Over aortaklepstenose
De TAVI-procedure is nodig vanwege een ernstige vernauwing van de aortaklep (aortaklepstenose). lees meerOver aortaklepstenose
TAVI staat voor Transcatheter Aortic Valve Implantation. Hierbij brengen we een biologische aortaklepprothese in via een liesslagader of via een slagader onder het sleutelbeen. Deze ingreep is nodig vanwege een ernstige vernauwing van de aortaklep (aortaklepstenose).
Wat is een aortaklepstenose?
In het hart zitten 4 kleppen die ervoor zorgen dat het bloed bij elke hartslag maar één kant op kan. Eén van deze kleppen is de aortaklep. Via deze klep stroomt het bloed vanuit het hart naar alle delen van het lichaam. Bij u is de aortaklep vernauwd, waardoor de linker hartkamer hard moet werken om het bloed in de grote lichaamsslagader (aorta) te pompen.
U zult hierdoor klachten ervaren als:
- vermoeidheid
- kortademigheid
- pijn op de borst
Hoe ontstaat een vernauwde aortaklep?
De belangrijkste oorzaak van het vernauwd raken van de aortaklep is veroudering. Door veroudering treedt verkalking van de klep op en worden de klepbladen minder soepel. Het gevolg is dat het bloed minder goed door de klep kan stromen omdat de klep niet goed opent en sluit. Hierdoor ontstaat een belemmering van de bloedstroom.
Zodra iemand klachten krijgt door een ernstige vernauwing van de aortaklep is er een reden om de aortaklep te vervangen. Dit is vooral nodig om patiënten van hun klachten af te helpen en hiermee de kwaliteit van leven te verbeteren.
Wat is een TAVI?
TAVI (Transcatheter Aortic Valve Implantation) is een aortaklepvervanging met behulp van een katheter. De nieuwe aortaklep bestaat uit biologisch materiaal en wordt via een katheter op de plaats van de oude vernauwde klep geplaatst. lees meerWat is een TAVI?
TAVI (Transcatheter Aortic Valve Implantation) is een aortaklepvervanging met behulp van een katheter. De nieuwe aortaklep bestaat uit biologisch materiaal en wordt via een katheter op de plaats van de oude vernauwde klep geplaatst.
In het Radboudumc wordt een TAVI meestal uitgevoerd via de slagader in de lies. Daarnaast zijn er nog drie andere toegangsroutes waardoor de klepimplantatie kan worden verricht. Om de definitieve toegangsroute te bepalen, maken we een CT-scan . Bij dit onderzoek beoordeelt de arts de eigenschappen van het hart en de grote vaten. In het bijzonder de afmetingen van de aortaklep, de hoeveelheid kalk, en de afmetingen en afwijkingen van de slagaders.
De toegangsroute bij een TAVI:
- Via de slagader onder het sleutelbeen
- Via de liesslagader
- Via de punt van het hart, tussen de ribbenboog door
- Via de grote lichaamsslagader (aorta) vlak boven het hart
Wat is het effect op uw gezondheid?
Het merendeel van de patiënten merkt een duidelijke vermindering van de klachten. Houd er wel rekening mee dat klachten die niet door de hartklepvernauwing worden veroorzaakt niet verbeteren, bijvoorbeeld longklachten.Komt u in aanmerking voor een TAVI?
De arts heeft al met u besproken dat u mogelijk in aanmerking komt voor een TAVI. Het definitieve besluit hiervoor wordt genomen tijdens het bezoek aan de pré-operatieve TAVI polikliniek. lees meerKomt u in aanmerking voor een TAVI?
De arts heeft al met u besproken dat u mogelijk in aanmerking komt voor een TAVI. Het definitieve besluit hiervoor wordt genomen tijdens het bezoek aan de pré-operatieve TAVI polikliniek.
-
Tijdens dit bezoek heeft u een gesprek met een case-manager, cardioloog of hartchirurg en een anesthesioloog. Tijdens dit gesprek bekijken we of de operatie extra gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Ook vragen we naar uw klachten, doen we lichamelijk onderzoek en krijgt u uitleg over de operatie.
Mogelijk heeft u een gesprek met een klinisch geriater. Deze arts is gespecialiseerd in ouderenzorg. Hij of zij bekijkt of er nog andere aspecten van invloed zijn op de operatie. De arts bespreekt de klachten met u, maar vraagt ook naar de thuissituatie en naar uw mentaal functioneren. Deze arts neemt ook een korte geheugentest en een looptest bij u af.
U krijgt een aantal routine-onderzoeken: bloedafname, ECG (hartfilmpje), urine afname en röntgenfoto van hart en longen.
Meteen na deze gesprekken besluit de arts of u in aanmerking komt voor een TAVI procedure. -
In sommige gevallen is het nodig om nog aanvullend onderzoek te doen. Bijvoorbeeld een hartkatheterisatie, met eventueel een dotterbehandeling wanneer er sprake is van één of meer ernstige vernauwingen in de kransslagaders. Andere mogelijke onderzoeken zijn: een echo van het hart, bloedonderzoek en een longfunctieonderzoek. Soms wordt u voor verder onderzoek doorverwezen naar een andere specialist.
-
Na het bezoek aan de pré-operatieve TAVI polikliniek en afronding van de onderzoeken beslist het TAVI-team definitief wanneer de TAVI-procedure gepland wordt. Ook beslist het team via welke toegangsweg de procedure uitgevoerd wordt. Ongeveer een week voor opname krijgt u telefonisch bericht over de opnamedatum en behandeldatum.
Uw voorbereiding op de operatie
Verloop van de ingreep
U wordt één dag voor de ingreep opgenomen op de verpleegafdeling Cardiologie. Het is mogelijk dat u voor de ingreep met bepaalde medicijnen moet stoppen. lees meerVerloop van de ingreep
Opname
U wordt één dag voor de ingreep opgenomen op de verpleegafdeling Cardiologie. Het is mogelijk dat u voor de ingreep met bepaalde medicijnen moet stoppen. Bij de oproep voor de ingreep hoort u welke medicijnen dit zijn en wanneer u er mee moet stoppen. Het is belangrijk dat u bij de opname alle medicatie die u gebruikt meeneemt in de originele verpakking, ook de medicatie waar u tijdelijk mee moet stoppen. Omdat u tijdens de opname op verschillende afdelingen verblijft, raden wij u aan om maximaal 1 tas met persoonlijke spullen mee te nemen.
Op de afdeling vertelt de verpleegkundige u wat er gaat gebeuren tijdens de opname. Ook wordt er bloed afgenomen, een hartfilmpje gemaakt en worden er controles gedaan. De zaalarts controleert de medische gegevens. De hartchirurg die de TAVI procedure uit gaat voeren, komt ook bij u langs.
Dag van de ingreep
Op de dag van de ingreep bent u nuchter vanaf 0.00 uur ’s nachts. Uiteraard kunt u ’s ochtends nog wel een slokje water drinken bij het innemen van uw medicatie. U krijgt daarna de mogelijkheid om uzelf te douchen en/of verzorgen. Voor de ingreep doet u sieraden af en uw gebitsprothese en gehoorapparaten uit.
-
- Op de operatiekamer krijgt u een infuus met een licht slaapmiddel toegediend.
- Daarna verdoven we uw liezen en krijgt u drie grote infusen. We gebruiken een infuus om een tijdelijke pacemaker in te brengen om tijdens de procedure uw hartritme te versnellen. Deze tijdelijke pacemaker kan eventueel ook gebruikt worden om na het plaatsen van de nieuwe aortaklep uw hartritme over te nemen.
- De interventiecardioloog brengt ook een katheter in uw lies om contrastopnames te kunnen maken. Dit houdt in dat u via een katheter contrastvloeistof krijgt om uw vaten goed in beeld te brengen op de röntgenopnames.
- Via uw andere lies plaatsen via het grote infuus een katheter in de grote lichaamsslagader (aorta). Door deze katheter brengen we een ballon naar het hart die we in de vernauwde aortaklep plaatsen. De ballon drukt de vernauwde aortaklep in de wand.
- Vervolgens plaatsen we via dezelfde katheter een nieuwe aortaklep op de plek van de oude vernauwde klep. De nieuwe aortaklep werkt meteen.
- Inclusief voorbereidingen duurt de behandeling ongeveer 2 uur. Na de ingreep gaat u ter observatie naar de afdeling Hartbewaking.
- Direct na de procedure brengt de hartchirurg uw familie of contactpersoon op de hoogte van het verloop van de ingreep.
-
- Op de operatiekamer wordt u onder narcose gebracht.
- Daarna krijgt u een groot infuus in uw hals waarmee we tijdens (en eventueel na) de procedure medicatie kunnen geven. We gebruiken dit infuus ook om hierdoor een tijdelijke pacemaker in te brengen om tijdens de procedure uw hartritme te versnellen. Deze tijdelijke pacemaker kan eventueel ook gebruikt worden om na het plaatsen van de nieuwe aortaklep uw hartritme over te nemen.
- De interventiecardioloog brengt via de lies een katheter in om contrastopnames te kunnen maken. Dit houdt in dat u via een katheter contrastvloeistof krijgt om uw vaten goed in beeld te brengen op de röntgenopnames.
- De hartchirurg legt de slagader onder het sleutelbeen vrij. Via deze slagader plaatst de chirurg een katheter in de aorta. Door deze katheter wordt een ballon naar het hart gebracht en in de vernauwde aortaklep geplaatst. Deze ballon drukt de vernauwde aortaklep in de wand.
- Vervolgens wordt via dezelfde katheter een nieuwe aortaklep geplaatst op de plek van de oude vernauwde klep.
- De nieuwe aortaklep werkt meteen. Er wordt een drain geplaatst na het sluiten van de wond voor eventueel wondvocht.
- Inclusief voorbereidingen duurt de behandeling ongeveer 2 à 3 uur. Na de ingreep gaat u ter observatie naar de Intensive Care. Direct na de procedure stelt de hartchirurg uw familie of contactpersoon op de hoogte over het verloop van de procedure.
-
- Op de operatiekamer wordt u onder narcose gebracht.
- Daarna krijgt u een groot infuus in uw hals waarmee we tijdens (en eventueel na) de procedure medicatie kunnen geven. Ook wordt hierdoor een tijdelijke pacemaker ingebracht om tijdens de procedure uw hartritme te versnellen. De tijdelijke pacemaker kan eventueel ook gebruikt worden om na het plaatsen van de nieuwe aortaklep uw hartritme over te nemen.
- De interventiecardioloog brengt via de lies een katheter in om contrastopnames te kunnen maken.
- De hartchirurg maakt een kleine opening in de borstwand (tussen de ribben).De ingreep vindt plaats via deze kleine opening in de borstwand.
- Eerst drukt de ballon de vernauwde aortaklep in de wand van de aorta.
- Dan wordt met een katheter de nieuwe aortaklep geplaatst ter hoogte van de oude vernauwde klep.
- De nieuwe aortaklep werkt direct. Er wordt een drain geplaatst na het sluiten van de wond voor eventueel wondvocht.
- Inclusief voorbereidingen duurt de behandeling ongeveer 2 à 3uur. Na de ingreep gaat u ter observatie naar de Intensive Care. Direct na de procedure stelt de hartchirurg uw familie of contactpersoon op de hoogte over het verloop van de procedure.
Behandeling Anesthesie
Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.
lees meerRisico’s
Zoals bij elke operatie heeft ook de TAVI procedure risico’s. Er zijn een aantal mogelijke complicaties:- Een hart- of herseninfarct en bloedingen. De gezondheidstoestand van uw bloedvaten bepaalt mede de kans op een hart- of herseninfarct. Een infarct kan ontstaan door het losschieten van stukjes kalk waardoor een bloedvat verstopt raakt.
- Geleidings- en hartritmestoornissen. Tijdens de ingreep kunnen zenuwen die zorgen voor de elektrische geleiding in het hart beschadigd raken. U krijgt daarom tijdens de ingreep een tijdelijke pacemaker die in de meeste gevallen direct na de ingreep verwijderd kan worden. In ongeveer 10-15% van de gevallen herstelt de geleiding zich niet en heeft u een definitieve pacemaker nodig.
- Een bloeduitstorting (hematoom) of nabloeding bij de slagader onder het sleutelbeen of in de lies.
- Delier (tijdelijke verwardheid).
Na de ingreep
Op de Intensive Care wordt u aangesloten aan apparatuur voor de voortdurende bewaking van uw hartslag, bloeddruk en ademhaling. Als u weer thuis bent is het belangrijk dat u voldoende beweegt. lees meerNa de ingreep
Op de Intensive Care of Hartbewaking wordt u aangesloten aan apparatuur voor de voortdurende bewaking van uw hartslag, bloeddruk en ademhaling. U heeft mogelijk een infuus, tijdelijke pacemakerdraad, een urinekatheter, een drain bij de wond en u heeft misschien korte tijd zuurstof nodig.
Afhankelijk van het verloop van uw herstel wordt u dezelfde dag of de dag na de ingreep overgeplaatst naar de Hartbewaking, Verpleegafdeling of Medium Care. U verblijft hier één tot enkele dagen waarna u weer terug kunt naar een verpleegafdeling van het Radboudumc of de verpleegafdeling van uw eigen ziekenhuis. De opname duurt meestal 4 dagen (inclusief de opname in uw eigen ziekenhuis). Dit is afhankelijk van eventuele complicaties. Soms is thuiszorg/revalidatie nodig na de ziekenhuisopname.
Hartrevalidatie
We kunnen u bij ontslag verwijzen naar de hartrevalidatie. De hartrevalidatie is een programma onder begeleiding van gespecialiseerde fysiotherapeuten en een cardioloog om uw herstel te bevorderen. Maak uw wens met betrekking tot deelname aan de hartrevalidatie gerust bespreekbaar met uw behandelend fysiotherapeut.
Doelen van hartrevalidatie kunnen zijn:
- Leren omgaan met lichamelijke grenzen.
- Leren omgaan met lichamelijke beperkingen.
- Verbeteren van het inspanningsvermogen.
- Inzicht krijgen tussen inspanningsvermogen en klachten.
- Verminderen van angst voor inspanning.
- Ontwikkelen/onderhouden van een gezonde en lichamelijk actieve leefstijl.
Poliklinische controle
Na de opname krijgt u na 6 weken een poliklinische controle in het Radboudumc. Er wordt dan een echo van uw hart gemaakt. Daarna heeft u een afspraak bij de cardioloog en de casemanager.
Beweegadviezen na ontslag
Deze beweegadviezen kunnen helpen bij een spoedig herstel. Probeer dagelijks twee maal te wandelen en bouw de activiteiten iedere dag een stukje uit. lees meerBeweegadviezen na ontslag
Onderstaande beweegadviezen kunnen helpen bij een spoedig herstel. Iedereen herstelt op zijn eigen tempo. In de eerste fase van het herstel kunt u zich vermoeider voelen dan normaal, maar dat zou voorbij moeten gaan als u meer conditie en vertrouwen heeft opgebouwd.
Probeer wanneer u voor de eerste keer thuis gaat lopen een vergelijkbare afstand en een vergelijkbaar tempo aan te houden zoals tijdens uw wandelingen in het ziekenhuis. U legt een geschikte afstand af wanneer u enige kortademigheid ervaart bij een prettig tempo. Denk eraan dat u ook altijd nog terug moet lopen. Met koud of regenachtig weer kunt u buiten wandelen, maar trek dan voldoende kleding aan.Probeer dagelijks twee maal te wandelen en breid uw activiteiten iedere dag uit met een aantal minuten. Het is wenselijk dat u binnen 5 à 10 minuten herstelt van uw inspanning. Wanneer dit niet gebeurt kunt u uw activiteiten aanpassen door bijvoorbeeld minder snel of minder ver te wandelen. Verder adviseren we om te bewegen op geleide van eventuele pijnklachten en niets te forceren. Bij de volgende aanwijzingen van overbelasting is het verstandig te stoppen met inspannen:
- Pijn of drukkend gevoel op de borst.
- Kortademigheid die niet in verhouding staat tot uw geleverde inspanning.
- Abnormale vermoeidheid die niet in verhouding staat tot uw geleverde inspanning.
- Toename van vocht in uw hele lichaam, armen of benen.
- Onregelmatige hartslag.
- Flauwvallen.
- Overmatige transpiratie, bleekheid, misselijkheid of duizeligheid.
Eerste week thuis
Wandel de eerste dagen rondom uw huis en tuin en breid daarna de afstand uit in de straat. U kunt de afstand dagelijks vergroten door bijvoorbeeld door te lopen naar de volgende lantaarnpaal, het volgende bankje of het volgende huis.
Doe het thuis rustig aan. Een kleine afwas of het maken van een kleine maaltijd is prima. Er mag bezoek komen, maar niet te veel en niet te lang. U mag met uw kinderen of kleinkinderen spelen, maar u mag hen niet optillen of dragen. U kunt lichte hobby’s weer oppakken, zoals handwerken, schilderen, puzzelen en het doen van gezelschapsspelletjes. U mag na de lunch uitrusten op bed en probeer op tijd te gaan slapen.
Loop rustig de trap op en af. Stop als u moet rusten, kortademig wordt en/of ongemak ervaart. Indien u een ingreep via de lies heeft gehad, is het mogelijk dat u enige trekkende pijn in de lies voelt bij het traplopen.
Tweede week thuis
Probeer actiever te worden in- en rondom het huis. U kunt lichte huishoudelijke taken doen, zoals afstoffen en afwassen. Neem ’s middags kortere rustperiodes in de stoel en vermijd rust op bed. Ga door met uw dagelijkse, lichte wandelingen buiten huis en bouw deze geleidelijk op. Loop gerust naar de lokale supermarkt of naar winkels wanneer deze dichtbij zijn.
Derde week thuis
U kunt huishoudelijke taken verder uitbreiden, zoals het doen van machinewas. U kunt lichte sociale activiteiten weer oppakken. Ga bijvoorbeeld op bezoek bij vrienden of familie. Rust uit wanneer nodig. U mag winkelen in het dorp/de stad, maar draag daarbij niet te zware tassen.
Vierde week thuis
U kunt sociale activiteiten verder uitbreiden, zoals naar het koor of de biljartclub gaan. Probeer te rusten wanneer dit nodig is. U mag weer gebruik maken van het openbaar vervoer.
Week vijf en zes
Het is goed als u in deze periode de meeste dagelijkse bezigheden zoals voor de operatie weer opgepakt heeft en probeer daarnaast ongeveer 20 à 30 minuten te lopen. In overleg met een fysiotherapeut of uw trainer kunt u rustig aan beginnen met fietsen. Houd hierbij rekening met eventuele tegenwind en heuvels. Als u wilt zwemmen is het gewenst om uw wond te laten controleren door de (huis)arts.
Na 6 weken
U mag stofzuigen, tillen en bewegen zo veel als goed voor u voelt. Probeer alle activiteiten geleidelijk op te bouwen en actief te blijven. Bespreek specifieke activiteiten met een fysiotherapeut. In overleg met een fysiotherapeut of uw trainer kunt rustig aan uw sport hervatten.
Tillen
Bij een ingreep via uw lies of sleutelbeen, is het verstandig de eerste twee weken maximaal twee kilo te tillen. Na de derde week mag u dit uitbreiden naar vijf kilo. Probeer tijdens het tillen uit te blazen door uw mond en uw rug goed te rechten. Na zes weken mag u tillen en bewegen zoveel als goed voor u voelt.
Vragen?
Contact
Met vragen over afspraken, aanvullende onderzoek of over de geplande operatie kunt u bellen naar het telefonisch spreekuur.
Telefonisch spreekuur:
- Dinsdag van 13:00 tot 15:00 uur
- Donderdag van 14:00 tot 16:00 uur
Bellen naar: 06-15034764.
Bij toename van klachten dient u contact te zoeken met u eigen cardioloog.
Vragen over ingreep
Casemanagers TAVI: Kim van Miert en Femke Vedder:
- Vragen kunt u stellen via mijnRadboud.
- Afspraak of telefonisch contact via het planbureau Cardiologie.
GIDZ: Geriatrie In De Ziekenhuizen
Het geriatrisch consultatieteam ondersteunt verschillende afdelingen met hun specifieke kennis en ervaring bij de zorg voor kwetsbare ouderen.
lees meerOnze mensen
Afdeling Cardiologie
De afdeling Cardiologie houdt zich bezig met hart- en vaatziekten bij volwassenen. lees meerVerpleegafdeling Hart, Vaat en Long C4
Op de verpleegafdeling Hart, Vaat en Long (C4) werken de volgende specialismen nauw met elkaar samen: Cardiologie, Cardio-thoracale Chirurgie, Longziekten en Heelkunde.
lees meer