Vragen over de opzet van TEMPO

Wat is TEMPO?

TEMPO is een wetenschappelijk onderzoek hoe de antidepressiva paroxetine en venlafaxine beter afgebouwd kunnen worden. Antidepressiva zijn veel voorgeschreven medicijnen die worden gebruikt bij depressies, maar ook bijvoorbeeld tegen angst en dwang. Het TEMPO-onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de academische ziekenhuizen in Amsterdam en Nijmegen.

Wat wordt er onderzocht?

In het TEMPO-onderzoek wordt onderzocht hoe antidepressiva kunnen worden afgebouwd. Deelnemers worden ingedeeld in twee groepen. Beide groepen bouwen het antidepressivum af. Het verschil tussen de groepen zit in het tempo en de grootte van de afbouwstappen. We onderzoeken hoeveel mensen het in beide groepen lukt om het antidepressivum af te bouwen, en of dit aantal verschilt tussen beide groepen. Ook wordt gekeken naar onttrekkingsverschijnselen. Onttrekkingsverschijnselen zijn klachten die kunnen optreden tijdens of na het afbouwen van een antidepressivum. We kijken ook naar hoeveel mensen na het afbouwen (onverhoopt) opnieuw depressieve klachten krijgen.

Is er voldoende bewijs voor langzaam afbouwen?

We weten nog weinig over hoe antidepressiva het beste kunnen worden afgebouwd. In 2018 is er door artsen, patiënten en apothekers een multidisciplinair document ‘Afbouwen SSRI’s en SNRI’s’ opgesteld, waarin aanbevelingen staan over hoe antidepressiva zoals paroxetine en venlafaxine kunnen worden afgebouwd. Dit document geeft handvatten voor artsen, patiënten en apothekers, maar is beperkt wetenschappelijk onderbouwd. Ook de auteurs van dit document geven aan dat meer onderzoek naar het afbouwen van antidepressiva nodig is voor wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen.

Wat voor soort onderzoek is TEMPO?

In het onderzoek worden twee afbouwschema’s vergeleken. Met loting wordt bepaald welk afbouwschema een deelnemer volgt. We noemen dit randomiseren. Zowel de deelnemer als de onderzoekers weten pas achteraf welk afbouwschema de deelnemer heeft gevolgd. Tijdens het onderzoek weten de deelnemer en de onderzoeker niet hoe er afgebouwd wordt. Dit heet dubbelblind. Dit is nodig om te zorgen dat (positieve en negatieve) verwachtingen geen bepalende rol spelen. Het TEMPO onderzoek is dus een gerandomiseerd, dubbelblind onderzoek.

Waarom wordt het onderzoek gerandomiseerd uitgevoerd?

Het is belangrijk om de groepen te randomiseren (dus loting bepaalt in welke groep iemand komt). Dit zorgt ervoor dat de twee groepen vergelijkbaar zijn. Het is belangrijk dat dit gebeurt, omdat anders in de ene groep heel andere mensen zouden kunnen zitten dan in de andere (bijvoorbeeld veel ouder, of veel meer mannen of vrouwen en welke antidepressiva iemand slikt en hoelang die al zijn gebruikt). Dit zou de resultaten van TEMPO kunnen beïnvloeden.

Waarom wordt het onderzoek dubbelblind uitgevoerd?

Wat iemand verwacht van het afbouwen van antidepressiva kan invloed hebben op het krijgen van onttrekkingsverschijnselen of het mogelijk terugkeren van de depressieve klachten. Wanneer de deelnemer weet wanneer en hoeveel de dosis verlaagd wordt, is er meer kans dat iemand juist dan onttrekkingsverschijnselen of depressieve klachten opmerkt.

Ook kan iemands eigen voorkeur voor een afbouwschema een rol spelen. Als de deelnemer weet in welke afbouwgroep hij of zij zit, kan iemand juist positief of minder positief tegenover de medicatie en het afbouwschema staan. Dit geldt ook voor de onderzoekers die de effecten beoordelen.

Door het onderzoek dubbelblind uit te voeren weten deelnemer en onderzoeker dus niet welk van de twee afbouwschema’s gevolgd wordt. Daarmee is er minder vertekening voor iemands verwachtingen en kunnen de twee schema’s van afbouwen zuiverder met elkaar vergeleken worden.

Waarom onderzoekt TEMPO alleen de antidepressiva paroxetine en venlafaxine?

Van antidepressiva die snel het lichaam verlaten, zoals paroxetine en venlafaxine, is bekend dat zij vaker onttrekkingsverschijnselen geven tijdens het afbouwen, vergeleken met andere antidepressiva. Paroxetine en venlafaxine worden veel gebruikt in Nederland. Daarom is het belangrijk om juist bij deze twee antidepressiva te onderzoeken hoe ze veilig afgebouwd kunnen worden.
Bron:
Multidisciplinair document Afbouwen ‘SSRI’s & SNRI’s’

Waarom onderzoekt TEMPO alleen de afbouw bij mensen die antidepressiva gebruiken vanwege een depressie?

Antidepressiva worden om verschillende redenen gebruikt. Dit kan bij een depressie, maar bijvoorbeeld ook bij angst en dwang. Het TEMPO onderzoek richt zich eerst op depressie omdat dit vaak voorkomt, en we op deze manier ook beter inzicht krijgen in het terugkeren van depressive klachten. De resultaten zullen ook bruikbaar zijn bij het afbouwen van antidepressiva bij andere aandoeningen dan depressie.

Zal TEMPO alle vragen over het stoppen beantwoorden?

TEMPO zal niet alle vragen over het stoppen van antidepressiva kunnen beantwoorden. Dat komt omdat we twee verschillende afbouwschema’s bij twee verschillende antidepressiva onderzoeken. Wel kunnen de resultaten van het onderzoek handvatten geven hoe er moet worden afgebouwd en wie er last krijgen van onttrekkingsverschijnselen. Ook kunnen de resultaten bijdragen aan nieuwe aanbevelingen voor het afbouwen van antidepressiva.

Waarom is de discussie over het afbouwen van antidepressiva nog niet opgelost?

Er is nog maar weinig wetenschappelijk bewijs wanneer en bij wie onttrekkingsverschijnselen ontstaan, en bij wie afbouwmedicatie ingezet kan of moet worden. Een discussie die in de media vaak terugkomt is de vraag: welke afbouwmedicatie (waaronder Taperingstrips) moet worden vergoed vanuit het basispakket? Die discussie is lastig als weinig kennis bestaat over hoe werkzaam speciale afbouwmedicatie is. De TEMPO onderzoekers willen met de resultaten van het onderzoek bijdragen aan de kennis over het afbouwen van antidepressiva met speciale afbouwmedicatie.


TEMPO onderzoek Hoe kan je antidepressiva het beste stoppen?

TEMPO is een landelijk onderzoek hoe antidepressiva het beste afgebouwd kunnen worden.


Deelnemen

Wilt u als arts, apotheker of deelnemer meedoen met TEMPO?

Contact

Voor meer informatie over TEMPO onderzoek kunt u contact opnemen met een van de de projectcoördinatoren.

Dr. Eric Ruhe of dr. Christiaan Vinkers
contactformulier

Startdatum

1 maart 2021

For researchers

TEMPO is the Dutch ‘Trial examining methods for antidepressant discontinuation’. lees meer

For researchers

Annually, over 1 million Dutch people currently get an antidepressant prescribed, with depression as the main indication. Despite the growing advocacy to reduce antidepressant use, sometimes it appears difficult to actually stop antidepressants, subjects might experience antidepressant discontinuation symptoms (ADS), also referred to as antidepressant withdrawal symptoms. It is currently unknown at which rate, which people will experience ADS and how to counter these symptoms to achieve successful cessation of antidepressants. Moreover, it might be difficult to distinguish ADS from a relapse of the original disorder. The limited studies to date either applied randomized tapering strategies over very short time-periods or were open studies (e.g. unblinded, non placebo-controlled), with inherent risks of selection bias, placebo and nocebo effects biasing the outcomes of those studies.

Research shows that maintenance treatment after remission of depression can decrease the occurrence of relapse/recurrence. However, suggestions exist that the way how people discontinue their long-term antidepressant might influence the relapse-rate thereafter. It is very important to know if this is true, because this might be a relevant possibility to reduce relapse-rates of depression on the long term.

Finally, when discontinuing antidepressants, it is very important to have optimal support from your relatives and care-professionals, who as a multidisciplinary team of psychiatrists, general practitioners, pharmacists collaborate with the patient to optimally guide the attempt to stop the antidepressants. The TEMPO project will provide solid empirical evidence to address these issues.With the TEMPO project we aim to investigate:

  • Do different discontinuation schemes result in differences in efficacy to actually stop the antidepressant.
  • Who will experience ADS when an antidepressant is discontinued, what is the frequency of these ADS and how severe are the ADS.
  • Do different discontinuation schemes result in different relapse/recurrence rates of depression during a 1 year follow-up.
  • What is the best guidance patients can receive from a multidisciplinary team of psychiatrists, general practitioners, pharmacists to collaborate when stopping antidepressants.

TEMPO is coordinated by the departments of primary care and psychiatry of 5 University medical centers throughout the Netherlands (Amsterdam UMC location VUmc, UMC Groningen, Radboud UMC, Erasmus MC, Leiden UMC), and collaborates with general practitioners, psychiatrists, pharmacists, patient organizations and professional organizations. The study is broadly supported by the Dutch Association of Psychiatry, the College of General Practitioners, the Royal College of Pharmacists, Patient organisations and healthcare insurance companies.

In the TEMPO study we will recruit patients (age 18-75 years) who are in stable remission from a (unipolar) depressive episode for at least 6 months and who are using paroxetine or venlafaxine for at least 6 months, while the patient and their physician or general practitioner want to discontinue the antidepressants.

After explanation of the study and written informed consent, 2 groups (paroxetine or venlafaxine treated patients) of 100 patients will be randomized between two strategies of dose-reductions over a period of 14-26 weeks. Discontinuation is done with placebo-controlled tapering which leaves patients, their physicians and researchers fully blinded for the moment of discontinuation and the discontinuation strategy that is applied.

Our primary endpoint is the rate of failure to successfully discontinue antidepressant during the period of placebo-controlled administration of paroxetine or venlafaxine. Secondary outcomes are number of antidepressant discontinuation symptoms, depressive symptoms, relapse/recurrence after discontinuation, daily functioning and quality of life and cost-effectiveness.

If participating patients are unable to successfully discontinue antidepressant during the period of placebo-controlled administration of paroxetine or venlafaxine, we will deblind patients and -if wanted- offer them an alternative approach to help them discontinue the antidepressant and follow up this secondary attempt.

This study started in March 2021, the start of active enrollment is planned for 2022. The study will continue until 2027. TEMPO is supported by The Netherlands Organization for Health Research and Development (ZonMW; grant number 80-86600-98-19026).

Meer informatie


Het TEMPO-project

Het TEMPO-project is het Nederlandse onderzoek naar strategieën voor het afbouwen van antidepressiva bij depressie.

lees meer

Het TEMPO-project

Het TEMPO-project is het Nederlandse onderzoek naar strategieën voor het afbouwen van antidepressiva bij depressie. Het TEMPO onderzoek bestaat uit verschillende onderdelen:

  • TEMPO onderzoekt of verschillende manieren van afbouw invloed hebben op het succesvol kunnen stoppen.
  • TEMPO onderzoekt wie er last gaat krijgen van onttrekkingsverschijnselen bij het stoppen van antidepressiva, hoe vaak dit voorkomt en hoe ernstig die verschijnselen zijn
  • TEMPO onderzoekt of verschillende manieren van afbouwen invloed hebben op het opnieuw krijgen van een depressie gedurende 1 jaar daarna
  • TEMPO biedt begeleiding vanuit een multidisciplinair team van psychiaters, huisartsen en apothekers die samen met de patiënt werken aan het stoppen van antidepressiva

‘In de geneeskunde weten we veel van starten met medicatie, maar nog heel weinig over wat de beste manier is om te stoppen. Dat geldt voor antidepressiva, maar ook voor andere geneesmiddelen. Het TEMPO onderzoek gaat verschillende afbouwschema’s van antidepressiva met elkaar vergelijken, op zoek naar gedegen bewijs voor een rationeel en onderbouwd advies over hoe antidepressiva te stoppen.’ -​ Dr. Eric Ruhe & Christiaan Vinkers, psychiaters en hoofdonderzoekers


Verschillende afbouwschema's

Afbouwen kan met de gebruikelijke doseereenheden of in kleinere stapjes waarvoor speciale doseersterktes voor gemaakt moeten worden. lees meer

Verschillende afbouwschema's

Er zijn verschillende manieren om antidepressiva af te bouwen. Abrupt staken wordt niet aanbevolen, maar hoe snel en met welke stappen dan wél moet worden afgebouwd is een onderwerp waar weinig goede wetenschappelijke kennis over bestaat. Afbouwen kan met de gebruikelijke doseereenheden of in kleinere stapjes waarvoor speciale doseersterktes voor gemaakt moeten worden. Een wetenschappelijk onderbouwde vergelijking van welke manier van afbouw het beste is ontbreekt en die is nodig om te weten hoe iemand het beste af kan bouwen.

Met het TEMPO-project willen we antwoord geven op de volgende vragen:

  • Kunnen meer mensen effectief stoppen met antidepressiva als een bepaald afbouwschema wordt gevolgd?
  • Zijn er betrouwbare risicofactoren aan te wijzen om mensen te herkennen bij wie onttrekkingsverschijnselen gaan optreden?
  • Als een afbouwschema onvoldoende effectief is om daadwerkelijk te stoppen met antidepressiva, welke alternatieve mogelijkheden werken dan in tweede instantie alsnog?
  • Hoe kunnen we de begeleiding van patiënten die willen stoppen met antidepressiva optimaal maken?

Wij onderzoeken dit bij mensen die antidepressiva (paroxetine of venlafaxine) gebruiken vanwege een eerdere depressie (eventueel gecombineerd met angstklachten).

Wij doen dat specifiek bij mensen die eerder depressie hebben gehad omdat we dan beter de verschillende aspecten van onttrekkingsverschijnselen en terugval kunnen vaststellen.

We doen dat bij mensen die paroxetine of venlafaxine gebruiken omdat dat twee antidepressiva zijn die vaker in verband gebracht worden met onttrekkingsverschijnselen.

Omdat we verschillende afbouwstrategieën vergelijken bij antidepressiva die relatief het vaakst onttrekkingsverschijnselen geven verwachten we dat de resultaten van dit onderzoek ook toepasbaar zal zijn op andere antidepressiva (SSRIs en SNRIs) en bij mensen die antidepressiva kregen i.v.m. andere aandoeningen dan depressie.


Begeleiding bij het stoppen van antidepressiva TEMPO Onderzoek

Een belangrijk deel van het stoppen met antidepressiva is de begeleiding die patiënten daarbij krijgen.

lees meer

Begeleiding bij het stoppen van antidepressiva TEMPO Onderzoek

Een belangrijk deel van het stoppen met antidepressiva is de begeleiding die patiënten daarbij krijgen. Het TEMPO onderzoek heeft een multidisciplinaire aanpak. Daarmee wil het TEMPO-project de samenwerking tussen psychiaters, huisartsen apothekers en de patiënt optimaliseren zodat er een optimale begeleiding ontstaat bij de poging om te stoppen met antidepressiva.


Onttrekkings­verschijnselen bij het stoppen van antidepressiva

Hoewel onttrekkings-verschijnselen relatief het meest voorkomen bij paroxetine en venlafaxine lopen de schattingen van de precieze frequentie van voorkomen bij het afbouwen van deze antidepressiva uiteen. lees meer

Onttrekkings­verschijnselen bij het stoppen van antidepressiva

Hoewel onttrekkingsverschijnselen relatief het meest voorkomen bij paroxetine en venlafaxine lopen de schattingen van de precieze frequentie van voorkomen bij het afbouwen van deze antidepressiva uiteen. Hierbij is de ernst van onttrekkingsverschijnselen verschillend bij mensen. De een heeft er last van maar kan gewoon doorgaan met het stoppen van de antidepressiva, voor de ander zijn de onttrekkingsverschijnselen ondragelijk en mislukt de poging om met antidepressiva te stoppen.

Met het TEMPO-onderzoek geven we ook antwoord op de vraag hoe vaak onttrekkingsverschijnselen bij de antidepressiva paroxetine en venlafaxine voorkomen, en hoe ernstig die onttrekkingsverschijnselen dan zijn.

Vaak spelen verwachtingen rond het afbouwen van antidepressiva een rol bij het herkennen en interpreteren van symptomen. Daarom meten we de onttrekkingsverschijnselen terwijl zowel wij als de deelnemers aan het onderzoek geblindeerd zijn voor het moment van de afbouw van de antidepressiva.


Verschil tussen afbouwschema’s op de langere termijn

Met het TEMPO-project willen wij onderzoeken of de wijze van afbouwen invloed heeft op de langere termijn beloop van (het recidiveren van) depressie. lees meer

Verschil tussen afbouwschema’s op de langere termijn

Over de vraag of de manier van afbouwen invloed heeft op het lange termijn beloop van de depressie bestaat veel onduidelijkheid. Bij een depressie bestaat er een aanzienlijke kans op een recidief depressie in de jaren na herstel van die episode. Sommige artsen vermoeden echter dat de kans op een terugval afhangt van de manier waarop wordt afgebouwd. Duidelijk wetenschappelijk bewijs voor deze stelling is er echter niet.

Met het TEMPO-project willen wij onderzoeken of de wijze van afbouwen invloed heeft op de langere termijn beloop van (het recidiveren van) depressie. 

Naast de vraag of de wijze van afbouwen invloed heeft op het beloop op langere termijn zou het voor patiënten sowieso fijn zijn om te weten of ze kans lopen op een recidief depressie. Met het TEMPO-project willen wij ook onderzoeken of we kunnen voorspellen wie er een recidief depressie gaat krijgen na het stoppen van het antidepressivum.


Over ons


Wie zijn wij?

Dit landelijke onderzoek wordt uitgevoerd bij huisartsenpraktijken, GGZ instellingen en apotheken vanuit een consortium van universitair medische centra uit heel Nederland. lees meer

Wie zijn wij?

Dit landelijke onderzoek wordt uitgevoerd bij huisartsenpraktijken, GGZ instellingen en apotheken vanuit een consortium van universitair medische centra uit heel Nederland (Amsterdam UMC locatie VUmc, Radboudumc, Erasmus MC, Leiden UMC en UMC Groningen). Het project wordt geleid en gecoördineerd door de afdelingen Psychiatrie van Amsterdam UMC (locatie VUmc) en Radboudumc.

Het project wordt tevens gesteund door patiënten- en andere professionele organisaties (Depressievereniging, NHG, NVvP, NEDKAD, KNMP, NIVEL, verzekeraars). Door dit brede draagvlak kunnen de kennis en resultaten die dit onderzoek opleveren over het gebruik en afbouwen van antidepressiva in de praktijk worden toegepast. Dit onderzoek wordt gefinancierd door ZonMW (subsidienummer 80-86600-98-19026).


Klankbordgroep

De OPERA en TEMPO projecten werken samen. Om een brede vertegenwoordiging van betrokkenen bij de vraagstukken rond het afbouwen van antidepressiva te borgen is een multidisciplinaire klankbordgroep opgesteld. lees meer

Klankbordgroep

De OPERA en TEMPO projecten werken samen. Om een brede vertegenwoordiging van betrokkenen bij de vraagstukken rond het afbouwen van antidepressiva te borgen is een multidisciplinaire klankbordgroep opgesteld.

Leden van deze klankbordgroep zijn:

  • Annemieke Horikx, apotheker, lid vanuit de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de Pharmacie (KNMP)
  • Josine van Hamersveld, lid vanuit de Angst, Dwang en Fobie (ADF) Stichting
  • Zwaantje Regtop, huisarts, lid vanuit het netwerk van kaderhuisartsen GGZ (PsyHAG)
  • Monique van der Eijnden, lid vanuit Wij zijn MIND
  • Sijbrand van der Tang, lid vanuit de Depressie Vereniging
  • Menno Oosterhoff, lid vanuit het Nederlands Kenniscentrum Angst Dwang en Depressie (NedKAD)

Leden vanuit OPERA/TEMPO zijn:

  • Brenda Penninx, hoogleraar afdeling Psychiatrie Amsterdam UMC en GGZ inGeest
  • Christiaan Vinkers, psychiater, hoogleraar afdeling Psychiatrie Amsterdam UMC en GGZ inGeest
  • Eric Ruhe, psychiater, afdeling Psychiatrie Radboudumc
  • Dr Suzanne Ligthart, huisarts, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde Radboudumc
  • Ingrid Arnold, huisarts, afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde, Leiden UMC
  • Helene van Gorsel, op persoonlijke titel

De klankbordgroep komt geregeld bijeen en zal gevraagd en ongevraagd adviezen geven aan de projectleiders van beide studies.

Lees hier het Position Paper Klankbordgroep Afbouwen antidepressiva OPERA/TEMPO. Dit artikel is verschenen in het decembernummer van Psyfar 2021.

  • Medewerkers
  • Intranet