Voorbereiding op de ingreep

Voorafgaand aan de ingreep komt een revalidatietherapeut bij u thuis om uitleg te geven over de ingreep. Ook heeft u een gesprek met de KNO-arts. We adviseren u uw kind voor de ingreep te laten vaccineren tegen hersenvliesontsteking. lees meer

Voorbereiding op de ingreep

De operatiedatum die we aan u doorgeven, is altijd onder voorbehoud vanwege spoedoperaties. Ongeveer één week voor de operatie hoort u of de operatie definitief doorgaat en waar en hoe laat we u verwachten voor de opname. Heeft uw kind de dagen voor de ingreep koorts of griep? Geef dit dan aan ons door.

Vaccinatie Hersenvliesontsteking

Wereldwijd zijn er enkele CI-dragers die hersenvliesontsteking hebben gekregen. We raden u daarom aan u kind aanvullend te laten vaccineren tegen pneumococcen-hersenvliesontsteking. U krijgt hiervoor een recept. Met dit recept gaat u naar de apotheek en haalt u het vaccin op. Het vaccin neemt u mee naar uw huisarts. Hij of zij geeft uw kind vervolgens de prik. Het kan ook zijn dat uw kind pas na de operatie (volledig) gevaccineerd kan worden. De coördinator bespreekt dit met u.

KNO-arts

Voor de operatie kunt u alvast kennismaken met de KNO-arts die uw kind zal opereren. De KNO-arts geeft uitleg over de operatie en de hieraan verbonden risico’s. U kunt al uw vragen over de operatie stellen.

Narcose

De ingreep vindt plaats onder anesthesie (verdoving/narcose). Voor de operatie brengt u met uw kind een bezoek aan de anesthesioloog op de polikliniek Anesthesiologie. Tijdens dit gesprek beoordelen we hoe gezond uw kind is. Als het nodig is kunnen aanvullende onderzoeken plaatsvinden. Ook krijgt u uitleg over de mogelijke vormen van anesthesie en de gang van zaken rondom de operatie.

Huisbezoek

De revalidatietherapeut komt bij u thuis om alle gezinsleden te informeren over de ziekenhuisopname en de operatie. Met behulp van foto’s, foldermateriaal en ervaringen van andere ouders bespreken we wat uw gezin kan verwachten. Als uw kind wat ouder is, is deze informatie voor een groot deel ook op uw kind zelf gericht. Doorgaans is de revalidatietherapeut die u thuis bezoekt ook degene die uw gezin na de operatie begeleidt (casemanager). De gezinsbegeleidster of een betrokkene van school zijn welkom dit huisbezoek.

Operatiedatum

Zodra de operatiedatum bekend is geeft de coördinator van het team deze aan u door. Het komt soms voor dat de operatieplanning verandert door bijvoorbeeld spoedoperaties. Als uw kind ziek is, dan kan de operatie niet doorgaan. Als uw kind in de weken voor de operatie ziek wordt, koorts, griep of oorontsteking krijgt, geef dit dan door aan de coördinator van het CI-team. Voor de operatie ontvangt u van de opnameplanning informatie over de plaats en het tijdstip waarop u voor de opname wordt verwacht.

Meenemen naar de operatie

Neem voor uw kind kleding mee die makkelijk zit. Zorg voor een pyjama die uw kind ook kan aantrekken als hij of zij verband om het hoofd heeft. Neem daarnaast toiletartikelen en eventuele medicijnen van uw kind mee naar het ziekenhuis. Het is beter om geen waardevolle spullen mee te nemen. Het ziekenhuis is niet verantwoordelijkheid bij vermissing of diefstal.

Voor de ingreep

Op de dag van de operatie moet uw kind nuchter blijven. Een van de ouders mag bij het kind bij het kind blijven tot het in slaap is gebracht. Voor de operatie scheren we een deel van het hoofdhaar weg. lees meer

Voor de ingreep

We verwachten u en uw kind de dag voor de operatie op de kinderafdeling van ons ziekenhuis. Een verpleegkundige voert met u een opnamegesprek en de afdelingsarts zal uw kind onderzoeken. Als het nodig is, komt de anesthesist langs en als het kan, komt ook de opererende KNO-arts langs om eventuele laatste vragen te beantwoorden. Gezonde, oudere kinderen kunnen we soms ook tijdens een dagbehandeling opereren.  

Op de dag van de operatie moet uw kind nuchter blijven. Voor de operatie krijgt uw kind een operatiehemd aan en wordt het op een verrijdbaar bed getild. Een van de ouders mag bij het kind bij het kind blijven tot het in slaap is gebracht. Voor de operatie scheren we een deel van het hoofdhaar weg achter/boven het oor.

De ingreep

In een holte in de schedel bedden we het implantaat zoveel mogelijk in. Het snoertje met elektroden plaatsen we in het slakkenhuis. De operatie duurt 2 tot 3 uur. Door de voorbereidingen duurt het in totaal 3 tot 4 uur voordat u uw kind weer ziet. lees meer

De ingreep

De duur van de opname hangt onder andere af van de gezondheid van uw kind en de duur van de operatie. Als uw kind gezond is vindt het plaatsen van de CI meestal plaats in een dagopname. U komt dan ’s ochtends met uw kind naar het ziekenhuis. Uw kind moet nuchter zijn. Dit houdt in dat hij of zij voor de operatie niets mag eten of drinken. Aan het eind van de dag mogen jullie weer naar huis. Als een dagopname niet mogelijk is, dan nemen we uw kind 1 dag voor de operatie op. Soms blijft u kind na de operatie ook nog overnachten. U bent dan dus 2 of 3 dagen met uw kind in het ziekenhuis. Dit is bijvoorbeeld het geval als uw kind in één operatie 2 CI’s krijgt.

Opname

Er zijn 2 mogelijkheden:

  1. Uw kind wordt opgenomen en geopereerd op de Dagbehandeling Operatiekamers. Hier vinden alleen operaties in dagopname plaats, dus zonder overnachting. Als na de operatie blijkt dat uw kind toch moet blijven slapen, dan plaatsen we hem of haar over naar de kinderafdeling.
  2. Uw kind wordt opgenomen op de kinderafdeling. De operatie vindt dan plaats in één van de centrale operatiekamers van het ziekenhuis. Deze operatiekamers zijn dichtbij de kinderafdeling. Op de kinderafdeling is het mogelijk dat uw kind blijf slapen. Tijdens de overnachting(en) in het ziekenhuis mag één van de ouders op de kamer bij het kind slapen. Als de andere ouder in de buurt wil overnachten, dan kan hij/zij gebruik maken van het hotel La Boutique.

De operatie

Eén van de ouders mag mee de operatiekamer in en bij uw kind blijven totdat hij of zij in slaap is gebracht. Daarna vinden nog verdere voorbereidingen op de operatie plaats. We scheren een strook haar weg op de plaats waar het implantaat komt. Vervolgens maakt de arts een s-vormige snede achter het oor om het implantaat te plaatsen. In een ondiepe holte in de schedel wordt het implantaat zoveel mogelijk ingebed. Het snoertje met elektroden plaatsen we via het middenoor in het slakkenhuis.

De operatie duurt 2 tot 3 uur. Door de voorbereidingen duurt het in totaal 3 tot 4 uur voordat u uw kind weer ziet. Als uw kind in een operatie 2 CI’s krijgt, duurt het 6 tot 7 uur voordat u uw kind weer ziet. Tijdens en na het plaatsen van het implantaat meten we of de hoorzenuw reageert op activering van elektroden. Hoe goed uw kind met een CI kan horen, kunnen we tijdens de operatie nog niet meten. De ziekenhuisopname duurt maximaal 3 dagen.


Na de ingreep

Na de operatie heeft uw kind een verband om zijn of haar hoofd. De wond moet in totaal 10 dagen droog blijven. Uw kind mag in de eerste 6 weken na de operatie niet zwemmen of voetballen. Neem bij een middenoorontsteking direct contact op. lees meer

Na de ingreep

Na de operatie brengen we uw kind naar de verkoeverafdeling om wakker te worden uit de narcose. Als de medewerkers van de verkoeverafdeling het verantwoord vinden, dan mag u bij uw kind zijn als hij of zij wakker wordt. Uw kind heeft een verband om het hoofd (‘tulband’). Dit zorgt voor druk op de wond. Hierdoor geneest de wond sneller. Na de operatie kan uw kind misselijkheid zijn en pijn hebben. Uw kind krijgt pijnstilling en eventueel ook medicijnen tegen de misselijkheid. Meestal gebruiken kinderen de eerste dagen thuis nog een lichte pijnstilling. Bij ontslag adviseert de opname-afdeling u hierover.

De meeste kinderen voelen zich snel weer beter en kunnen weer gewoon eten, drinken en bewegen. Uw kind hoort met het cochleair implantaat nog geen geluiden. Daarvoor moet eerst de uitwendige apparatuur, de spraakprocessor, aangesloten worden. Dit gebeurt enkele weken later.

Verband

Het is belangrijk dat uw kind het verband een week omhoudt. Als het verband in de eerste week toch loslaat, is het belangrijk dat dit verband opnieuw wordt aangelegd. Hiervoor kunt u contact opnemen met uw huisarts of het dichtstbijzijnde ziekenhuis in uw omgeving. Als dit niet lukt, neem dan contact op met het CI-team of de dienstdoende KNO-arts van het Radboudumc.

Dagelijkse activiteiten

Wij adviseren u om uw kind in de week na de operatie niet naar het kinderdagverblijf of naar school te laten gaan. Het is natuurlijk wel mogelijk dat uw kind een bezoekje brengt aan zijn of haar klas.

De wond moet in totaal 10 dagen droog blijven. Uw kind mag wel douchen, maar zijn of haar hoofd mag niet nat worden. Houd hier rekening mee. De wond moet genezen. Daarom mag uw kind 6 weken na de operatie nog niet zwemmen of bijvoorbeeld voetballen. Ook is het belangrijk dat de wond niet beschadigd.

Controleafspraak

Ongeveer 1 week na de operatie komt uw kind op controle bij de KNO-arts. Als het mogelijk is, is dit dezelfde arts die uw kind geopereerd heeft. Tijdens de operatie hechten we de huid met oplosbaar materiaal. We hoeven de hechtingen dus niet te verwijderen. Als er vocht ophoopt rondom de wond, dan kan het zijn dat uw kind het hoofdverband 1 week langer moet dragen. Als er tijdens deze controle geen bijzonderheden zijn, kan uw kind zijn of haar dagelijkse activiteiten weer hervatten.

Middenoorontsteking

Een middenoorontsteking aan de kant van het implantaat moet direct en goed worden behandeld. Er is namelijk een verhoogd risico op hersenvliesontsteking. Uw huisarts of KNO-arts kan de ontsteking behandelen.

Als uw kind binnen 2 maanden na de CI-operatie een middenoorontsteking krijgt, neem dan contact op met de coördinator van het CI-team of de dienstdoende KNO-arts. Uw kind moet dan via een infuus antibiotica krijgen. We nemen uw kind hiervoor op in het ziekenhuis.

Contact opnemen na de ingreep

Neem in onderstaande gevallen contact op het de KNO-arts van het zieken huis die op dat moment dienst heeft.
  • koorts
  • hoofdpijn
  • gevoelig voor licht
  • overgeven
  • verwardheid
  • pijn
  • oorpijn of loopoor
Lees meer

Contact opnemen na de ingreep

Neem in onderstaande gevallen contact op het de KNO-arts van het zieken huis die op dat moment dienst heeft. U belt naar het algemene ziekenhuisnummer en vraagt naar de dienstdoende KNO-arts. Als u twijfelt, neem dan ook contact op.
  • Koorts (temperatuur boven de 38ºC).
  • Hoofdpijn, vooral bij het buigen van het hoofd.
  • Niet tegen licht kunnen.
  • Overgeven.
  • Verwardheid.
  • Pijn of andere klachten op de plaats van de operatiewond (ook na het innemen van pijnstilling).
  • Oorpijn of een loopoor links of rechts.
Deze symptomen kunnen een teken zijn van een complicatie, zoals een wondinfectie of hersenvliesontsteking.

Risico's

Bij de operatie kunnen complicaties optreden, zoals een infectie, storing in het evenwichtsorgaan, oorsuizen of verdwijnen van het restgehoor.

lees meer

Risico's

Bij alle operaties kunnen complicaties optreden. Ook indien u/uw kind een cochleair implantaat krijgt. De risico’s zijn vergelijkbaar met die van een gewone ooroperatie.

  • Beschadiging aangezichtszenuw. In en rond uw oor lopen belangrijke zenuwen. Eén van die zenuwen is de aangezichtszenuw die de spieren van uw gezicht aan één zijde aanstuurt. Bij beschadiging van die zenuw kan uw gezicht halfzijdig verlamd worden. Bij een normaal aangelegd oor is de kans daarop minimaal. We proberen deze kans nog verder te verkleinen door de positie van deze zenuw op de scan goed te bekijken, de zenuw goed in beeld te brengen met een zeer moderne operatiemicroscoop en tijdens de operatie de zenuw te controleren via een monitor. Er bestaat ook een kleine kans op een tijdelijke aangezichtsverlamming. Dit gebeurt wanneer door het trillen of de warmte van de boor de aangezichtszenuw geïrriteerd raakt.
  • Infectie. Bij elke operatie bestaat er een risico op infectie. Uit voorzorg krijgt u daarom tijdens de operatie antibiotica. Mocht er toch nog een infectie optreden, dan kunnen we die meestal goed behandelen. Alleen bij zeer ernstige infecties moeten we in het ergste geval het implantaat chirurgisch verwijderen.
  • Hersenvliesontsteking. Tijdens de operatie en de jaren daarna hebt u een licht verhoogde kans op een hersenvliesontsteking. Daarom adviseren wij u de vaccinatie tegen hersenvliesontsteking. Ook krijgt u om deze reden aanvullend antibiotica tijdens de operatie. Wees zelf alert op middenoorontstekingen. Deze vormen een verhoogd risico op hersenvliesontsteking en moeten snel behandeld worden.
  • Storing in het evenwichtsorgaan. Bij de CI-operatie bestaat een kleine kans dat de functie van uw evenwichtsorgaan verloren gaat. Vaak is het evenwichtsorgaan bij een doof oor echter al uitgevallen. Als het evenwichtsorgaan in het andere oor nog werkt, merkt u daar nauwelijks iets van. U kunt wel kortdurend klachten van misselijkheid, draaiduizeligheid en/of verminderd evenwicht ervaren. Als beide evenwichtsorganen vóór de operatie al niet werkten, hebt u tijdens de operatie niets te verliezen. Bij een dubbelzijdige CI-operatie bestaat een kleine kans dat beide evenwichtsorganen hun functie verliezen waardoor het evenwichtsgevoel beperkt wordt. Kinderen corrigeren dit na verloop van tijd met behulp van hun ogen, al bereiken ze de motorische mijlpalen (los lopen, fietsen zonder zijwieltjes) vaak later. In het donker blijft het evenwicht altijd slechter.
  • Verdwijnen restgehoor. Door het plaatsen van de elektroden in het slakkenhuis kan een eventueel aanwezig restgehoor verdwijnen door beschadiging van de nog werkende haarcellen. Wanneer u in het te opereren oor bruikbaar restgehoor hebt, proberen wij dit zoveel mogelijk te sparen.
  • Smaakzenuw. Soms is de zenuw wat geprikkeld door de operatie. De smaak verandert hierdoor, maar dit is meestal tijdelijk. Zelden is het nodig de kleine smaakzenuw die door het middenoor loopt door te snijden om zo een betere toegang tot het slakkenhuis te creëren.
  • Oorsuizen. Oorsuizen komt vaak voor bij slechthorendheid. Wanneer u vóór de operatie last hebt van oorsuizen, dan is de kans aanwezig dat u er in het oor waar het CI geplaatst wordt minder last van heeft. Helaas komt het ook voor dat het oorsuizen (tijdelijk) erger wordt door de operatie of door het dragen van een CI. Meestal komt dit dan door de spanningen en ebt dit na verloop van tijd weer weg.

Waarschuwing

Uw kind mag met een CI niet alle behandelingen of onderzoeken in het ziekenhuis ondergaan. Als u twijfelt of vragen heeft over een bepaalde behandeling of onderzoek, kunt u contact opnemen met het CI-team. lees meer

Waarschuwing

Het is belangrijk om te weten dat wanneer uw kind een CI heeft, hij of zij diverse medische behandelingen en onderzoeken niet zonder overleg mag ondergaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een MRI-scan. Als u twijfelt of vragen heeft over een bepaalde behandeling of onderzoek, kunt u contact opnemen met het CI-team. U kunt ook vragen of de behandelend arts van uw kind dit doet.

Behandeling Anesthesie bij kinderen

Als uw kind een behandeling of onderzoek onder anesthesie krijgt is het belangrijk om hem/haar goed voor te bereiden.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet