Na het onderzoek

Het verband kunt u 1 dag na de biopsie verwijderen. De hechtstrips en de tegaderm (doorzichtige pleister) mag u na 5 dagen verwijderen. Zolang de tegaderm blijft zitten, mag u gewoon douchen. U kunt deze dagen niet in bad, zwemmen of naar de sauna. Na het onderzoek kunt u uw been direct belasten, maar u mag de eerste 2 dagen niet sporten. Uw bovenbeen kan direct na de ingreep wat gevoelig zijn.

U mag na het spierbiopt direct naar huis.

Mogelijke complicaties

Er bestaat een kleine kans dat een huidtakje van een gevoelszenuw beschadigt. Dit kan leiden tot een gevoelloze plek. Zeer zelden beschadigt een eindtak van een spierzenuw. Hierdoor vermindert de kracht in een deel van de spier van uw bovenbeen. Tot slot kan er een door de naaldbiopsie een bloeding ontstaan. Hierdoor ontstaat een bloeduitstorting. Dit herstelt vanzelf.
Patiëntenzorg Onderzoeken Naaldbiopsie uit een spier

Over een naaldbiopsie uit een spier

Een biopsie is een onderzoek waarbij we een klein stukje weefsel uit uw lichaam halen voor verder onderzoek. Met behulp van het biopt kan de arts vaak een betere prognose en diagnose stellen. lees meer

Over een naaldbiopsie uit een spier

Bij een naaldbiopsie halen we een klein stukje spier uit uw bovenbeen voor verder onderzoek. Dit onderzoek voeren we uit om tot een betere diagnose te komen. De structuur van de spier wordt onderzocht onder de microscoop en bij een deel van de patiënten meten we de energieproductie capaciteit. Onderzoek van het spierweefsel geeft precieze informatie over de vorm en verdeling van de spiervezels en eventuele ontstekingen. Met deze informatie kan de arts een betere prognose, diagnose en soms ook behandeling geven. Een nauwkeurige diagnose is ook belangrijk om de eventuele erfelijkheid van de aandoening te bepalen (de kans dat kinderen en kleinkinderen dezelfde ziekte krijgen).

Contact

Polikliniek Neurologie
Op werkdagen tussen 8.00-17.00 uur

(024) 361 66 00
contactformulier

Voor het onderzoek

Het is belangrijk dat u het vooraf aangeeft als u (bloedverdunnende) medicatie gebruikt of als u allergisch bent voor jodium, verdovingsvloeistof en pleisterstof. We raden u aan voorafgaand aan het onderzoek af te spreken dat iemand anders u naar huis brengt. lees meer

Voor het onderzoek

Medicatie

Om het onderzoek veilig te verrichten vragen wij u vooraf te melden of u bloedverdunnende medicatie gebruikt. Als u acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium (Ascal) gebruikt, kunt u deze gewoon blijven gebruiken. Als u andere bloedverdunnende medicijnen gebruikt, is het belangrijk dat u contact opneemt met uw behandelend neuroloog. Neem in ieder geval contact op met uw behandelend neuroloog als u de volgende medicatie gebruikt:
  • Bloedverdunners via de trombosedienst: acenocoumarol (Sintrom),fenprocoumon (Marcoumar).
  • Dabigatran (Pradaxa), apixaban (Eliquis) of rivaroxiban (Xarelto).
  • Clopidogrel (Plavix).
  • Combinatie van acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium (Ascal) met dipyridmol (Persantin).
Als u twijfelt over andere medicatie vragen wij u contact op te nemen met de polikliniek Neurologie.

Allergieën

Als u allergisch bent voor jodium, verdovingsvloeistof of pleisterstof is het belangrijk dat u dit telefonisch doorgeeft aan de polikliniek Neurologie.

Voorbereiding

In de meeste gevallen nemen we een biopt uit uw rechter bovenbeenspier. Hierdoor kan autorijden onaangenaam zijn. We adviseren u daarom om voor het onderzoek af te spreken dat iemand anders u naar huis brengt. Voor het onderzoek is geen speciale voorbereiding nodig. U mag van tevoren gewoon eten en drinken.

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd, bijvoorbeeld om een wond te hechten. lees meer

Lokale anesthesie Plaatselijke verdoving

Bij lokale anesthesie wordt een klein stukje huid plaatselijk verdoofd. De plek waar u geopereerd wordt, wordt verdoofd door middel van meerdere prikken (vergelijkbaar met tandarts verdoving). Tijdens de ingreep bent u bij bewustzijn.

Soms wordt deze vorm van anesthesie gecombineerd met sedatie. Om een gedeelte van uw lichaam te verdoven, injecteert de anesthesioloog een verdovend middel rond de zenuwen die op pijn reageren. Meestal zijn de zenuwen die ander gevoel en bewegen mogelijk maken ook tijdelijk uitgeschakeld.

Bijwerkingen

Onvoldoende pijnstilling
Het kan gebeuren dat de verdoving niet voldoende werkt. Als het mogelijk is, krijgt u dan extra verdoving. Helpt dat niet, dan kiest de anesthesioloog samen met u een andere vorm van anesthesie. Bijvoorbeeld extra pijnstillers of algehele anesthesie.

Na de operatie
Het is normaal dat u na de behandeling tintelingen voelt in uw arm of been. Dit komt meestal omdat de verdoving nog niet helemaal is uitgewerkt. Ook kan het zijn dat de zenuw door de verdoving wat geïrriteerd is geraakt.

Toxische reacties
Tijdens of na het aanbrengen van de verdovingsvloeistof kan een deel hiervan in uw bloed terechtkomen. Dit merkt u door een metaalachtige smaak, tintelingen rond de mond, oorsuizen of een onrustig gevoel.

Na de verdoving

Als de verdoving is uitgewerkt krijgt u langzaam weer gevoel terug. Uw wond gaat geleidelijk aan pijn doen. Hiervoor kunt u pijnstillers innemen.


Het onderzoek

De arts verdooft uw huid plaatselijk. Vervolgens maakt de arts een snee van ongeveer 5 mm en prikt met een holle naald in uw spier. Hiermee neemt de arts een stukje spier uit uw bovenbeen. lees meer

Het onderzoek

In de onderzoekskamer gaat u op uw rug op de onderzoeksbank liggen. Daarna verdooft de arts uw huid plaatselijk met een injectie. De polikliniekassistente desinfecteert uw bovenbeen met jodium. Wanneer de verdoving werkt, maakt de arts een snee van ongeveer 5 mm. Vervolgens prikt de arts met een holle naald in uw spier en neemt een stukje spier uit uw bovenbeen. Dit kunt u kort voelen, het kan even pijnlijk zijn. Het voelt alsof u zich bijvoorbeeld stoot aan de hoek van de tafel. Het nemen van het biopt duurt meestal enkele minuten.

Na het onderzoek plakt de polikliniekassistente 3 hechtstrips over het wondje. Deze hechstrips zorgen ervoor dat de wondranden tegen elkaar groeien. Om het wondje te beschermen tegen vocht, plakt de assistent een tegaderm (dit is een soort doorzichtige pleister) over de hechtstrips. Tenslotte brengt de polikliniekassistente een verband aan om extra druk te geven op het wondje om het bloeden te laten stoppen. Het totale onderzoek (inclusief voorlichting en nazorg) duurt 30 minuten.

Na het onderzoek

Het verband kunt u 1 dag na de biopsie verwijderen. De hechtstrips en de tegaderm mag u na 5 dagen verwijderen. Na het onderzoek kunt u uw been direct belasten, maar we raden u aan de eerste dagen niet te sporten. lees meer

Polikliniek Neurologie

Een bezoek aan onze artsen en verpleegkundigen betekent dat er (mogelijk) sprake is van een aandoening aan het zenuw- of spierstelsel. Hiertoe behoren ook de hersenen en het ruggenmerg.

lees meer

De uitslag

De uitslag is na 2 tot 12 weken bekend. Hoe lang het duurt voordat de uitslag bekend is, is afhankelijk van de reden van het biopt. Bij uw volgende bezoek aan de polikliniek brengt de behandelend arts u op de hoogte van de resultaten.

Wetenschap­pelijk onderzoek

Op de polikliniek vragen wij uw toestemming voor wetenschappelijk onderzoek met het restant van het spierbiopt. U bent niet verplicht om hier toestemming te geven. lees meer

Wetenschap­pelijk onderzoek

Op de polikliniek vragen wij om uw toestemming voor wetenschappelijk onderzoek met het restant van het spierbiopt. Dit restant kan gebruikt worden voor verder onderzoek naar de oorzaken, diagnostiek of behandeling van spierziekten. Dit gebeurt uiteraard alleen als er na afloop van het onderzoek naar de oorzaak van uw klachten spiermateriaal overgebleven is. De resultaten van het wetenschappelijk onderzoek kunnen worden gebruikt voor een publicatie in een tijdschrift voor artsen en onderzoekers.

De gegevens van uw spierbiopt worden anoniem verwerkt. Als dit niet mogelijk is, wordt dit voorafgaand aan de publicatie met u overlegd. U bent niet verplicht om toestemming te geven. Uw beslissing heeft geen invloed op de behandeling die u krijgt. U kunt uw toestemming op elk moment intrekken. Als u vragen heeft, kunt u die stellen aan de arts of nurse practicioner die het spierbiopt bij u verricht. Als u toestemming geeft, zult u gevraagd worden om een toestemmingsformulier te ondertekenen.
  • Medewerkers
  • Intranet