Tijdens de behandeling

Bij aankomst in het Radboudumc meldt u zich bij de afdeling. Voordat u naar de behandelkamer gaat, krijgt u een operatiejasje aan. We controleren uw bloeddruk, hartslag, zuurstofgehalte en temperatuur. De verpleegkundige plaatst een infuus en neemt bloed af. Als alles gereed is, brengen we u naar de hartkatheterisatiekamer.

In de katheterisatiekamer neemt u plaats op de operatietafel en ontmoet u de cardioloog die de ingreep uitvoert. Samen bespreken we hoe de ingreep verloopt. U kunt zelf ook nog vragen stellen.

Tijdens de behandeling

De behandeling vindt plaats onder plaatselijke verdoving of algehele narcose. Dit is van tevoren met u op de polikliniek besproken. Als de behandeling plaatsvindt onder plaatselijke verdoving, vragen we regelmatig hoe het met u gaat.

De arts brengt eerst verschillende buisjes (sheats) in de bloedvaten in uw lies. Via deze buisjes kan de cardioloog de katheters opschuiven tot in uw hart. Deze katheters zorgen ervoor dat het hartritme nauwkeurig kan worden vastgelegd. Om stolselvorming op de katheters te voorkomen, krijg u via een infuus een bloedverdunner toegediend. 

Door één van de katheters spuit de arts vervolgens contrastmiddel in, zodat we röntgenopnamen van uw hart kunnen maken. Aan een andere katheter zit een ballon. Deze breng de arts in tot in de longader en bevriest of verhit deze daarna. Hierdoor maken we littekens. Deze littekens blokkeren de ritmestoornissen. De arts herhaalt deze procedure bij alle longaders, zodat de littekens sterk genoeg zijn om een volledige blokkade tegen ritmestoornissen te vormen.

Na de behandeling verwijdert de cardioloog de katheters en de buisjes uit uw lies. U krijgt een drukverband rondom uw lies. Soms is het nodig ook een hechting te plaatsen.

De behandeling duurt enkele uren.

Patiëntenzorg Behandelingen
Resultaten (852)

Filter

  • Medewerkers
  • Intranet