Patiëntenzorg Behandelingen Operatie bij urologische fistels

Verschillende behandelingen

De operatie wordt afgestemd op de plaats waar de fistel zich bevindt.
  • Er zijn 2 manieren om vesico-vaginale fistels te behandelen.

    lees meer


    Blaas en vagina

    Vesico vaginale fistel

    Er zijn 2 manieren om vesico-vaginale fistels te behandelen.

    Benadering fistel via de vagina

    Hierbij wordt via een snee in de vagina de fistel geopereerd. De fistel wordt in meerdere lagen met oplosbare hechtingen gesloten.
    Eventueel wordt er nog een extra laag aangebracht in de wond om een terugkeer (recidief) van een fistel te voorkomen (Martiusplastiek). Hierbij wordt vetweefsel vanuit uw grote schaamlip naar het wondgebied gebracht. De uroloog bespreekt vooraf met u of dit nodig is en wat de gevolgen hiervan zijn op gebied van hinder, complicaties (bloeding/infectie/pijn) en cosmetiek (hoe het eruit ziet).
    Tijdens de operatie wordt een katheter via de plasbuis ingebracht, zodat de urine via de katheter continu wegloopt. Deze katheter houdt u na de operatie nog een tijd in als u met ontslag gaat.

    Benadering fistel via de buik

    Hierbij wordt via een snee in de onderbuik en door de blaas de fistel geopereerd. De fistel wordt in meerdere lagen met oplosbare hechtingen gesloten.
    Eventueel wordt er nog een extra laag aangebracht in de wond om een terugkeer (recidief) van een fistel te voorkomen (Omentumplastiek). Hierbij wordt een weefselflap die zich in de buik bevindt naar het wondgebied gebracht. De uroloog bespreekt vooraf met u of dit nodig is en wat de gevolgen hiervan zijn.
    Tijdens de operatie wordt een katheter via de plasbuis ingebracht, zodat de urine via de katheter continu wegloopt. Deze katheter houdt u na de operatie nog een tijd in als u met ontslag gaat.
     

  • Endeldarm en plasbuis

    Recto-urethrale fistel

    Hierbij wordt via een snee door de anus en het rectum de fistel geopereerd (York Mason procedure). De fistel wordt in meerdere lagen met oplosbare hechtingen gesloten.
    Eventueel wordt er nog een extra laag aangebracht in de wond om een terugkeer (recidief) van een fistel te voorkomen (Gracilisplastiek). Hierbij wordt een spier uit uw bovenbeen naar het wondgebied gebracht. De uroloog bespreekt vooraf met u of dit nodig is en wat de gevolgen hiervan zijn op het gebied van hinder, complicaties (bloeding/infectie/pijn) en cosmetiek (hoe het eruit ziet).
    Tijdens de operatie wordt een katheter via de plasbuis ingebracht, zodat de urine via de katheter continu wegloopt. Deze katheter houdt u na de operatie nog een tijd in als u met ontslag gaat.
     

  • Urineleider en vagina

    Uretero-vaginale fistel

    Hierbij wordt via een snee in de buik de urineleider doorgenomen op een plaats voordat de urine de fistel heeft bereikt. In de blaas wordt een gaatje gemaakt, waar de urineleider wordt gehecht. Hierbij wordt een slangetje ingebracht. Dit slangetje zorgt tijdens de genezing voor ondersteuning van de nieuwe verbinding tussen urineleider en blaas. Dit slangetje kan geheel vanbinnen zitten en wordt dan meestal 2-3 weken later op de poli verwijderd via de plasbuis en de blaas. Of het slangetje komt er via de huid van de buik uit en wordt dan tijdens de opname na 5-7 dagen verwijderd.
    Soms is het nodig om de blaas tijdens de operatie wat te vervormen om de urineleider en de blaas weer bij elkaar te brengen (Psoas hitch, Boari flap). Dit bespreekt de uroloog vooraf met u.
    Tijdens de operatie wordt een katheter via de plasbuis ingebracht, zodat de urine via de katheter continu wegloopt. Deze katheter houdt u na de operatie nog een paar dagen en wordt meestal tijdens de opname verwijderd, voordat u met ontslag gaat.
    Ook kan er tijdens de operatie een drain worden ingebracht via de huid van de buik. Dit is een slangetje dat wondvocht af kan voeren na de operatie. Dit slangetje kan in de dagen na de operatie tijdens de opname worden verwijderd.
     

  • Urineleider en darm

    Uretero-enterale fistel

    Hierbij wordt via een snee in de buik de fistel weggehaald. Een darmchirurg en een uroloog voeren de operatie uit.
    De chirurg haalt hierbij aan de zijde van de darm meestal een stukje darm weg, waarbij er weer een nieuwe verbinding van de darm wordt gemaakt. Dit bespreekt de chirurg vooraf met u.
    De uroloog haalt hierbij aan de zijde van de urineleider meestal een stukje urineleider weg, waarbij soms de urineleider weer met elkaar verbonden kan worden. Tijdelijk wordt er een slangetje ingebracht om de nieuwe verbinding te ondersteunen. Dit slangetje kan geheel vanbinnen zitten en wordt dan meestal 2-3 weken later op de poli verwijderd via de plasbuis en de blaas. Vaak wordt ook de urineleider doorgenomen op een plaats voordat de urine de fistel heeft bereikt. In de blaas wordt een gaatje gemaakt, waar de urineleider wordt gehecht. Hierbij wordt een slangetje ingebracht. Dit slangetje zorgt tijdens de genezing voor ondersteuning van de nieuwe verbinding tussen urineleider en blaas. Dit slangetje kan geheel vanbinnen zitten en wordt dan meestal 2-3 weken later op de poli verwijderd via de plasbuis en de blaas. Of het komt er via de huid van de buik uit en wordt dan tijdens de opname na 5-7 dagen verwijderd.
    Soms is het nodig om de blaas tijdens de operatie wat te vervormen om de urineleider en de blaas weer bij elkaar te brengen (Psoas hitch, Boari flap). Dit bespreekt de uroloog vooraf met u.
    Tijdens de operatie wordt een katheter via de plasbuis ingebracht, zodat de urine via de katheter continu wegloopt. Deze katheter houdt u na de operatie nog een paar dagen en wordt meestal tijdens de opname verwijderd, voordat u met ontslag gaat.
    Ook kan er tijdens de operatie een drain worden ingebracht via de huid van de buik. Dit is een slangetje dat wondvocht af kan voeren na de operatie. Dit slangetje kan in de dagen na de operatie tijdens de opname worden verwijderd.

  • Darm en blaas

    Entero-vesicale fistel

    Hierbij wordt via een snee in de buik de fistel weggehaald. Een darmchirurg en een uroloog voeren de operatie uit.
    De chirurg haalt hierbij aan de zijde van de darm meestal een stukje darm weg, waarbij er weer een nieuwe verbinding van de darm wordt gemaakt. Dit bespreekt de chirurg vooraf met u.
    De uroloog haalt hierbij aan de zijde van de blaas een stukje van de blaas weg en sluit de blaas weer.
    Tijdens de operatie wordt een katheter via de plasbuis ingebracht, zodat de urine via de katheter continu wegloopt. Deze katheter houdt u na de operatie nog een paar dagen en wordt meestal tijdens de opname verwijderd, voordat u met ontslag gaat.
    Ook kan er tijdens de operatie een drain worden ingebracht via de huid van de buik. Dit is een slangetje dat wondvocht af kan voeren na de operatie. Dit slangetje kan in de dagen na de operatie tijdens de opname worden verwijderd.
     

Contact

Polikliniek Urologie

Dagelijks bereikbaar van 8.00 tot 17.00 uur.
(024) 361 38 03

Fistels

Een fistel is een verbinding tussen twee organen die niet van nature bestaat, maar die meestal ontstaat als gevolg van een operatie waarbij een complicatie optreedt of waarna de wond niet goed geneest. lees meer

Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

Na de operatie Waar moet u rekening mee houden?

Afhankelijk van de soort operatie die u heeft gehad, moet u rekening houden met een aantal zaken. lees meer

Na de operatie Waar moet u rekening mee houden?

  • Na de operatie gaat u naar de uitslaapafdeling totdat u wakker bent van de narcose of de ruggenprik is uitgewerkt. Als u fit genoeg bent, gaat u weer terug naar de verpleegafdeling.
  • Afhankelijk van de soort fistel en operatie die u heeft gehad, wordt u 1-7 nachten opgenomen. De arts bespreekt dit vooraf met u.
  • Als u tijdens de operatie een drain voor het wondvocht heeft gekregen, wordt deze tijdens de opname verwijderd als de wondvochtproductie ver genoeg is afgenomen. De zaalarts beoordeelt dit dagelijks.
  • Als u een katheter via de plasbuis heeft gekregen, is het afhankelijk van de soort fistel of de katheter tijdens de opname al kan worden verwijderd of dat u hiermee naar huis gaat. De uroloog bespreekt dit voorafgaand aan de operatie met u.
  • Als uw katheter tijdens de opname verwijderd mag worden geldt het volgende: Nadat we de katheter hebben verwijderd, probeert u zelf te plassen. Als u voelt dat u moet plassen, gaat u naar het toilet om dit te proberen. U gaat ontspannen op het toilet zitten en perst niet. Het plassen moet vanzelf gaan. De verpleegkundige controleert met een scanner of uw blaas daarna goed leeg is. U mag naar huis als u kunt plassen en er geen urine meer in uw blaas achterblijft. Lukt het plassen niet? Dan krijgt u opnieuw de katheter tijdelijk terug en kunt u naar huis.
  • Als uw katheter ook na de opname nog een tijd moet blijven zitten, krijgt u verdere uitleg op de afdeling over het gebruik hiervan.

Aandachtspunten

Deze aandachtspunten gelden na ontslag uit het ziekenhuis. lees meer

Aandachtspunten

  • De eerste 2 weken mag u niet in bad of zwemmen. Kort douchen mag wel. Als na 2 weken de wondjes netjes dicht zijn, mag u ook weer in bad. U krijgt hierover verdere uitleg tijdens de opname op de afdeling.
  • Fiets de eerste 6 weken niet.
  • De eerste 6 weken mag u niet te veel bewegen of zwaar tillen. Daarna kunt u uw activiteiten uitbreiden. Pijn en vermoeidheid zijn meestal signalen dat u te veel heeft gedaan. De meeste sporten kunt u na 6 weken weer doen. Het is juist de bedoeling dat u na de operatie weer volledig actief kunt zijn. Bespreek dit met uw arts bij de controle na de operatie.
  • De eerste 6 weken na de operatie mag u niet persen als u naar de toilet gaat. Zorg daarom voor een zachte ontlasting.
  • De hechtingen lossen vanzelf op.
  • Als u met een katheter via de plasbuis naar huis bent gegaan, houd de opvangzak dan altijd lager dan het niveau van de blaas, zodat de urine goed af kan lopen. Controleer regelmatig of de katheter niet verstopt zit.

Complicaties

Aan elke operatie zijn risico’s verbonden, zoals een nabloeding, infectie of nadelige gevolgen van de ruggenprik of narcose. Daarnaast zijn bij deze operatie andere complicaties mogelijk, die de uroloog voorafgaand aan de operatie met u bespreekt omdat deze per soort fistel en operatie verschillen.

Wanneer contact opnemen?

Als u thuis last krijgt van onderstaande klachten, neem dan contact op tijdens kantooruren met de polikliniek Urologie en buiten kantooruren met de verpleegafdeling Urologie.
  • ernstige, aanhoudende pijn
  • flinke roodheid, zwelling en warmte bij de operatiewonden
  • koorts boven de 38,5 graden Celsius

Naar uw afspraak adres en route

Ingang: Hoofdingang
Gebouw: C
Verdieping: 0
Route: 725

bekijk route

Naar uw afspraak adres en route

Bezoekadres

Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen

Routebeschrijving

Reis naar Geert Grooteplein Zuid 10
Ga naar binnen bij: Hoofdingang
Ga naar Gebouw C, Verdieping 0 en volg route 725

Meer informatie


Afdeling Urologie

De specialisten van de afdeling Urologie onderzoeken en behandelen patiënten met aandoeningen aan de nieren, urinewegen of geslachtsorganen.

lees meer

Uw opname bij het Radboudumc

Wordt u binnenkort opgenomen op een van onze verpleegafdelingen? Of bent u met spoed bij ons opgenomen? Dan komt er veel op u af. Hier vindt u informatie over het voorbereiden op een opname, de opnamedag, uw verblijf en uw ontslag.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet