaakt uit visolie. Zure oprispingen, met de geur of smaak van vis, komen bijna nooit voor. Ook de volgende maagdarmklachten komen bijna nooit voor:
  • misselijkheid
  • braken
  • een opgeblazen gevoel
  • winderigheid
  • obstipatie of juist diarree
U kunt deze klachten verminderen door het middel bij het eten in te nemen. 

De volgende klachten komen ook bijna nooit voor:
  • huiduitslag en acne
  • hoofdpijn
  • duizeligheid
  • verandering van smaak
  • een droge neus
Neem contact op met uw arts als u teveel last heeft van één van deze bijwerkingen.

Leveraandoeningen komen ook zelden voor. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan uw arts.

Bloedvetverlagende middelen

Cholesterolsyntheseremmers
Stofnaam In de handel als
Atorvastatine Lipitor®
Fluvastatine Lescol®
Pravastatine Selektine®
Rosuvastatine Crestor®
Simvastatine Zocor®

Galzuurbindende harsen
Colestyramine Questran®; Questran-A®
 
Fibraten
Bezafibraat Bezalip®
Ciprofibraat Modalim®; Hyperlipen®
Gemfibrozil Lopid®
 
Nicotinezuurderivaten
Acipimox Nedios®; Olbetam®
Nicotinezuur Niaspan®
Xantinolnicotinaat Complamin®
 
Cholesterolabsorptieremmers
Ezetimibe Ezetrol®

Omega-3-vetzuurpreparaten
Omega-3-vetzuren Omacor®

Combinatieproduct
Ezetimibe / Simvastatine Inegy®
 

Ivabradine

Als bètablokkers bij angina pectoris niet werken of als u deze niet mag gebruiken, dan kan de arts ivabradine voorschrijven. Ivabradine vertraagt de hartslag. lees meer

Ivabradine

Als bètablokkers bij angina pectoris niet werken of als u deze niet mag gebruiken, dan kan de arts ivabradine voorschrijven. Soms schrijven we ivabradine naast een bètablokker voor.
Ivabradine vertraagt de hartslag. Hierdoor heeft het hart minder zuurstof nodig wat de kans op een aanval van angina pectoris vermindert.

Bijwerkingen

De belangrijkste bijwerkingen van ivabradine zijn:
  • plotseling oplichtende heldere vlekken in het gezichtsveld
  • wazig zien
  • trage hartslag
  • hoofdpijn
  • duizeligheid
Overige bijwerkingen vindt u in de bijsluiter. Mocht u last krijgen van kortademigheid of als u na enkele dagen nog steeds maagdarmklachten heeft, neem dan contact op met uw arts.
 
Stofnaam In de handel als
Ivabradine Procorolan®

Hart- en vaatziekten


Hartkramp Angina pectoris

Angina pectoris (of hartkramp) is een krampende pijn in de borst als gevolg van een hartziekte. lees meer

Hartinfarct

Bij een hartinfarct stroomt er geen bloed meer naar een deel van de hartspier. Dit is een gevaarlijke situatie en snelle behandeling is belangrijk. Daarom moet iemand met verschijnselen van een hartinfarct zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. lees meer

Hartfalen

Hartfalen is een aandoening waarbij het hart met onvoldoende kracht het bloed door het lichaam pompt.

lees meer

Hartritme­stoornissen

Het normale hartritme kan als gevolg van ziekte of veroudering worden verstoord. U kan last hebben van een trage, onregelmatige of te snelle hartslag. lees meer

Beroerte

Beroerte is de verzamelnaam voor enerzijds herseninfarcten en anderzijds hersenbloedingen. Van alle beroertes is ongeveer 80% een herseninfarct en 20% een hersenbloeding. lees meer

Behandeling Aneurysma van de buikslagader

Bij een aneurysma van de buikaorta is de lichaamsslagader in de buikholte verwijd. Bij de behandeling van het aneurysma van de buikaorta is stoppen met roken heel belangrijk. Ook kunnen we medicijnen voorschrijven. lees meer

Trombose en longembolie

Als het evenwicht tussen het stollings- en antistollingssysteem is verstoord, kan trombose optreden. Trombose of longembolie behandelen we door direct antistollende middelen voor tenminste 5 dagen onder de huid te spuiten. lees meer

Etalagebenen claudicatio intermittens

Claudicatio intermittens is een inspanningsgebonden pijn, meestal in de kuiten, die vrij snel verdwijnt als men weer rust. In Nederland wordt deze aandoening “etalagebenen” genoemd. lees meer

Hoge bloeddruk

De bloeddruk is de kracht waarmee het bloed tegen de wanden van de bloedvaten wordt gepompt. De hoogte van de bloeddruk hangt af van de weerstand in het bloed als in het lichaam wordt rondgepompt. lees meer

Vernauwing halsslagader

Als iemand een vernauwde halsslagader heeft, dan hoeft hij of zij daar niets van te merken. Maar wanneer een stolsel de bloedtoevoer in de hersenen afsluit, kan iemand een TIA (een voorbijgaande beroerte) of een beroerte krijgen. lees meer

Te hoog cholesterol

Als u een te hoog cholesterol heeft, zit er te veel cholesterol in uw bloed. De slechte cholesterol (LDL) kan ophopen in de wand van de slagaders. De kans op een hartinfarct of beroerte is hierdoor veel groter. lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet