Na de behandeling

Na de behandeling komt u terug op afdeling. Daar controleren we uw bloeddruk, hartslag, zuurstofgehalte en temperatuur. U moet een aantal uur in bed blijven liggen, zodat het wondje in uw lies goed kan genezen.

Zodra u zich goed genoeg voelt, mag u eten en drinken. Ook mag u bezoek ontvangen. Voordat u naar huis mag, verwijderen wij het drukverband en zo nodig de hechting.

Als u naar huis gaat, mag u nog niet zelf autorijden. Wilt u daarom iemand vragen om u naar huis te brengen

Nacontroles

 Enkele weken na de ablatie heeft u een afspraak op de poli. Ook vinden controles plaats met behulp van event-recorders. Dit is een klein kastje dat gedurende 6 dagen uw hartritme registreert.

Leefregels voor thuis

Bij thuiskomst mag u het been waarvan de lies is aangeprikt gedurende drie dagen niet belasten. Dit betekent dat u niet mag:

  • hurken
  • bukken
  • tillen
  • autorijden
  • fietsen
  • niet te hard persen bij de ontlasting
  • in bad (water) gaan zitten. Douchen is wel toegestaan.

Traplopen kunt u trede voor trede doen, zonder af te zetten met het been waarvan de lies is aangeprikt.

Patiëntenzorg Behandelingen Ablatie bij hartritmestoornissen

Wat is een ablatie bij hartritmestoornissen?

Bij een ablatie bij hartritmestoornissen maken we kleine littekens in uw hart. Hierdoor voorkomen we hartritmestoornissen. lees meer

Wat is een ablatie bij hartritmestoornissen?

Bij een ablatie bij hartritmestoornissen (kathether-ablatie) maken we kleine littekens in uw hart. Hierdoor voorkomen we hartritmestoornissen.

Het hart is een spierpomp ter grootte van een vuist. De functie van het hart is het rondpompen van het bloed door het lichaam. Hartritmestoornissen geven klachten of beïnvloeden de pompfunctie van het hart. Deze ritmestoornissen kunnen we herstellen met een ablatie.

Tijdens de ablatie maakt de cardioloog kleine littekens in het hart, zodat de ritmestoornissen niet meer kunnen optreden. De arts kan op 2 manieren littekens maken: door bevriezing of warmte.


Contact

Polikliniek Cardiologie

(024) 361 93 50

De behandeling


Voor de behandeling

Op de dag van de ingreep moet u nuchter zijn. Dat betekent dat u vanaf 12 uur ’s nachts niets meer mag eten en drinken. Vergeet niet uw medicijnen mee te nemen naar het ziekenhuis. lees meer

Voor de behandeling

Op de dag van de ingreep moet u nuchter zijn. Dit betekent dat:

  • U vanaf 8 uur voor uw behandeling alleen licht vast voedsel en melkvoedingen mag eten. Volwassenen waarvan de ingreep na 14.00 uur gepland is, mogen dus vóór 08.00 uur een licht ontbijt (bijvoorbeeld beschuitje met jam, zonder boter) nuttigen.
  • U vanaf 6 uur voor uw behandeling alleen heldere vloeistoffen (thee, water, limonade, zwarte koffie) mag nuttigen. U mag ook een koolhydraatrijke vloeistof drinken, die speciaal hiervoor is gemaakt. Dit heeft namelijk voordelen voor de spijsvertering (minder insuline resistentie), het uw comfort (minder honger) en mogelijk de totale opnameduur.
  • U vanaf 2 uur voor uw behandeling niets meer mag eten. Een slokje water bij het innemen van uw medicijnen mag wel.

Medicatie

Uw arts vertelt u of u moet stoppen met uw medicatie. Vergeet niet om uw medicijnen en medicatielijst mee te nemen naar het ziekenhuis.


Tijdens de behandeling

De behandeling vindt plaats onder plaatselijke verdoving of algehele narcose. Dit is van tevoren met u op de polikliniek besproken. lees meer

Tijdens de behandeling

Bij aankomst in het Radboudumc meldt u zich bij de afdeling. Voordat u naar de behandelkamer gaat, krijgt u een operatiejasje aan. We controleren uw bloeddruk, hartslag, zuurstofgehalte en temperatuur. De verpleegkundige plaatst een infuus en neemt bloed af. Als alles gereed is, brengen we u naar de hartkatheterisatiekamer.

In de katheterisatiekamer neemt u plaats op de operatietafel en ontmoet u de cardioloog die de ingreep uitvoert. Samen bespreken we hoe de ingreep verloopt. U kunt zelf ook nog vragen stellen.

Tijdens de behandeling

De behandeling vindt plaats onder plaatselijke verdoving of algehele narcose. Dit is van tevoren met u op de polikliniek besproken. Als de behandeling plaatsvindt onder plaatselijke verdoving, vragen we regelmatig hoe het met u gaat.

De arts brengt eerst verschillende buisjes (sheats) in de bloedvaten in uw lies. Via deze buisjes kan de cardioloog de katheters opschuiven tot in uw hart. Deze katheters zorgen ervoor dat het hartritme nauwkeurig kan worden vastgelegd. Om stolselvorming op de katheters te voorkomen, krijg u via een infuus een bloedverdunner toegediend. 

Door één van de katheters spuit de arts vervolgens contrastmiddel in, zodat we röntgenopnamen van uw hart kunnen maken. Aan een andere katheter zit een ballon. Deze breng de arts in tot in de longader en bevriest of verhit deze daarna. Hierdoor maken we littekens. Deze littekens blokkeren de ritmestoornissen. De arts herhaalt deze procedure bij alle longaders, zodat de littekens sterk genoeg zijn om een volledige blokkade tegen ritmestoornissen te vormen.

Na de behandeling verwijdert de cardioloog de katheters en de buisjes uit uw lies. U krijgt een drukverband rondom uw lies. Soms is het nodig ook een hechting te plaatsen.

De behandeling duurt enkele uren.


Na de behandeling

Na de behandeling komt u terug op de afdeling. U moet een aantal uur in bed blijven liggen. Als u naar huis gaat, mag u nog niet zelf autorijden. lees meer

Complicaties

Alhoewel we getraind zijn, bestaat de kans op het ontstaan van complicaties tijdens of na de behandeling. Uw arts bespreekt deze risico's met u voor de ingreep. lees meer

Complicaties

Alhoewel we getraind zijn, bestaat de kans op het ontstaan van complicaties tijdens of na de behandeling. Uw arts bespreekt deze risico's met u voor de ingreep.

Complicaties tijdens de behandeling

  • Het belangrijkste risico is een bloeding in de lies. De kans hierop is ongeveer 1-3%.
  • Daarnaast bestaat een kleine kans (<0,5%) op het ontstaan van een bloeding in het hartzakje. De behandeling moet dan worden beëindigd. Vaak gaat een dergelijke bloeding vanzelf weer over. Dit controleren we met echo’s. Soms moet het bloed in het hartzakje worden verwijderd. Dat gebeurt meestal tijdens dezelfde procedure. De kans dat er een hartchirurg nodig is om het gaatje dicht te maken is zeer klein (0,1%).
  • Bij de procedures in de linker hartboezem of linker hartkamer is een kleine kans (<0,5%) op een herseninfarct door bloedstolsels of luchtbelletjes. Tijdens de behandeling geven we u  bloedverdunners om de kans op stolselvorming zo klein mogelijk te maken.

Complicaties na de behandeling

Het kan zijn dat u zich na de ingreep enkele uren moe en misselijk voelt door de anesthesie. Ook kunt u een branderig gevoel op de borst ervaren. Dit komt door het opvoeren van de katheters en het bevriezen of verwarmen. Daarnaast kan uw keel wat gevoelig aanvoelen door de beademing tijdens de ingreep. Bespreek uw klachten altijd met de verpleegkundige.

U kunt in de eerste maand na de ablatie nog ritmestoornissen voelen. Daarom blijft u alle medicatie tot 3 maanden na de ablatie gebruiken. Dit is niet erg, omdat uw lichaam deze tijd nodig heeft om de littekens tot rust te laten komen.

Mocht u in de eerste 4 weken na de ingreep klachten hebben van maagpijn, zuurbranden en/of koorts, neem dan direct contact op met het ziekenhuis. Dit geldt ook in de avonduren en in het weekend.

Meer informatie


Polikliniek Hartvaatcentrum

Binnen de polikliniek Hartvaatcentrum verlenen we gespecialiseerde zorg aan patiënten met problemen aan het hart en/of de grote bloedvaten in de borstkas.

lees meer

Polikliniek Anesthesiologie

Als u binnenkort een behandeling of onderzoek ondergaat waarbij verdoving nodig is, bezoekt u de polikliniek anesthesiologie. lees meer

Verpleeg­afdeling Hart, Vaat en Long C4

Op de verpleegafdeling Hart, Vaat en Long (C4) werken de volgende specialismen nauw met elkaar samen: Cardiologie, Cardio-thoracale Chirurgie, Longziekten en Heelkunde.

lees meer

Hart­katheterisatie

Op onze afdeling kunt u terecht voor onderzoeken en behandelingen als een drukmeting, dotteren, opsporen van hartritmestoornissen, implanteren/vervangen van pacemakers en ICD ‘s.

lees meer
  • Medewerkers
  • Intranet