EN
DE
Wat is een lumpectomie?
Een lumpectomie is een borstbesparende operatie tegen borstkanker. Hierbij verwijderen we de tumor uit uw borst en blijft uw borst behouden. Na de operatie ziet uw borst er meestal wel anders uit. lees meerWat is een lumpectomie?
Een lumpectomie is een borstbesparende operatie tegen borstkanker. Hierbij verwijderen we de tumor uit de borst, maar blijft de borst zelf behouden. Veel vrouwen met borstkanker komen in aanmerking voor een borstsparende operatie.Na een borstsparende operatie ziet uw borst er meestal anders uit dan voor de operatie. Soms is de geopereerde borst kleiner. Of er is een deukje zichtbaar op de plaats waar het gezwel is weggehaald. Ook de plaats van de tepel kan iets veranderd zijn. Het gevoel in de borst blijft behouden.
Voor de operatie
Als de tumor niet goed te voelen is, maken we gebruik van een lokalisatieprocedure. Met behulp van een röntgenfoto of echografie plaatst de radioloog een metalen marker (jodiumzaadje) op de plek van de tumor. Hierdoor weet de chirurg precies welk stukje weefsel verwijderd moet worden. lees meerDe operatie
We verwijderen de tumor met een gedeelte van het omliggende gezonde borstweefsel. Door het verwijderen van de tumor ontstaat er een grote holte in de borst. De chirurg probeert de holte te vullen met weefsel uit uw borstklier. lees meerNaar uw afspraak adres en route
Bezoekadres
Dagbehandeling Operatiekamers
Radboudumc hoofdingang
Geert Grooteplein Zuid 10
6525 GA Nijmegen
Routebeschrijving
Behandeling Anesthesie
Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.
lees meerNa de operatie
U heeft in uw arm een infuus om vocht en eventueel medicijnen toe te kunnen dienen. De wond is verbonden met een gaas. Meestal mag u na ongeveer 2-4 uur weer naar huis. lees meerNa de operatie
U wordt na de operatie langzaam wakker in de uitslaapkamer (‘Verkoeverafdeling’). Om uw arm zit een band om uw bloeddruk te meten. Aan uw vinger zit een soort knijpertje. Hiermee meten we het zuurstofgehalte in uw bloed. U heeft in uw arm een infuus om vocht en eventueel medicijnen toe te kunnen dienen. De wond is verbonden met een gaas.Pijn
Eerst bent u nog suf en misschien ook misselijk. De meeste mensen hebben een droge mond. U krijgt pijnstillers en voelt daardoor waarschijnlijk weinig pijn. Het kan zijn dat de pijn terugkomt. U kunt dan om een extra pijnstiller vragen. De verpleegkundige vraagt u naar een pijnscore. U kunt de pijn beoordelen met een cijfer, waarbij het cijfer 0 geen pijn betekend en cijfer 10 ondraaglijke pijn. Afhankelijk van de score die u geeft kan de verpleegkundige in overleg met u pijnmedicatie geven.Bewegen
Zodra de situatie het toelaat wordt u overgeplaatst naar de verpleegafdeling. U mag weer eten en drinken en het infuus eruit. U mag nu ook uit bed komen. Er zijn in basis geen beperkingen qua bewegen. U mag uw armen gewoon bewegen ook boven schouderniveau.
Douchen
U mag 24 uur na de operatie douchen. De smalle wondpleister blijft op de wond zitten. De chirurg verwijdert de pleister tijdens de controle. In de dagen na de operatie zult u zich weer snel zelf kunnen verzorgen en vrijer durven en kunnen bewegen. Mobiliseren heeft een positieve invloed op uw herstel.Ondersteunende BH
Na de operatie is het verstandig om een BH te dragen ter ondersteuning van uw borst. De BH helpt ook om de pijn te verminderen. U hoeft hiervoor geen speciale BH aan te schaffen. Een sportBH met zachte randen en achter- of voorsluiting, zit vaak prettig. Voor advies kunt u terecht bij de gespecialiseerde lingeriezaken.Litteken op uw borst
Rondom het litteken kan uw borst gevoelloos worden. Na verloop van tijd kan de borst rond het litteken door de vorming van littekenweefsel wat verhard aanvoelen.Naar huis
Afhankelijk van het verloop van de operatie en hoe u zichzelf voelt, mag u na 2 tot 4 uur weer naar huis. De dag na de operatie neemt de verpleegkundige van de verpleegafdeling telefonisch contact met u op. Er kan een medische reden waardoor u langer moet blijven. U wordt dan overgeplaatst naar de verpleegafdeling. De volgende ochtend wordt bekeken wanneer u naar huis kunt. Als u naar huis gaat en u nog niet geplast heeft, is het belangrijk dat u binnen 6 uur na ontslag kunt plassen. Als dat niet lukt, neem dan telefonisch contact op met de verpleegafdeling.Bestraling na de operatie
Na de borstsparende behandeling volgt altijd bestraling (radiotherapie). Dit is om eventueel achtergebleven kwaadaardige cellen in het borstklierweefsel uit te schakelen lees meerDe uitslag
2 weken na de operatie heeft u een afspraak bij de chirurg. De chirurg controleert de wond en bespreekt de uitslag van het afgenomen weefsel met u. lees meerDe uitslag
Na de operatie onderzoekt de patholoog het weggenomen borstweefsel en de schildwachtklier(en). Na ongeveer 10 werkdagen is de uitslag bekend van het weefselonderzoek, dit heet de PA-uitslag. De patholoog bekijkt in het weggenomen weefsel of de tumor helemaal is verwijderd. Op grond van deze uitslag kan mogelijk nog een operatie volgen om het weefsel ruimer weg te nemen. Ook kijkt de patholoog naar eigenschappen van de tumor, onder andere naar de grootte, groeiwijze en hormoongevoeligheid.
Voordat we uitslag van het weefselonderzoek met u bespreken, wordt deze uitslag besproken in de multidisciplinaire mammatumorwerkgroep. Hierbij zijn alle specialisten op het gebied van borstkanker aanwezig; zoals de chirurg-oncoloog, de patholoog, de radiotherapeut, de radioloog en de medisch oncoloog. Op basis van de uitslag wordt bepaald of aanvullende behandeling nodig is.
Als na een borstsparende operatie blijkt dat de tumor niet helemaal is verwijderd, overlegt de chirurg met u of een vervolgoperatie noodzakelijk is. Hierbij bespreekt de chirurg ook met u bespreken of de eventuele vervolgoperatie ook borstsparend kan, of dat alsnog een ablatio (verwijdering van de hele borst) nodig is. Als uit vervolgonderzoek van de schildwachtklier(en) blijkt dat één of meer schildwachtklier(en) uit de oksel kankercellen bevat(ten) kan een aanvullende behandeling geadviseerd worden.
