Schuimend slijm

U kunt last hebben van veel schuimend slijm door droge lucht. Het is dan belangrijk om uw luchtpijp te bevochtigen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door de luchtvochtigheid van uw omgeving aan te passen. Daarnaast kunt u 1 a 2 maal extra per dag druppelen met Nacl 0.9%. U mag maximaal 6 keer per dag druppelen.
Patiëntenzorg Behandelingen Totale larynx extirpatie (TLE)

Over een totale Larnyx Extirpatie (TLE)

Een totale larynx extirpatie voeren we uit om een kwaadaardige tumor in uw strottenhoofd te verwijderen. Een andere reden voor een TLE zou kunnen zijn dat u zich regelmatig ernstig verslikt lees meer

Over een totale Larnyx Extirpatie (TLE)

Een totale larynx extirpatie voeren we uit om een kwaadaardige tumor in uw strottenhoofd te verwijderen. Een andere reden voor een TLE zou kunnen zijn dat u zich regelmatig ernstig verslikt (bijvoorbeeld door een aangeboren afwijking of een eerdere behandeling). Dit is echter zeer uitzonderlijk. Soms verwijderen we ook (gedeeltelijk) uw lymfeklieren.

Contact

Afdeling Keel-, Neus- en Oorheelkunde

(024) 361 35 06

De behandeling

Tijdens de operatie nemen we uw strottenhoofd en stembanden helemaal weg. Uw luchtpijp hechten we voor in uw hals. Ook plaatst de arts een stemprothese in uw hals. lees meer

De behandeling

Tijdens de operatie nemen we uw strottenhoofd en stembanden helemaal weg. Uw luchtpijp hechten we voor in uw hals. Zo ontstaat er een tracheostoma. Deze stoma is een blijvende opening in uw hals. Tijdens de operatie plaatst de arts een stemprothese in uw hals, het zogenaamde ‘knoopje’. Dit is een kunstmatige verbinding tussen uw luchtpijp en slokdarm waarin de arts kunststof buisje met een ventiel systeem plaatst.
 

Gevolgen van de behandeling

  • Uw ademweg verloopt niet meer via uw neus of mond, maar via het stoma. Dit betekent dat uw neus zijn functies verliest.

    lees meer


    Ademhaling

    Doordat de normale luchtweg onderbroken is en er een nieuwe toegang naar uw luchtpijp is aangebracht heeft dit gevolgen voor uw ademhaling. De nieuwe toegang naar uw luchtpijp noemen we een (tracheo)stoma. Uw ademweg verloopt niet meer via uw neus of mond, maar via het stoma. Dit betekent dat uw neus zijn functies verliest. Hierdoor ruikt u niets meer, maar ook andere functies gaan verloren. Zo wordt ook de ingeademde lucht niet meer door uw neus bevochtigd, gefilterd en verwarmd. U ademt via de het stoma droge lucht in. Deze droge lucht kan voor irritatie van het slijmvlies in uw luchtweg zorgen, waardoor u veel hoest en ook meer slijm via het stoma ophoest. U kunt dit voorkomen door:
    • Uw luchtpijp vochtig te maken met met NaCL 0,9%.
    • Het dragen van een beschermfilter.
    Met het stoma kunt u ook niet meer blazen, snuiten of persen. Wij raden u daarom aan om vezelrijke voeding te eten. Dit bevordert de stoelgang.

  • Lichamelijke verzorging

    Douchen, baden en zwemmen

    Via het stoma kan er makkelijker water in uw longen komen. Gebruik daarom tijdens het douchen altijd het douche hulpmiddel (shower aid) of een opgerold washandje om te voorkomen dat er water door de stoma komt. De shower aid is een blauw, gebogen pijpje dat u op de stomapleister plaatst met de opening naar beneden. Hierdoor loopt het water langs de shower aid en niet in het stoma.

    Baden en zwemmen met een stoma is alleen met de juiste hulpmiddelen mogelijk. Neem voor meer informatie over deze hulpmiddelen contact op met de patiëntenvereniging.

    Scheren

    Wij raden u aan een stomafilter te dragen wanneer u zich scheert. Dit om te voorkomen dat kleine haartjes in het stoma terecht komen.

  • Spraak

    Normaal gesproken kunt u praten doordat er lucht via de in trilling gebrachte stembanden naar uw mond- en keelholte wordt gebracht. Tijdens de operatie is uw strottenhoofd met de stembanden verwijderd en de normale luchtweg onderbroken. U kunt hierdoor niet meer spreken zoals voorheen. Tijdens de operatie plaatst de arts een stemprothese. Door bij het uitademen het stoma dicht te drukken gaat de lucht via de stemprothese naar uw mond- en keelholte. Door trillingen van de bovenste slijmvliesplooien in uw slokdarm is het mogelijk om geluid te produceren.

    Spraakrevalidatie

    Uw stem klinkt anders dan voor de operatie. Door TLE is de stem bij vrouwen veel lager dan voorheen. U zult moeten oefenen om te kunnen praten. De logopedist oefent uw spraak met u.

    U kunt naast het spreken met behulp van de stemprothese ook de slokdarmspraak leren. Bij de slokdarmspraak leert u gecontroleerd geluid te vormen. Dit doet u door lucht vanuit uw maag naar uw mond- en keelholte te brengen. Daarnaast is het mogelijk om gebruik te maken van een elektrolarynx. Dit is een apparaat dat de trillingen van uw hals overneemt. Door te articuleren wordt klank gevormd. Het nadeel van deze manier van spreken is dat het elektronisch klinkt.

  • Verandering zelfbeeld

    Het stoma zit zichtbaar in uw hals waardoor uw uiterlijk verandert. Het is mogelijk om het stoma met sieraden, een sjaaltje of andere kleding te camoufleren.

    Na de operatie is het belangrijk dat u uw dagelijkse bezigheden weer oppakt. Gun uzelf en uw omgeving (partner, familie en kennissen) de tijd om aan de nieuwe situatie te wennen. U kunt de situatie uitleggen op uw werk of vereniging. Dit kan onzekerheid wegnemen en maakt het bespreekbaar voor u en anderen.

  • Voeding

    Na de operatie mag u alles eten en drinken. Uw smaak kan na de operatie wel anders zijn dan daarvoor. Dit komt omdat uw reuk verminderd is. De reuk bepaalt namelijk voor een deel de smaak. Omdat de luchtpijp is vastgehecht en niet direct in verbinding staat met de slokdarm kunt u zich niet meer verslikken. De luchtpijp en de slokdarm zijn alleen met elkaar verbonden door de stemprothese. Als de stemprothese lekt dan kan er wel eten of drinken in uw luchtpijp lopen. 

Verzorging tracheostoma

Bij de verzorging van de tracheostoma moet u rekening houden met een aantal dingen. lees meer

Verzorging tracheostoma

Voorbereiding

Was uw handen goed voordat u begint met de verzorging. Zet vervolgens de volgende materialen klaar: 
  • spiegel
  • druppelflesje of 2 ml spuitje met zout water (NaCL 0,9%)
  • grote en kleine wattenstokjes,
  • onsteriele gazen 10 bij 10 cm,
  • een lampje en zoete olie.
  • eventueel een nieuw beschermfilter, sjaaltje Deltanex® of stomapleister

De verzorging

  • Verwijder de filtercassette of het Deltanex® sjaaltje.
  • Verwijder zonodig het aanwezige slijm.
  • Druppel bij inademing ½ tot 1½ ml NaCL 0,9% in de stoma.
  • Hoest goed op door middel van de huf-techniek (adem diep in en hoest kort en krachtig uit).
  • Verwijder overtollig slijm met 10 bij 10 cm gaas.
  • Maak de stomarand schoon met wattenstokjes.
  • Maak de stemprothese schoon met een wattenstokje.
  • Smeer de stomarand en de stemprothese in met zoete olie met een wattenstokje.
  • Plaats de stomafilter of Deltanex® terug voor de stoma.
  • Maak 1 keer per dag de stemprothese schoon met behulp van het borsteltje of met spuit de stoma door met de ‘flush’ met NaCL 0,9% (zie bijlage).
  • Bevestig de beschermfilter (kunstneus/ Deltanex) en/of pleister.
De pleister mag maximaal 3 dagen blijven zitten. U hoeft deze niet bij iedere verzorging te vervangen. U kunt uw huid onder de pleister schoonmaken met water en zeep tijdens het wisselen van de pleister. Gebruik geen remover doekjes op uw huid. Hiervan droogt uw huid uit.

Adviezen

Verzorg uw stoma minimaal 4 keer per dag. Als u last krijgt van taai slijm dan kunt u de stoma vaker verzorgen, maximaal 6 keer per dag. Houd tijdens de verzorging rekening met het volgende:
  • Controleer of de wattentip van het wattenstokje goed vastzit voordat u het stoma schoon gaat maken.
  • Controleer voordat u de filtercassette op de pleister bevestigt of de verende klep terugveert wanneer u hem heeft ingedrukt.
  • Maak de stemprothese minimaal 1 keer per dag schoon met de flush en/of het borsteltje, dit versoepelt het praten.
  • Ververs elke dag de NaCL 0,9% uit het druppelflesje.
  • Vervang de filtercassette minimal 1 maal per dag en zonodig vaker.
  • Gebruikt u de Deltanex®, dan mag u deze 3 maal op de hand wassen. Daarna verliest de Deltanex® zijn functie.

Verzorging stemprothese

Het is belangrijk dat u de stemprothese goed schoon houdt. Het schoonmaken van de stemprothese doet u met het borsteltje of de flush. lees meer

Verzorging stemprothese

Het is belangrijk dat u de stemprothese goed schoon houdt. De stemprothese is zo gemaakt dat er wel lucht door de prothese kan, maar geen voedsel en drank terug kan lekken naar de luchtpijp. Als de stemprothese vuil is kan er geen lucht naar uw mond- en keelholte en is spraak niet of nauwelijks mogelijk. Het schoonmaken van de stemprothese doet u met het borsteltje of de flush. De stemprothese moet regelmatig vervangen worden. De frequentie van het verwisselen van de prothese varieert van 3 tot 9 maanden en vindt plaats op de polikliniek KNO.

De brush

Tijdens uw ziekenhuisopname heeft u samen met een verpleegkundige geoefend met de brush. De brush is een klein borsteltje dat precies in de stemprothese past. Door de blauwe boord aan het borsteltje kunt u de brush niet te ver in het knopje schuiven. De brush kunt u makkelijk buigen, zodat u goed bij de stemprothese kunt komen. Gebruik de brush minimaal 1 keer per dag om zo goed mogelijk te kunnen spreken. Wij raden u aan om dit in de ochtend te doen. U heeft er dan de hele dag profijt van. Mocht het nodig zijn dan kunt u de brush meerdere malen per dag gebruiken.

Werkwijze:
  • Breng de brush voorzichtig met een licht draaiende beweging in de stemprothese tot aan de blauwe boord.
  • Verwijder daarna de brush met een licht draaiende beweging uit de stemprothese.
  • Spoel de brush onder de kraan af en droog het af met een gaasje.

De flush

U kunt de stemprothese ook schoonmaken met de flush. Ook met de flush heeft u tijdens opname in het ziekenhuis samen met een verpleegkundige geoefend. De flush werkt als een pipet. Met de flush kunt u NaCL 0,9% optrekken. Het uiteinden van de flush past precies in de stemprothese. Door de flush met het uiteinde in de stemprothese te plaatsen en de pipet te legen wordt de hoeveelheid NaCL 0,9% door het knoopje naar de slokdarm gespoten en neemt het overtollig slijm mee dat in de stemprothese achter is gebleven. U slikt dit dan door.

Werkwijze
  • Vul de pipet met NaCL 0,9%.
  • Plaats het uiteinde van de flush in het knoopje.
  • Knijp het ballonnetje met NaCL 0,9% leeg.
Het is mogelijk dat u enkele druppeltjes NaCL 0,9% in de luchtpijp krijgt tijdens het flushen van het knoopje, met als gevolg dat u moet hoesten, dit kan geen kwaad.

De plug

De plug is een rubber dopje waarmee u de stemprothese kunt afsluiten. U kunt de plug gebruiken wanneer de stemprothese lekt en u zich daardoor verslikt. Door de plug op het knoopje te plaatsen kan er geen eten of drinken meer de in luchtpijp lopen. U kunt dan eten en drinken zonder dat u zich verslikt. Wanneer u de plug heeft geplaatst kunt u tijdelijk niet spreken. De stemprothese wordt namelijk afgesloten. Hierdoor is het niet mogelijk om lucht van de longen naar de mondholte te verplaatsen.

Na het eten en/of drinken kunt u de plug weer verwijderen, zodat spraak weer mogelijk is. Houd er wel rekening mee dat u het sputum niet inslikt maar in een gaasje uitspuugt wanneer u de plug niet gebruikt. De plug is een tijdelijke oplossing, de stemprothese dient vervangen te worden. Wanneer u zich verslikt kunt u contact op nemen met de polikliniek KNO- heelkunde. In een enkel geval kunt u zich ondanks het gebruik van de plug toch nog verslikken, het is dan verstandig om niets meer te eten en drinken en contact op te nemen met de polikliniek KNO-heelkunde. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met uw huisarts.

Problemen en oplossingen

U kunt last hebben van onder andere taai slijm, hoesten en roodheid van uw huid.
  • Taai slijm ontstaat door droge lucht en irritatie aan uw luchtpijp.

    lees meer


    Taai slijm

    Taai slijm ontstaat door droge lucht en irritatie aan uw luchtpijp. Om dit taaie slijm op te lossen kunt u het volgende doen:
    • Druppel 1 a 2 keer extra per dag met Nacl 0.9%.
    • Bevochtig de luchtpijp met de stoom van de douche.
    • Start in overleg met uw arts met medicatie om het slijm dunner en makkelijker ophoestbaar te maken (bijvoorbeeld fluimucil).
    • Pas de luchtvochtigheid van uw leefomgeving aan.

  • Helder dun slijm

    Helder dun slijm kan ontstaan door verkoudheid, te veel druppelen met NaCL of het gebruik van een slijmverdunner. Om dit op te lossen kunt u het volgende doen:
    • Verminder de hoeveelheid NaCL met het druppelen.
    • Gebruikt u een slijmverdunner (bijv. fluimucil) dan kunt u hiermee stoppen na overleg met uw huisarts.

  • Spoortjes bloed bij slijm

    U kunt bij het ophoesten spoortjes bloed in uw slijm hebben. Dit ontstaat wanneer uw luchtpijp te droog is en er korstjes ontstaan. Doordat u deze korstjes loshoest, raakt uw luchtpijp beschadigd en geïrriteerd. Om dit te verhelpen kunt u het volgende doen:
    • Bevochtig uw luchtpijp meer.
    • Leer de goede hoest (‘huff’) techniek aan.
    • Neem contact op met uw arts als u bloed blijft verliezen.

  • Geel/groen slijm

    Als u last heeft van geel of groen slijm, dan kan dit een gevolg zijn van een luchtweginfectie. Druppel zonodig 1 a 2 maal daags extra met Nacl 0,9% en breng uw arts op de hoogte.
     

  • Kriebelhoest

    U kunt last hebben van kriebelhoest. Dit ontstaat door droge lucht. U kunt het volgende doen:
    • Druppel 2 keer per dag extra met zout water.
    • Verhoog de luchtvochtigheid in uw huis.

     

  • Roodheid van de huid rondom het stoma

    Roodheid kan ontstaan door slijm dat de huid irriteert, irritatie door de pleister of door een continu vochtige huid. Daarnaast kan de huid rood worden door een verkeerde verzorging.

    Als uw huid erg gevoelig en teer is dan kunt u uw huid uit voorzorg beschermen met een dun laagje Cavillon®. Deze zalf zorgt voor een beschermlaag op de huid, een soort tweede huidlaagje. Laat na het reinigen uw huid eerst even drogen voordat u het insmeert met Cavillon®. Om uw huid te ontzien kunt u tijdelijk een beschermfilter in de vorm van een Deltanex® sjaaltje gebruiken.

  • Verslikken

    De stemprothese kan gaan lekken. Dit gebeurt meestal na 3 tot 9 maanden. Door een lekkende stemprothese komt drank en voedsel in uw luchtpijp. U verslikt zich dan. Wanneer de stemprothese lekt kunt u deze afdoppen met behulp van de ‘plug’. Zo kunt u toch eten en drinken.

    Contact opnemen

    Het is belangrijk dat u contact opneemt met de afdeling KNO om een afspraak te maken om de stemprothese te vervangen. Buiten kantrootijden adviseren wij u om de plug te gebruiken met eten en drinken. Na het eten en drinken kunt u de plug weer verwijderen zodat u weer kunt praten. Wanneer u zich, ondanks het gebruik
    van de plug verslikt, controleer dan of vloeistoffen langs het knoopje lekken en neem contact op met de afdeling KNO. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met uw huisarts.

Adviezen en leefregels

Wij raden u aan om altijd materialen, zoals wattenstokjes en gazen, voor de verzorging van het stoma mee te nemen wanneer u uit huis gaat. Daarnaast is het belangrijk dat u stof, extreme hitte en kou zoveel mogelijk voorkomt. lees meer

Adviezen en leefregels

Verzorgingsmateriaal

Wij raden aan om altijd materialen, zoals wattenstokjes en gazen, voor de verzorging van het stoma mee te nemen wanneer u uit huis gaat. (zoals watten- stokjes, gazen en een spiegeltje). Daarnaast is het belangrijk om voldoende verzorgingsmateriaal in huis te hebben. Bestel het materiaal op tijd en en voor ongeveer 3 weken. Wanneer u een nieuw pakket opent kunt u een nieuw pakket bestellen, zo voorkomt u dat u te weinig verzorgingsmaterialen in huis heeft.

Activiteiten

Vermijd activiteiten waarbij u in aanraking komt met grote hoeveelheden stof, extreme hitte, kou, prikkelende gassen of dampen. Bovendien moet u voorzichtig zijn met water. Water kan via het stoma rechtstreeks in uw longen komen, scherm daarom tijdens het douchen het stoma af met het douchekapje (‘shower aid’) of bijvoorbeeld een opgerold washandje.

Beschermfilter

Draag altijd een beschermfilter voor het stoma om verkoudheid en irritatie van uw luchtpijp te voorkomen. Hierdoor voorkomt u ook extra korstvorming in de luchtpijp.

Roken

Doordat u niet meer inademt via uw mond, is roken na een TLE niet meer mogelijk. U kunt uw arts of verpleegkundige eventueel vragen naar hulpmiddelen bij het stoppen met roken.
  • Medewerkers
  • Intranet