Patiëntenzorg Behandelingen Operatie bij kanker aan de uitwendige geslachtsorganen van de vrouw

Over de operatie

Er kunnen verschillende operaties worden uitgevoerd: radicale vulvectomie, vulvectomie, vulvectomie met sentinel node, hemivulvectomie en excisie vulva. lees meer

Over de operatie

De operatie kan op verschillende manieren worden uitgevoerd:
  • Radicale vulvectomie: we verwijderen uw schaamlippen, clitoris en eventueel het voorstukje van de schede en de lymfklieren in de liezen.
  • Vulvectomie: we verwijderen uw schaamlippen, clitoris en eventueel het voorstukje van de schede.
  • Vulvectomie met sentinel node: naast de vulvectomie wordt bij deze ingreep ook de zogenaamde schildwachtersklier in een of beide liezen opgezocht en weggenomen. Als deze klier tumorcellen bevat, moeten we alsnog de liesklieren weghalen. Als de schildwachtersklier géén tumorcellen bevat kunnen we de overige liesklieren laten zitten.
  • Hemivulvectomie: we opereren alleen aan de aangedane zijde.
  • Excisie vulva: we verwijderen uitwendig weefsel met tumor.
De radicale vulvectomie met liesklierdissectie is de meest uitgebreide operatie. De procedure en het herstel duren langer vergeleken met de andere operaties bij deze aandoening. Dat komt omdat ook de liesklieren verwijderd worden.

Voor de behandeling

In de week voor de operatie ondergaat u meestal een aantal onderzoeken. We maken bijvoorbeeld een foto van uw longen (thorax), een CT-scan, PET-scan en/of een MRI-scan. lees meer

Voor de behandeling

In de week voor de operatie ondergaat u meestal een aantal onderzoeken. We maken bijvoorbeeld een foto van uw longen (thorax), een CT-scan, PET-scan en/of een MRI-scan.

Opname

Eén dag voor de operatie, of op de dag zelf nemen we u op. De verzorging en begeleiding tijdens uw verblijf in het ziekenhuis gebeurt zoveel mogelijk door dezelfde verpleegkundige.

De neemt de avond voor de operatie het laxatiemiddel microlax in. Dit middel zorgt er voor dat uw darmen leeg zijn. Als u op de operatiedag zelf wordt opgenomen heeft u de microlax en uitleg van de verpleegkundige op de polikliniek gekregen.

Ter voorkoming van trombose (bloedstolsels) krijgt u tijdens uw opname elke avond een injectie. Behalve op de avond voor de operatie.

Nuchter

Tot middernacht (00.00 uur) mag u normaal eten en drinken. Daarna moet u nuchter blijven.

Behandeling Anesthesie

Als u naar het Radboudumc komt voor een operatie dan krijgt u te maken met anesthesie (verdoving of narcose). Ook voor andere ingrepen, zoals een behandeling of onderzoek, is anesthesie soms nodig. Anesthesie zorgt ervoor dat u tijdens de behandeling geen pijn heeft.

lees meer

De operatie

Bij een radicale vulvectomie verwijderen we uw schaamlippen, clitoris en eventueel het voorstukje van de schede en de lymfklieren in uw liezen. lees meer

De operatie

Bij een radicale vulvectomie verwijderen we uw schaamlippen, clitoris en eventueel het voorstukje van de schede en de lymfklieren in uw liezen. De radicale vulvectomie met liesklierdissectie is de meest uitgebreide operatie. De procedure en het herstel duren langer vergeleken met de andere operaties bij deze aandoening. Dit komt doordat we ook de liesklieren verwijderen.

Infuus

Tijdens de operatie krijgt u infusen in uw arm en wanneer nodig in uw halsader. Hierdoor worden verschillende vloeistoffen toegediend. Ook dienen we u via het infuus, gedurende 48 uur, antibiotica toe. Dit doen we om infecties te voorkomen.

Zuurstof

Door een slangetje in uw neus dienen we extra zuurstof toe. Dit slangetje zit slechts enkele centimeters in de neusholte. We plakken het met een pleister vast op de neus.

Blaaskatheter

Een blaaskatheter, een dunne slang die in de blaas is gebracht, zorgt voor een constante afvoer van urine naar de opvangzak naast uw bed.

Drains

Enkele dunne slangetjes (drains) zorgen voor afvoer van het wondvocht. Het vocht wordt opgevangen in flessen, die aan het bed hangen.

Na de operatie

Na de operatie blijft u 8 of 9 dagen in het ziekenhuis. Tot die tijd controleren we iedere dag uw pols, temperatuur en bloeddruk. lees meer

Na de operatie

Na de operatie bellen we direct uw partner of contactpersoon. We vertellen hoe de ingreep is verlopen. Vergeet niet het juiste telefoonnummer door te geven, waarop uw contactpersoon bereikbaar is. De anesthesioloog brengt u direct na de operatie naar de verkoeverafdeling (uitslaapkamer). Hier blijft u tot u goed wakker bent. Daarna gaat u terug naar de afdeling. Als de gynaecoloog en de anesthesioloog vinden dat u extra gecontroleerd moet worden, brengt u de nacht door op de afdeling Intensive Care of de verkoeverafdeling plus. Zowel op de verpleegafdeling als op de afdeling Intensive Care/Verkoever plus kunt u dezelfde avond, in beperkte mate, bezoek ontvangen.

Pijnbestrijding

Na de opratie heeft u pijnbestrijding nodig. Dit zorgt ervoor dat u zo pijnvrij mogelijk kunt bewegen, ophoesten en doorademen. Dit is nodig om eventuele complicaties zoals longproblemen en trombose te voorkomen. Bovendien kost pijn energie. Die energie heeft u hard nodig voor uw herstel. Waarschuw de verpleegkundige als u pijn heeft en wacht hier niet te lang mee.

Dag 1

De verpleegkundige helpt u bij de lichamelijke verzorging. Ook neemt hij of zij ‘s morgens bloed af.
Daarnaast controleren we 4 keer per dag uw pols, temperatuur en bloeddruk. Ook verwijderen we het zuurstof slangetje in uw neus. Het infuus met pijnpomp en de blaaskatheter blijven deze dag zitten. De drain insteken verbinden we opnieuw en eventueel verwisselen we de drainflessen. Alleen als het nodig is verwisselen we de verbanden of brengen we extra verband aan. In overleg met de arts start u voorzichtig met mobiliseren. U mag vandaag weer beginnen met eten.

Dag 2

De verpleegkundige helpt u gedeeltelijk met de verzorging. Hij of zij neemt ’s morgens bloed af. 3 keer per dag controleren we uw temperatuur, pols, bloeddruk en de pijnscores. Het infuus met de pijnpomp verwijderen we en we bespreken de pijnmedicatie. De drain insteken verbinden we opnieuw. Als het nodig is verwisselen we de drainflessen. We inspecteren de wond en verbinden deze opnieuw. U mag meer gaan mobiliseren. De blaaskatheter blijft nog zitten.

Dag 3

De verpleegkundige helpt u gedeeltelijk met de verzorging. Hij of zij neemt ’s morgens eventueel bloed af. De drain insteken en wonden verbinden we opnieuw. 3 keer per dag controleren we uw pols, temperatuur en bloeddruk. Ook nemen we de pijnscore af. U mag meer gaan mobiliseren op de kamer. Eerst met hulp van de verpleegkundige, daarna zelfstandig. De blaaskatheter blijft nog zitten.

Dag 4

De verpleegkundige helpt u als het nodig is met de verzorging. De wonden inspecteren we en als het nodig is verbinden we ze. De drain insteken verbinden we opnieuw. 3 keer per dag controleren we uw temperatuur, pols en bloeddruk. U bent mobiel op uw kamer. De blaaskatheter blijft nog zitten.

Dag 5

De verpleegkundige helpt u als het nodig is met de verzorging. De wonden inspecteren we en als het nodig is verbinden we ze. De drain insteken verbinden we opnieuw. 3 keer per dag controleren we uw temperatuur, pols en bloeddruk. De blaaskatheter verwijderen we in opdracht van de arts. Als u spontaan heeft geplast, maken we een scan van uw blaas. Dit doen we om te controleren of u goed heeft uitgeplast. Nadat u heeft geplast, begint u met het zogenaamde vulvair toilet. Met een spuitflesje spoelt u het wondgebied schoon nadat u naar de wc bent geweest. Als u nog geen ontlasting gehad heeft, krijgt u als het nodig is een klysma. U bent mobiel.

Dag 6

U verzorgt uzelf zelfstandig. Als u er aan toe bent, kunt u de wond met behulp van een spiegel bekijken. Eventueel samen met uw partner. In overleg met de arts verwijderen we de liesdrains. 3 keer per dag controleren we uw temperatuur, pols en de bloeddruk.

Dag 7

We inspecteren de wonden. In overleg met uw arts verwijderen we de nietjes in uw liezen. De arts verwijdert de vulvaire hechtingen. Als de wonden in de lies opengaan, verzorgen we ze. De drain insteken verzorgen we opnieuw. 3 keer per dag controleren we uw temperatuur, pols en bloeddruk. We starten met de inventarisatie van de nazorg. We doen, als het nodig is, een aanvraag voor nazorg.

Dag 8 en 9

Afhankelijk van uw herstel gaat u de 8e of 9e dag na uw operatie naar huis. U krijgt voor de materialen die u thuis gaat gebruiken een handleiding.

U mag naar huis als:
  • U geen koorts heeft.
  • Uw thuissituatie voldoende zorg kan bieden.
  • De thuiszorg goed geregeld is al u open wonden heeft.
Voordat u naar huis gaat maken we met u een afspraak voor de datum en tijd van het uitslaggesprek en de controlte. Het is belangrijk dat u weet wie u moet bellen als er thuis problemen ontstaan. Als de steunkousen nog niet binnen zijn, dan sturen we ze bij ontvangst naar uw thuisadres op.

Naar huis

Het is verstandig om in de eerste periode hulp in huis te hebben. Uw herstel duurt enkele weken, maanden of langer. Het is belangrijk dat u goed naar uw lichaam luistert. lees meer

Naar huis

Tijdens, maar ook na uw ziekenhuisverblijf moet het huishouden door kunnen draaien. Het is verstandig om tijdens deze periode hulp in huis te hebben. Licht huishoudelijk werk kunt u na enkele weken weer hervatten. De zwaardere taken kunt u voorlopig beter niet doen. Denk hierbij aan zwaar tillen, rekken en strekken.

Herstel en verwerking

Veel patiënten voelen zich aan het eind van de opname al aardig opgeknapt. Eenmaal thuis valt dit vaak tegen, omdat hier meer van u wordt verwacht. Meestal komen dan ook de emoties los. Het herstel duurt enkele maanden of langer. Zorg voor voldoende rust. Ga bijvoorbeeld ‘s middags een paar uur naar bed. Uw lichamelijke conditie verbetert geleidelijk. Het is niet precies te zeggen wanneer u de normale werkzaamheden kunt hervatten. Extra rust, ontspanning en goede zorg zijn voorlopig erg belangrijk voor u. Een goede lichamelijke en psychische conditie bevordert het herstel na de operatie.

Over het algemeen kunt u na ongeveer 3 maanden weer goed functioneren. Het is vooral belangrijk om naar uw lichaam te blijven luisteren. De manier van omgaan met gevoelens van verdriet en onzekerheid verschilt voor iedereen. Belangrijk is om te blijven praten met de mensen uit uw omgeving, of met deskundigen. Het kan zijn dat u tegen dingen aanloopt als u lichamelijk weer bent opgeknapt. Twijfel niet om hulp of advies te vragen. U kunt bij vragen of problemen altijd contact opnemen met de casemanagers.

Gevolgen van de operatie

  • Bij de operatie werden lymfeklieren uit uw liezen verwijderd. Hierdoor kan vochtophoping (lymfoedeem) in uw benen ontstaan.

    lees meer


    Lymfoedeem

    Bij de operatie werden lymfeklieren uit uw liezen verwijderd. Hierdoor kan vochtophoping (lymfoedeem) in uw benen ontstaan. Elastische kousen kunnen dit verhelpen. De behandelend arts heeft u hierover geïnformeerd. De kousen worden voor de operatie aangemeten. U krijgt ze in het ziekenhuis of we sturen ze naar uw thuisadres.

  • Seksualiteit

    Deze operatie kan grote gevolgen hebben voor de seksualiteit. Geslachtsgemeenschap is vaak niet goed mogelijk, omdat littekenweefsel de wondranden stug maakt. De verandering in beleving van seksualiteit is voor iedere vrouw verschillend. Vooral de zin in vrijen kan een lange periode afwezig of verminderd zijn. Intimiteit, genegenheid en knuffelen zijn in deze periode belangrijk. Het is belangrijk met uw partner over uw gevoelens te praten. Als er problemen op seksueel gebied ontstaan, dan kunt u deze altijd met uw behandelend arts bespreken.

Uitslag en controle

Het verwijderde weefsel wordt onderzocht door de patholoog. Op basis van deze uitslag besluiten we of een vervolgbehandeling nodig is. lees meer

Uitslag en controle

Weefselonderzoek

Het verwijderde weefsel sturen we op naar de patholoog (PA). Hij of zij onderzoekt het weefsel onder de microscoop. Na 10 tot 14 dagen is de uitslag hiervan bekend. De uitslag bespreken we in een werkgroep van verschillende zorgverleners. Deze zorgverleners zijn gespecialiseerd in de diagnostiek, behandeling en nazorg van patiënten met gynaecologische kanker. De groep komt wekelijks bij elkaar voor deze patiëntenbespreking. Hieruit volgt een advies voor controle of eventuele verdere behandeling. Uw behandelend arts bespreekt de PA-uitslag en het resultaat van deze bespreking met u. Als u al thuis bent, maken we voor u een poliklinische afspraak voor het uitslaggesprek.

Nabehandeling

Tijdens het gesprek over uitslag heeft u te horen gekregen of u aanvullende behandeling nodig heeft. Deze nabehandeling bestaat meestal uit chemotherapie en/of radiotherapie (bestraling). U krijgt hier informatie over. Ook wordt er een afspraak voor u gemaakt met de internist-oncoloog en/of de radiotherapeut.

Controles

Na de operatie komt u regelmatig op controle. Als u ook een nabehandeling heeft gehad, dan komt u ook voor controle bij de radiotherapeut of de internist-oncoloog. 6 weken na de operatie komt u bij uw behandelend arts op controle. Daarna verwachten we u gedurende het eerste jaar elke 3 maanden terug op de polikliniek Gynaecologie. Na een aantal jaren neemt het aantal controles af. Tijdens de controlebezoeken vindt eerst een gesprek plaats over de gang van zaken. Verder verricht de arts een algemeen lichamelijk onderzoek en een inwendig onderzoek. Ook prikt hij of zij bloed of we maken een afspraak voor röntgenonderzoek. Stel tijdens de controles de vragen die u heeft. Hoe simpel ze ook lijken. Uiteraard kunt u, ook tussendoor, altijd contact opnemen met uw behandelend arts via de casemanagers.
  • Medewerkers
  • Intranet