Komt u in aanmerking?

U heeft met uw nefroloog besloten dat u in aanmerking wilt komen voor een niertransplantatie.

Om te kijken of u in aanmerking komt voor een niertransplantatie, komt u een dag naar het Radboudumc voor een aantal gesprekken met een nefroloog, uroloog en vaatchirurg. Ook onderzoeken zij u. Helaas is het niet altijd mogelijk om alles op 1 dag te plannen. 

Voorbereiding en onderzoek

In de uitnodigingsbrief die u ontvangt staat een link naar de voorlichtingsvideo over niertransplantatie. Het is belangrijk dat u deze video bekijkt vóór het telefonische gesprek met de verpleegkundige. Dit telefoongesprek vindt meestal 2 dagen voor de afspraken plaats. Op deze manier bent u goed voorbereid op de gesprekken met de artsen en kunt u gerichte vragen stellen.

Tijdens uw bezoek stelt de nefroloog u vragen over uw algemene gezondheidstoestand, bijvoorbeeld over uw medische voorgeschiedenis.

Ook de vaatchirurg stelt u wat vragen, bijvoorbeeld of u ooit geopereerd bent aan de bloedvaten, en of u suikerziekte heeft. Zo kan hij de toestand van uw bloedvaten beoordelen en eventueel aanvullende onderzoeken laten uitvoeren.

De uroloog vraagt u of er bijzonderheden zijn bij het plassen. Daarnaast beoordeelt de uroloog of er voldoende ruimte in de buik is om een transplantaatnier te plaatsen. Zo nodig worden aanvullende onderzoeken aangevraagd.

Vervolgens beoordelen de nefroloog, vaatchirurg en uroloog samen of u in de juiste conditie bent om een niertranplantatie te ondergaan. U en uw nefroloog ontvangen hierover bericht.

Het kan zijn dat zij nog een aanvullend onderzoek adviseren door bijvoorbeeld een cardioloog.
Deze eventuele onderzoeken vinden plaats in uw eigen ziekenhuis.

Wachtlijst

Als alle artsen akkoord zijn en uw nierfunctie zo slecht is dat u moet gaan dialyseren, plaatsen wij u op de wachtlijst bij Eurotransplant. We bepalen de achteruitgang van de nierfunctie op basis van 24-uurs urine, bloeduitslagen en de klachten die u heeft.

Eurotransplant kijkt bij het aanbod van een nier van een overleden donor welke ontvanger het beste past.
Dat is niet alleen afhankelijk van uw dialysetijd en uw bloedgroep, maar bijvoorbeeld ook hoe goed de donornier bij de ontvanger past. Het is dus niet zo dat u langzaam opschuift op de wachtlijst.

Eurotransplant kijkt bij het aanbod van een nier van een overleden donor welke ontvanger het beste past.
Dat is niet alleen afhankelijk van uw dialysetijd en uw bloedgroep, maar bijvoorbeeld ook hoe goed de donornier bij de ontvanger past. Het is dus niet zo dat u langzaam opschuift op de wachtlijst.

Bijeenkomst en Nierteam aan huis

Misschien dat u het moeilijk vindt om over uw nierziekte te praten, maar door dit onderwerp te bespreken komt u te weten of uw naasten hier mogelijk voor open staan.
2x per jaar wordt er in het Radboudumc een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd. Hierin vertellen we over transplantatie, donatie bij leven en de (mogelijk) emotionele gevolgen. Wij nodigen u uit om deze bijeenkomst samen met uw naasten bij te wonen.

Daarnaast kan het nierteam ook bij u thuis komen. Zij geven dan in uw vertrouwde omgeving voorlichting over de effecten van nierziekten, over dialyse en transplantatie. U kunt dan familie, vrienden en andere belangstellenden uitnodigen om te komen luisteren. Als u hier interesse in heeft, neem dan contact op via
nierteamaanhuis.nier@radboudumc.nl

Voorbereiding
Komt u in aanmerking voor transplantatie?
De operatie
Voor de operatie
Verloop niertransplantatie
Nazorg
Na de behandeling
Eigen beheer
Leven na de transplantatie
Leefstijl
Adviezen
Seksualiteit
Zwangerschap

Voorbereiding

Komt u in aanmerking voor transplantatie?


Komt u in aanmerking?

Om te kijken of u in aanmerking komt voor een niertransplantatie, komt u een dag naar het Radboudumc voor een aantal gesprekken met een nefroloog, uroloog en vaatchirurg.

lees meer

Een nierdonor vinden

Als een niertransplantatie voor u de beste behandeling is, kunt u de wachttijd voor een donornier beduidend verkorten als u zelf een donor vindt. Bovendien is de kwaliteit van een donornier meestal beter dan die van een overleden donor. Er zijn verschillende mogelijkheden om een nierdonor te vinden.

lees meer

Een nierdonor vinden

Als een niertransplantatie voor u de beste behandeling is, kunt u de wachttijd voor een donornier aanzienlijk verkorten als u zelf een donor vindt. Bovendien is de kwaliteit van een donornier meestal beter dan die van een overleden donor. Daardoor werkt een nier van een levende donor meestal beter en langer. Op deze pagina geven we u tips om een nierdonor te vinden. Transplantatiecentra zoals het Radboudumc adviseren hierover, maar hebben niet de taak om nierdonoren en nierpatiënten bij elkaar te brengen.

  • Direct/indirect vragen. U kunt familieleden of andere bekenden direct vragen of zij een nier aan u willen doneren. Veel mensen vinden dit moeilijk of spannend. Het kan helpen om de vraag indirect te stellen door bijvoorbeeld te vertellen dat niertransplantatie een behandelmogelijkheid is, maar het vinden van een donor moeilijk kan zijn. U kunt informatie over nierdonatie bij leven vinden op onze eigen website en op de website van nierstichting
  • Nierteam aan huis. Het Nierteam aan Huis geeft informatie over nierschade, nierfalen, dialyse, niertransplantatie en nierdonatie bij leven. Voor meer informatie klik hier.
  • Via een e-mail/brief. U kunt ook een brief of e-mail aan uw naasten en bekenden sturen met uitleg over uw nierziekte en de behandelmogelijkheden, waaronder een niertransplantatie met een levende nierdonor. U kunt dan met zorg uw woorden kiezen en de ontvanger hoeft niet direct te reageren. Zo krijgt hij/zij de gelegenheid om na te denken over uw situatie en zijn/haar mogelijkheid om u te helpen.
  • Voorlichting. U kunt mensen uitnodigen om mee te gaan naar een voorlichtingsbijeenkomst over niertransplantatie en –donatie. Twee keer per jaar is er zo’n voorlichtingsbijeenkomst in het Radboudumc. Deze zijn voor iedereen toegankelijk. Soms melden mensen zich na deze dag aan als nierdonor.
  • Oproep in een blad/tijdschrift. Sommige nierpatiënten vinden een nierdonor via een oproep in het blad van hun (sport)club of het kerkgenootschap waar ze bij horen.
  • Via sociale media. U kunt een oproep doen om een nierdonor te vinden via sociale media, bijvoorbeeld Facebook. Zo kunt u een bekend iemand vinden die een nier aan u wil afstaan, maar ook onbekenden kunnen zich aanbieden. Dat laatste heet een gerichte altruïstische donatie. Er is een stappenplan dat u kunt lezen om te zien welke stappen u kunt nemen als u wilt gaan zoeken naar een gerichte altruïstische donor.
  • Het kan zijn dat u veel antistoffen heeft (bijvoorbeeld door eerdere transplantaties). Dit kan de kans op het vinden van een geschikte nierdonor aanzienlijk verkleinen. We raden daarom aan om altijd eerst even met uw nefroloog te overleggen voordat u probeert een nierdonor te vinden via facebook. Dit om mogelijke teleurstelling te voorkomen.

Potentiële donor gevonden?

Heeft u een persoon gevonden die zijn/haar nier aan u wil doneren? Dan kan deze donor meer informatie vinden en zich aanmelden via deze website of contact opnemen met de verpleegkundig coördinatoren levende nierdonatie: (024) 361 08 49. Zij zijn tijdens kantooruren laagdrempelig te bereiken voor eventuele vragen. 
 

Privacy nierdonor

Vanwege privacyredenen informeert het transplantatiecentrum u niet over de onderzoeken van de nierdonor en of deze geschikt is als donor voor u. U zult dit zelf met hem/haar moeten bespreken. Realiseert u zich dat het beoordelen van een nierdonor 3 tot 6 maanden kan duren en dat ongeveer 20% van de nierdonoren wordt afgekeurd tijdens het traject.

De operatie

Voor de operatie


Voorbereiding operatie

U heeft een oproep voor uw niertransplantatie en u komt op de afgesproken tijd naar de verpleegafdeling.

lees meer

Voorbereiding operatie

U heeft een oproep voor uw niertransplantatie en u komt op de afgesproken tijd naar de verpleegafdeling. De zaalarts ontvangt en onderzoekt u. Tijdens uw opname komt de zaalarts iedere dag bij u langs om uw herstel te bespreken en uw vragen te beantwoorden. De verpleegkundige maakt u wegwijs op de afdeling. Zij neemt bloed bij u af en ondersteunt u bij uw herstel. Ook geeft de verpleegkundige uitleg over uw nieuwe medicijnen. U gaat in bed naar de operatiekamer. Na weer een paar controles, wordt u onder narcose gebracht en begint de operatie.


Verpleegafdeling

Voor de transplantatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling Nierziekten. Lees hier wat u beter wel of niet mee kunt nemen en wat kunt kunt verwachten op de verpleegafdeling.

lees meer

Verpleegafdeling

Meenemen bij opname:

  • Eigen medicatie in originele verpakking, voldoende tot aan de operatie.
  • Recente medicijnlijst. Deze kunt u opvragen bij uw apotheek, of als u dialyseert (hemodialyse) bij de dialyseverpleegkundige van uw dialysecentrum.
  • Telefoonnummer van twee contactpersonen
  • Mobiele telefoon
  • Toiletspullen
  • Ochtendjas en slippers/pantoffels
  • Wijde broek met wijdere of korte pijpen/rok; tijdens uw verblijf heeft u een blaaskatheter en ruimte voor de afvoerslang nodig. Uw buik is na de transplantatie nog wat opgezet: een strakke broek/rokband zit dan niet lekker.
  • S2 of  E112 formulier (alleen voor Duitse patiënten). Klik hier voor meer informatie. 

Niet meenemen bij opname

  • Waardevolle spullen. Iedere patiënt heeft een kast met een slot erop, helaas biedt dit geen 100% zekerheid dat er niets ontvreemd wordt. Het ziekenhuis is niet aansprakelijk voor vermissing van eigendommen.
  • Maaltijden van thuis. Door het vervoeren van maaltijden kan er bacteriegroei in het eten ontstaan. Uw weerstand is verlaagd door de medicatie tegen afstoting; u zou hiervan ziek kunnen worden.

Verpleegafdeling Nierziekten

Voor de transplantatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling Nierziekten. Deze afdeling vindt u via de hoofdingang, route 686. Zo nodig kunt u bij de receptie terecht met vragen.
Er zijn op de verpleegafdeling éénpersoonskamers. 
Er zijn veel verschillende medewerkers betrokken bij uw behandeling. Met artsen en verpleegkundigen krijgt u het meest te maken. U kunt uw mobiele telefoon gebruiken in het ziekenhuis. U kunt gebruik maken van Wifi op de afdeling.

Lees meer over de verpleegafdeling Nierziekten

Familie

Als er familieleden mee zijn gekomen naar het ziekenhuis betrekken de verpleegkundigen hen zoveel mogelijk bij de gang van zaken.
Het wachten voor de operatie kan voor hen soms erg lang zijn. Helaas is het niet toegestaan om op de kamer van de patiënt te wachten tijdens de operatie. U kunt wachten in de lounge van de verpleegafdeling of thuis. De contactpersoon wordt gebeld door de chirurg zodra de operatie klaar is. Vervolgens wordt er opnieuw gebeld als de patiënt wakker genoeg is om bezoek te ontvangen.   
 

Verloop niertransplantatie


De operatie

De vaatchirurg en uroloog voeren samen de operatie uit. 

lees meer

De operatie

Vaatchirurg

De vaatchirurg begint met de operatie. Hij maakt een snee langs de heup en opent de buik. De vaatchirurg pakt een bleekgekleurde nier uit een bakje met vloeistof en plaatst deze nieuwe nier in de buik. Hij sluit eerst de ader en daarna de slagader van de nier aan op de grote bloedvaten. Het bloed komt de nier in en de nier kleurt roze.

Uroloog

De uroloog neemt de operatie over en sluit de afvoer van urine van de nier naar de blaas aan met een dun slangetje. Daarna wordt de nieuwe urineleider gehecht. Na ongeveer 2-3 weken halen we het dunne slangetje uit uw blaas. De blaaskatheter verwijderen wij al tijdens uw ziekenhuisopname. 

De uroloog legt een drain ofwel afvoer aan om wondvocht af te voeren en maakt daarna de wond dicht. Als de nier snel op gang komt druppelt er al op de operatietafel wat urine uit de blaaskatheter. 


Na de operatie

Na de operatie gaat u naar de Medium Care voor extra bewaking.

lees meer

Na de operatie

Indien de operatie doordeweeks plaats vindt gaat u na de operatie voor één nacht naar de PACU (dit is een verlengde van de uitslaapkamer) of incidenteel in het weekend naar de IC of MC. U heeft een infuus voor pijnstilling. Ook hangen er 2 zakjes aan het bed. 1 voor de blaaskatheter en 1 voor de drain. 

In principe gaat u de dag na de operatie terug naar verpleegafdeling nierziekten. U mag dan al wat meer bewegen, de verpleegkundige kan u helpen om in de stoel te zitten of te wandelen op de kamer. In de dagen die volgen kunt u rustig opbouwen met wandelen op de gang of op de hometrainer. 

Het infuus en drains worden zodra dat mogelijk is verwijderd, hiervoor is een protocol. Tijdens uw opname krijgt u informatie over medicatie, suiker prikken en bloeddruk meten. Mits alles goed gaat mag u na 5 tot 7 dagen naar huis.

We zien u de eerste 2 maanden wekelijks voor controle op de polikliniek. Daarna spreekt u samen met uw arts of verpleegkundig specialist hoe vaak een bezoek aan onze poli nodig is. 


Nazorg

Na de behandeling


Naar huis

U heeft een niertransplantatie gehad en mag naar huis. Wanneer u weer thuis bent zijn er een aantal zaken waar u aan moet denken en rekening mee moet houden.

lees meer

Naar huis

Controle thuis

U heeft een niertransplantatie gehad en mag naar huis. Wanneer u weer thuis bent zijn er een aantal zaken waar u aan moet denken en rekening mee moet houden. Wij vragen u om thuis uw bloeddruk, gewicht en suiker zelf te controleren. Op de verpleegafdeling heeft u hierover al informatie gehad. 

Eenmaal thuis moet u zelf de medicijnen klaarzetten. Dit heeft u al geoefend op de verpleegafdeling.
Voor uitgebreide informatie verwijzen we u naar de MIEB film die op de website staat. 

Afspraak

Bij ontslag krijgt u een overzicht mee met een aantal afspraken voor controle op de polikliniek voor de eerste weken. Het kan zijn dat u daar ver voor moet reizen. Wij adviseren u om alvast na te denken over hoe u de eerste weken naar de poli-afspraken komt als u zelf nog niet mag rijden of zelf niet met het openbaar vervoer kan. Bespreek dit met uw omgeving.

Soms vergoedt de zorgverzekeraar de taxi. Vraag van tevoren na of de taxi inderdaad vergoed wordt.
Maatschappelijk werkers in het eigen centrum kunnen u hier mee helpen.

Tijdens de afspraak op de poli kunt u vragen stellen en uw eventuele klachten bespreken.
Omdat u thuis uw bloeddruk, gewicht en bloedsuiker meet, bespreken we ook die uitkomsten met u.
Als het nodig is onderzoeken we u. Zo kunnen we bijvoorbeeld even de wond controleren.

Ongeveer 75 minuten voor het gesprek met de arts of verpleegkundig specialist nemen we bloed af en vragen we u om urine in te leveren. Dit doen we niet alleen om de nierfunctie in de gaten te houden, maar bijvoorbeeld ook om te zien of u bloedarmoede heeft.

Het kan zijn dat we naar aanleiding van de bloeduitslagen uw medicatie moeten aanpassen.
Bijvoorbeeld omdat blijkt dat u te veel van bepaalde medicijnen krijgt. Zorg daarom dat u telefonisch bereikbaar bent.

Mocht u zelf in de tussentijd klachten zoals braken en diarree ervaren, dan kunt u ons natuurlijk ook altijd bellen. In geval van koorts, minder plassen of diarree kunt u het beste meteen contact opnemen.
We zijn het best bereikbaar binnen kantooruren, maar mocht u 's avonds of in het weekend dergelijke klachten hebben dan kunt u ook contact met ons opnemen. U heeft bij ontslag de telefoonnummers meegekregen die u kunt bellen.

Vragen stellen

Niet dringende vragen kunt u stellen via mijnRadboud. Bijvoorbeeld bij een vraag over de te plannen vakantie.
Dit kan via uw mobiele telefoon, maar ook via uw PC.

Complicaties

Kort na transplantatie, maar soms ook jaren later, kunnen er complicaties optreden, bijvoorbeeld wondbreuk, infecties, afstotingsreacties of urine die niet goed naar de blaas afloopt. Hierover vertellen we u meer in het hoofdstuk Complicaties en Bijwerkingen. U kunt last krijgen van verschillende bijwerkingen: haaruitval; trillende
handen; ontwikkelen van suikerziekte; stemmings-wisselingen; meer eetlust en hogere bloeddruk.


Mogelijke complicaties en bijwerkingen

Meestal verloopt een niertransplantatie zonder al te grote problemen, maar helaas niet altijd. Hier leest u wat mogelijke complicaties kunnen zijn.

lees meer

Mogelijke complicaties en bijwerkingen

Meestal verloopt een niertransplantatie zonder al te grote problemen, maar helaas niet altijd. Het is belangrijk dat u zich hierop voorbereid, daarom leggen we u uit wat mogelijke complicaties kunnen zijn.

Nierfunctie

Een veel voorkomende situatie is dat de nierfunctie achteruit gaat. De waarde van kreatinine in het bloed gebruiken we om de nierfunctie te bepalen. Als het kreatinine oploopt is dat een teken dat er iets aan de hand is, maar dat wil niet meteen zeggen dat de nier afgestoten wordt. Er zijn meestal verschillende oorzaken.

Eerst kijken we naar de medicijnen die de nierfunctie beïnvloeden. Het medicijn Tacrolimus beschermt heel goed tegen het afstoten van de nier, maar het gebruik hiervan kan ook de reden zijn dat het kreatinine omhoog gaat.

De hoeveelheid tacrolimus in het bloed, ook wel “spiegel” genoemd, kunnen we meten. Als het kan, verlagen we de dosering. Dan zien we vaak weer een daling van het kreatinine.

Als het kreatinine niet daalt, kijken we verder. Het is mogelijk dat de urine vanuit de nier niet goed afloopt naar de blaas. Een echografie van de nier kan dat aantonen. Daarvoor kunnen verschillende oorzaken zijn:

  • Er kan bijvoorbeeld een vochtbubbel ontstaan die op de nier of de afvoer van de nier naar blaas drukt.
  • Of kan er een vernauwing ontstaan in de afvoer van de nier naar de blaas.

In beide gevallen vragen we of de uroloog meekijkt. Het kan zijn dat u dan een uitwendige- of een inwendige slang krijgt.

Als de echografie geen afwijkingen laat zien, nemen we een biopsie. Met een lange naald nemen we een klein stukje uit de nier. Op het lab onderzoeken we onder andere of er afstotingscellen aanwezig zijn. Als dat zo is, krijgt u een behandeling met extra afweerremmers.

Andere bijwerkingen 

Alle medicijnen hebben bijwerkingen, ook de medicijnen tegen afstoten. Dat verschilt per middel, maar ook per persoon: niet iedereen krijgt last van dezelfde bijwerkingen. De medicijnen tegen afstoten verlagen de afweer tegen “vreemde lichamen”, dus ook tegen virussen en bacteriën. We maken een onderscheid tussen ernstige en vervelende bijwerkingen.

  • Suikerziekte is een vervelende bijwerking van prednison en tacrolimus. Als u al suikerziekte heeft, kan dat betekenen dat er grote verschillen zijn in de bloedwaardes en u veel meer insuline moet gaan spuiten. Om botontkalking van de prednison te voorkomen krijgt u uit voorzorg calcium en vitamine D tabletten.
  • Maar ook infecties in de mond komen vaak voor. Zeker als u ooit een koortslip gehad heeft, is er kans op een ontsteking van de mond. Het virus dat een koortslip veroorzaakt blijft namelijk in het lichaam aanwezig. Als de weerstand afneemt kan het virus weer opspelen.
  • Het kan ook zijn dat u na een aantal maanden last krijgt van haaruitval. Dat kan nog komen van de narcose, maar het kan ook een bijwerking zijn van het medicijn tacrolimus. Meestal is dit tijdelijk.
  • Na transplantatie neemt de eetlust vaak toe: het eten smaakt beter dan voorheen, er zijn geen beperkingen meer en door de prednison krijg je honger. Dat maakt dat veel mensen meer gaan eten en dus aankomen in gewicht.
  • Daarnaast is het goed om alert te zijn op verandering van de huid, zoals wratjes, puistjes of moedervlekken. Als die groter worden moet u dit altijd met uw nefroloog of verpleegkundig specialist bespreken. Als het nodig is verwijzen zij u naar een dermatoloog.
  • Trillende handen is een hele hinderlijke bijwerking. Soms trillen ze zo erg dat het eten van bijvoorbeeld soep lastig wordt. Meestal verdwijnt dit als we de dosering van de medicijnen verlagen.
  • Sommige mensen slapen minder goed door de afweerremmende medicijnen. 
  • Een ernstige bijwerking van de afweerremmende medicijnen is het krijgen van kanker. Met name huidkanker komt regelmatig voor. We adviseren om op zonnige dagen altijd een zonnebrandcrème met factor 50 te gebruiken. Ook andere vormen van kanker komen voor zoals bijv. baarmoederhalskanker en lymfklierkanker. Wij adviseren u dan ook om te blijven deelnemen aan de verschillende bevolkingsonderzoeken.
  • Het komt regelmatig voor dat de bloeddruk te hoog is door de afweerremmende medicijnen.
  • Er zijn mensen die door prednison heverige emoties ervaren. U kunt hierover meer lezen bij het kopje psychosociale aspecten

Door al deze bijwerkingen van de medicatie is het risico op hart- en vaatziekten ook na transplantatie hoog. Daarom is het belangrijk om goed te letten op uw gewicht, bloeddruk en leefstijl. 

 

Voor meer informatie verwijzen wij u naar de website van nieren.nl

Heeft u vragen of maakt u zich zorgen? Dan kunt u dit bespreken met uw arts of verpleegkundig specialist.


Medicatie na een nier­transplantatie

U krijgt krachtige medicijnen om de kans zo klein mogelijk te maken dat u lichaam de nieuwe nier afstoot.

lees meer

Psychosociale gevolgen en ondersteuning

Een niertransplantatie is een ingrijpende gebeurtenis in uw leven. Niet alleen lichamelijk.

lees meer

Psychosociale gevolgen en ondersteuning

Verschillende emoties

Een niertransplantatie heeft niet alleen lichamelijk invloed op uw dagelijks leven. Ook kunt u meer of andere emoties ervaren. U kunt zich blij en opgelucht voelen dat u een nier heeft gekregen en niet meer hoeft te dialyseren. Ook kunt u zich ook onzeker voelen over wat er gebeurt in uw lijf of bang zijn dat de nier wordt afgestoten. Of u bent misschien zelfs boos of teleurgesteld dat het herstel traag gaat. Ook kunt u verdrietig zijn als iets tegenzit of onbegrip krijgt van uw omgeving. Deze emoties kunnen ook allemaal naast elkaar bestaan. 

Maatschappelijk werker

Uw maatschappelijk werker kan u helpen bij deze gedachten en emoties. Als u een nier heeft gekregen van een overleden donor, dan kunt u hier verschillende emoties bij voelen. U bent blij met uw nieuwe nier, maar weet ook dat er iemand is overleden. We kunnen u hierbij helpen. Om dit te verwerken en een plek te geven, kunt u bijvoorbeeld een anonieme brief of kaart schrijven aan de nabestaanden. 

Transplantatietraject

Voor, tijdens maar ook na het transplantatietraject kunt u op verschillende vlakken moeilijkheden ervaren.  Bijvoorbeeld met hoe u zich voelt en welke gedachten u heeft of hoe uw relatie is met uw naasten. Steun en begrip van naasten zijn belangrijk. 

Ook kan de transplantatie invloed hebben op uw relatie met uw partner, vrienden en bekenden. En het kan lastig zijn uw werk of studie weer op te pakken of kunnen er praktische problemen ontstaan met uw woonsituatie, financiële zaken of uw zorgverzekering. Als u hier niet uitkomt met hulp van uw omgeving, dan kunt u ook voor deze problemen hulp krijgen van uw medisch maatschappelijk werker. 

U heeft op de afdeling al kennis gemaakt met een maatschappelijk werker. Na transplantatie kunt u ook bij hen een afspraak maken voor hulp.

Controle en overdracht

Na ontslag komt u voor controle op de polikliniek. Het kan zijn dat u daar ver voor moet reizen. De eerste weken kan u nog niet zelf rijden. Misschien kan één van uw naasten u de eerste weken brengen. Houd er rekening mee dat de taxi-vergoeding voor dialyse stopt. Vraag bij uw zorgverzekeraar na of dit na uw transplantatie vergoed wordt. 

Ongeveer een jaar na de transplantatie gaat u voor verdere controle terug naar het ziekenhuis in uw regio. De medisch maatschappelijk werker draagt uw begeleiding dan over aan het medisch maatschappelijk werk van het regionale ziekenhuis. Ons medisch maatschappelijk nierteam is te bereiken via mmw.nier@radboudumc.nl of via het telefoonnummer (024) 361 54 10.

Eigen beheer


Voorlichting: in eigen beheer

Informatie over drinken, medicatie, suikers en bloeddruk in eigen beheer. lees meer

Leven na de transplantatie

Leefstijl


Bewegen voor en na een niertransplantatie

Als u fit een operatie ingaat, herstelt u sneller. Ook bewegen na de transplantatie kan zorgen voor een sneller herstel.

lees meer

Bewegen voor en na een niertransplantatie

Voor de transplantatie

Voor veel mensen geldt: als je fit een operatie ingaat, herstel je sneller. Ook bewegen na de transplantatie kan zorgen voor een sneller herstel. U kunt hier zelf voor zorgen door iedere dag tenminste 30 minuten te bewegen.  Bijvoorbeeld door te wandelen, fietsen of te zwemmen. Een fysiotherapeut kan u hierbij helpen, zodat u zo fit mogelijk de operatie ingaat.

Na de transplantatie

Na uw niertransplantatie is het belangrijk om zo snel mogelijk weer actief te worden. Bewegen is goed voor uw spierkracht, conditie, het op gang brengen van stoelgang en ademhaling. We bouwen dit samen met u in kleine stapjes op. 

Op dag 1 na uw operatie begint u met ademhalingsoefeningen. Het is belangrijk om ademhalingsoefeningen te doen en slijm op te hoesten. Met een rustige buik- en borstademhaling krijgen uw longen meer zuurstof. Een kussentje op uw buik helpt u bij het doorzuchten en slijm ophoesten. Door te hoesten zorgt u ervoor dat er geen slijm in de longen achterblijft. Ook kunt u de dag na de operatie voorzichtig gaan bewegen. Begin hiermee door op de rand van het bed te gaan zitten. Omdat u de buikspieren nog niet mag aanspannen, gaat u eerst op uw zij liggen. Daarna gaat u met hulp van de verpleegkundige rechtop zitten. Wanner het kan gaat u in een stoel naast het bed zitten. 

De volgende dag gaat u weer uit bed en begint u met rustig stappen op de plaats. Houdt u zich hierbij vast aan een stoelleuning of het voeteneind van het bed. De oefeningen die u staand doet, kunt u uitbreiden. Dit door aan het voeteneind knieheffingen, lichte kniebuigingen, stapjes opzij en op de plaats te maken. Als u nog onzeker bent over het bewegen, doe dit dan als er iemand bij is die u kan helpen.

U kunt ook uw armen trainen met een gewichtje van 1kg. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een flesje water. Herhaal dit twee keer per dag 10 tot 20 keer. Uw buikspieren mag u de 1e 12 weken nog niet trainen.

Weer thuis

Als u weer thuis bent, is het belangrijk om te blijven bewegen en uw conditie weer op te bouwen. Bijvoorbeeld door te wandelen of fietsen. Elke fysiotherapeut kan u hierbij helpen. 
Ook kunt u meedoen aan het programma de ‘Gecombineerde Leefstijl Interventie’. In dit programma blijft u 2 jaar onder begeleiding van een diëtist of fysiotherapeut. U gaat werken aan uw leefstijl door gezonder te eten en meer te bewegen. Als u interesse heeft, kan uw nefroloog of verpleegkundig specialist u doorverwijzen naar dit 
programma.
Een paar weken na de operatie kunt u uw activiteiten uitbreiden: bijvoorbeeld tuinieren, een muziekinstrument bespelen of vrijwilligerswerk. Ook de taken in het huishouden zorgen voor een actieve leefstijl.

Na een tijdje kunt u steeds meer zoals dansen, badminton, yoga en zelfs voetballen weer mogelijk. Kies alleen niet voor een vechtsport zoals judo of karate. Uw transplantaat nier zit minder diep dan uw eigen nieren in het lichaam en is daardoor kwetsbaar. Vertel uw trainer altijd dat u een transplantaat nier heeft, zodat hij hier rekening mee kan houden.
Alleen als u op een hoog niveau wilt sporten, heeft u begeleiding van een expert nodig. Bespreek dit dan met uw nefroloog.
Probeer om minstens 2,5 uur per week te bewegen. Dit hoeft niet op één dag, maar kan ook verspreid over een paar dagen. Blijf ook in huis in beweging. Doe minstens 2x per week spier- en botversterkende activiteiten zoals balansoefeningen.Voorkom dat u veel en lang stilzit. Beweeg tussendoor door even op te staan en te lopen. Soms kan een nierbeschermer helpen, uw verpleegkundig specialist of nefroloog kan u hierover adviseren.

Wanneer stoppen?

Het is in elk geval belangrijk dat u niet gaat sporten als u zich niet goed voelt of koorts heeft. Stop met sporten als u licht in het hoofd of duizelig wordt, of pijn op de borst krijgt. 
Kijk voor trainingen en advies ook bij Stichting Sport en Transplantatie.


Leefstijladviezen

Na de transplantatie is een gezonde leefstijl belangrijk.

lees meer

Leefstijladviezen

Na de transplantatie is een gezonde leefstijl belangrijk. Op deze pagina vindt u adviezen over uiteenlopende onderwerpen.

Mondverzorging

Door de medicijnen wordt uw afweer onderdrukt en heeft u meer kans op mondinfecties. Poets daarom twee maal per dag met een fluoridetandpasta. En gebruik flossdraad, tandenstokers of ragers om uw gebit goed schoon te houden. Poets niet meteen na een maaltijd, fruit of vruchtensap. U kunt dan de glazuurlaag op uw tanden makkelijk wegpoetsen waardoor uw gebit sneller slijt. Ga ook eens per jaar voor controle naar de tandarts. Wanneer u een behandeling moet ondergaan waarbij het kan bloeden in uw mond, adviseren we uit voorzorg antibiotica in te nemen. Uw arts kan u hiervoor een recept voorschrijven.

Alcohol, roken en drugs

De meeste patiënten kunnen zonder problemen 0 tot 1 alcoholische drankjes per dag gebruiken. Roken en drugs worden afgeraden. Wilt u deze middelen toch gebruiken, overleg dan zeker met uw arts of verpleegkundige.

Zonnen

De medicijnen tegen afstoting verhogen de kans op huidkanker. Daarom adviseren we u fel zonlicht zoveel mogelijk te mijden. Zoek met zonnig weer zoveel mogelijk de schaduw op. Gebruik zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor en een pet/hoed en bedekkende kleding. Het gebruik van een zonnebank wordt afgeraden.


Voeding na een niertransplantatie

‘Eindelijk geen dieetbeperkingen meer’, dit is een veel gehoorde uitspraak over de voeding na een niertransplantatie, maar dit betekent niet dat u alles onbeperkt kunt eten.

lees meer

Voeding na een niertransplantatie

‘Eindelijk geen dieetbeperkingen meer’, dit is een veel gehoorde uitspraak over de voeding na een niertransplantatie, maar dit betekent niet dat u alles onbeperkt kunt eten. Bij een goede nierfunctie vervallen de beperkingen zoals de kalium- en fosfaatbeperking. Een verandering is dat uw eetlust behoorlijk kan toenemen doordat de afvalstoffen weer goed worden uitgescheiden in combinatie met het gebruik van bepaalde medicatie.

Na een transplantatie is het belangrijk gezonde voeding te gebruiken met niet te veel calorieën. Overgewicht is een gezondheidsrisico en verhoogt de kans op het ontstaan van diabetes en hart- en vaatziekten en heeft een ongunstig effect op de levensduur van de transplantaatnier.

Gezonde leefstijl na niertransplantatie

Een gezonde voeding is één van de onderdelen van een gezonde leefstijl. Hieronder volgen belangrijke aandachtspunten voor een gezonde voeding na een niertransplantatie.  

Drink voldoende: 1,5 tot 2 liter per dag. Dit is nodig om de donornier optimaal te laten werken. Het is mogelijk dat u van de nefroloog (soms mede op advies van een andere specialist) een ander, persoonlijk advies krijgt over de hoeveelheid vocht. Kies bij voorkeur voor dranken zonder suiker, zoals water, thee of koffie, mineraalwater, light frisdranken en magere of halfvolle melkproducten zonder toegevoegde suikers. 

Om te veel gewichtstoename te voorkomen is het beter om de maaltijden goed te verdelen over de dag en niet te veel tussendoortjes te gebruiken. Tussendoortjes bevatten vaak meer vet en calorieën dan verwacht. Hoeveel calorieën per dag nodig zijn, verschilt per persoon. Voor meer informatie zie ook de website van het Voedingscentrum.

Door de medicatie kan het zijn dat u de hele dag zin heeft in eten. Probeer de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden van Het Voedingscentrum aan te houden. Wees zuinig met de inname van vet en suiker. Kies bij voorkeur zoutbeperkte (maximaal 5 gram) voeding, met vezelrijke producten en zorg voor voldoende calciuminname. Als u diabetes heeft of ontwikkelt, vraag dan uw arts om een verwijzing naar de diëtist.

Voeding en medicatie na een niertransplantatie

Vanwege de wisselwerking met medicatie Tacrolimus(Prograft®, Dailiport®, Advagraf®), Ciclosporine(Neoral®), Sirolimus(Rapamune®), Everolimus(Certican®) is het af te raden om de volgende producten te gebruiken: 

  • grapefruit 
  • mineola
  • pomelo
  • ugli
  • producten met St Janskruid

Als u aanvullende supplementen wilt gebruiken, overleg dit dan altijd eerst met uw nefroloog.

Hepatitis E- virus (HEV)

Hepatitis E is een virus dat voor kan komen in vlees van varken of wildzwijn en edelhert. Met name varkenslever en varkensleverproducten (varkensleverworst of varkenspaté) kunnen besmet zijn. Bij gezonde mensen is dat geen probleem, maar bij personen met een verminderde weerstand of bij het gebruik van afweeronderdrukkende medicatie, zoals na een niertransplantatie, kan dit gevaarlijk zijn. Daarom gelden na een niertransplantatie onderstaande adviezen:

Voor meer info over het hepatitis E-virus, zie de website van het Voedingscentrum.

  • Gebruik GEEN van onderstaande producten en GEEN levensmiddelen waarin onderstaande producten verwerkt zijn. De volgende producten worden zowel verhit als rauw afgeraden:
    • Varkens-, zwijnen- en hertenlever. Let op: controleer de ingrediëntendeclaratie (kalfsleverworst kan bijvoorbeeld ook varkenslever bevatten).
    • Varkensbloed en varkensbloedproducten. Varkensbloedproducten die zijn gebruikt als ingrediënten in voedingsmiddelen zijn op het etiket vermeld als varkenseiwit of varkenshemoglobine.
    • Voedingsmiddelen met varkenslever of -bloed: leverkaas, likkepot, hoofdkaas, balkenbrij, Gentse kop, bloedworst, alle soorten terrines die varkens, zwijnen- of hertenlever bevatten, gebakken pastei.

Onderstaand product mag, als het door en door verhit is, wel gebruikt worden:

  • Varkensvlees. Let op: in gedroogde of gefermenteerde worsten (zoals boeren metworst, salami, chorizo en fuet) kan rauw varkensvlees verwerkt zijn.

Hygiëne

Rauwe of halfrauwe producten kunnen meer bacteriën bevatten. Voorzichtigheid en een goede hygiëne bij deze producten zijn belangrijk. 

Voorbeelden van rauwe producten:

  • Rauw vlees zoals: tartaar, carpaccio, half doorbakken biefstuk, rauwe kip. 
  • Rauwe of gedroogde vleeswaren zoals: filet americain, ossenworst, rosbief, rauwe ham, parmaham, coburger ham, serranoham, bacon, gerookt spek.
  • Rauwe vis (waaronder haring en sushi), of gerookte kant- en klare vis uit de koeling, zoals gerookte zalm en makreel, ook niet als dit vacuüm verpakt is of als dit op een andere manier verpakt is.
  • Rauwe schaal- en schelpdieren zoals: kreeft, garnalen, krab, mosselen, oester, coquilles, kokkels. Gebakken of gekookt of uit blik of glas mogen deze producten wel gegeten worden. Het beste kunt u producten zoals vlees, vis, kip en ei door en door verhitten.

Het gebruik van medicatie tegen afstoting van de nier heeft invloed op uw weerstand, een goede hygiëne rondom voeding is daarom extra belangrijk. Enkele tips om een voedselinfectie te voorkomen:

  • Was uw handen regelmatig. 
  • Neem iedere dag een schone vaatdoek en was de vaatdoekjes op minimaal 60ºC. 
  • Zorg dat de temperatuur in de koelkast 4ºC is.
  • Voorkom kruisbesmetting. Kruisbesmetting is het overbrengen van bacteriën van rauwe voedingsmiddelen op bereide gerechten. Dit gaat via de handen, het keukenmateriaal of bestek. 

Meer informatie over het voorkomen van een voedselinfectie vindt u op het Voedingscentrum.

Probiotica

Gebruik het eerste jaar na de transplantatie geen producten met probiotica, zoals Yakult of yoghurtdranken met probiotica (bijvoorbeeld Vifit, Activia). Dit is vanwege mogelijke interacties met tacrolimus of door mogelijke verandering van uw darmflora, wat van invloed kan zijn op de opname van medicatie. Alsu deze producten na het eerste jaar wilt gebruiken, kunt u dit overleggen met uw nefroloog.

Verminderde nierfunctie na een niertransplantatie

Gebruik bij een verminderde nierfunctie geen sterfruit (carambola).

Aanvullende informatie over voeding na een niertransplantatie vindt u op www.nieren.nl

Adviezen


Ziek worden na een transplantatie

Wanneer moet ik contact opnemen met mijn behandelend arts?

lees meer

Ziek worden na een transplantatie

Wat moet ik doen als ik heb overgegeven?

Als u moet overgeven binnen 30 minuten na medicijninname, kunt u de medicatie opnieuw innemen. Braakt u later dan 30 minuten na inname van de medicijnen, dan mag u deze niet opnieuw innemen. Neem contact op met uw behandelend arts als u zoveel braakt dat u onvoldoende vocht binnenhoudt.

Wat moet ik doen als ik diarree heb?

Drink voldoende water, thee, bouillon en gebruik geen Norit tabletten. Neem contact op met uw arts als u gedurende 2 dagen meer dan 3 keer per dag waterdunne ontlasting heeft.

Wat moet ik doen als ik pijn heb?

Als u pijn heeft, kunt u 1 of 2 paracetamol van 500 mg innemen, maximaal 4 keer per dag. Behalve als u nieuwe of onduidelijke pijnklachten heeft. Neem dan contact op met uw arts.
NSAID’s pijnstillers kunt u beter niet nemen. Deze hebben een negatieve invloed op de nierfunctie. Denk aan Diclofenac, Naproxen, Ibuprofen, Aleve, Nurofen, Sarixell, Advil en Voltaren.

Wanneer neem ik contact op met de nefroloog?

  • Bij een temperatuur boven 38 graden Celsius
  • Als u minder plast
  • Bij pijn
  • Bij kortademigheid
  • Bij diarree
  • Als u braakt
  • Als u onvoldoende kunt drinken
  • Bij erg dikke voeten
  • Hoge of juist hele lage bloeddruk
  • Als u vergeten bent uw medicijnen in te nemen
  • Alle andere plotseling ontstane klachten 

Overdag kunt u bellen met het secretariaat Nierziekten: (024) 361 47 61. Buiten kantooruren kunt u de verpleegafdeling Nierziekten bellen: (024) 361 89 85.


Op reis

Gaat u na de niertransplantatie op reis? Houd dan rekening met de hygiënenormen in het land van uw bestemming. Dit is belangrijk omdat uw weerstand verlaagd is door de medicijnen tegen afstoting.

lees meer

Op reis

Gaat u na de niertransplantatie op reis? Houd dan rekening met de hygiënenormen in het land van uw bestemming. Dit is belangrijk omdat uw weerstand verlaagd is door de medicijnen tegen afstoting. Om de kans op ziekte klein te houden geven we u een aantal adviezen. Vraag uzelf daarnaast af of u op uw vakantiebestemming goed geholpen kunt worden als u toch ziek wordt. En overweeg een reis- en/of annuleringsverzekering af te sluiten.

Vaccinaties

Omdat uw weerstand verlaagd is door de medicijnen tegen afstoting, kunt u niet zomaar een vaccinatie halen bij uw huisarts of de GGD. Wel kan uw behandelend arts u doorverwijzen naar een geschikte GGD-arts of naar de Radboud Reis- en Vaccinatiepoli. U mag geen vaccinaties met een levend virus omdat u daar ernstig ziek van kunt worden. Ook medicijnen om ziekten te voorkomen kunt u niet altijd combineren met uw medicijnen tegen afstoting. Bijvoorbeeld anti-malariatabletten. Neem uw medicijnkaart mee als u de GGD-arts bezoekt.

Zon

De medicijnen tegen afstoting van uw getransplanteerde nier vergroten het risico op huidkanker. Probeer daarom zoveel mogelijk in de schaduw te blijven, zeker tussen 12.00 en 15.00 uur. Ga ook niet onder de zonnebank. Bescherm u tegen de zon met een hoed/pet, parasol en een goede zonnebrand (factor 30 tot 50). Ook onder water heeft u bescherming nodig tegen de zon. Gebruik een waterproof zonnebrandmiddel en breng dit meerdere keren per dag aan. 

Ook als u op wintersport gaat is goede zonbescherming aan te raden. Gebruik naast zonnebrand een goede zonnebril.

Meenemen

  • Medicijnen: neem voor meer dagen mee dan u op reis gaat, voor als u onverwacht langer moet blijven. Stop medicijnen in uw handbagage als u met het vliegtuig reist en informeer naar de regels van de luchtvaartmaatschappij als u vloeibare medicijnen gebruikt. Vraag hoe u toestemming kunt krijgen om meer mee te mogen nemen als dat nodig is. Als u regelmatig last heeft van blaasontsteking of jicht, vraag dan uw arts of u medicijnen hiervoor mee moet nemen op vakantie.
  • Vakantiebrief: Vraag voor u op vakantie naar het buitenland gaat een vakantiebrief aan uw verpleegkundige of behandelend arts. In deze Engelstalige brief staat:
    • wanneer u een niertransplantatie heeft gehad
    • welke medicijnen u gebruikt
    • hoe uw bloeduitslagen normaal gesproken zijn
    • dat u een antibioticum moet krijgen als u een operatie moet ondergaan
    • de telefoonnummers van de afdeling Nierziekten van het Radboudumc zodat een buitenlandse arts kan overleggen met één van onze artsen
  • Medicijnkaart en het verzekeringsbewijs van uw ziektekostenverzekering.
  • European Health Insurance Card: deze kunt u kosteloos bij uw ziektekostenverzekeraar aanvragen voor u en uw gezinsleden. De kaart geeft u binnen Europa recht op vergoeding van kosten die u moet maken bij spoedeisende hulp en/of ziekenhuisopname. U hoeft deze kosten dan niet voor te schieten.
  • Thermometer: als u zich ziek voelt is het belangrijk om te weten of u koorts heeft.
  • Betadine: betadine of betadinezalf voor desinfectie van kleine verwondingen.
  • Tekenpincet: als u in de natuur geweest bent, inspecteer dan uw huid op teken en verwijder ze. Noteer de datum van de tekenbeet en bezoek een arts als er een rode verkleuring ontstaat om de plaats waar u gebeten bent. Als u een antibioticum nodig heeft, overleg dan met uw behandelend arts in Nederland. Niet ieder antibioticum is geschikt na de niertransplantatie.

Voorkom voedselvergiftiging

Goede hygiëne vermindert de kans dat voedsel besmet wordt met ziekteverwekkers. Zorg daarom dat u voedsel gekoeld bewaart en probeer niet meer in te kopen dan u binnen één dag gebruikt. Wanneer u voedsel goed verhit, doodt u de meeste ziekteverwekkers.

Tips

  • Was uw handen goed na gebruik van toilet, vóór u gaat koken en vóór u gaat eten.
  • Drink geen kraanwater, maar flessenwater. IJsklontjes zijn meestal van kraanwater gemaakt, mijd deze dus ook. Als u kraanwater minimaal 5 minuten kookt, kunt u het wel gebruiken. 
  • Was groente en fruit in schoon water. Twijfelt u aan de zuiverheid van het water, gebruik dan gekookt water of flessenwater. Fruit kunt u het beste schillen.
  • Breng eten snel aan de kook en laat het een kwartier doorkoken.
  • Eet geen (half)rauw vlees (tartaar), rauwe schelpdieren of etenswaren waar rauwe eieren in verwerkt zijn. Kook eieren altijd hard.
  • Bewaar vacuüm verpakt vlees in de koelkast en bescherm uw voedsel tegen vliegen.
  • Bewaar eten in een koelkast, een koeltas of koelbox koelen onvoldoende.
  • Laat personen die buikpijn en/of diarree hebben zoveel mogelijk buiten de keuken blijven en laat hen hun handen vaak en goed wassen.
  • Neem een douche na het zwemmen.
  • Zwem niet in stilstaand zoet water.
  • Slik geen zwembadwater in.
  • Vermijd vuile toiletten.
  • Gebruik desinfecterende handgel als u onderweg uw handen niet kunt wassen. Deze is te koop bij de drogist.

Reizigersdiarree en voedselvergiftiging

Krijgt u ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch diarree, probeer dan voldoende vocht binnen te krijgen. Drink veel kleine beetjes niet te koud flessenwater, thee, ontvette bouillon of frisdrank. Mijd vruchtensappen en suikervrije frisdrank die gezoet is met zoetstof. Deze kunnen diarree veroorzaken. Wel kunt u orale rehydratie vloeistof (ORS) gebruiken. Dit zijn zakjes poeder die mineralen (zouten) en glucose (suiker) bevatten die u oplost in flessenwater. Koop deze voordat u op reis kopen gaat bij de apotheek of drogist.

Bij klachten van braken en diarree, neem dan contact op met uw arts. Norit mag u nooit gebruiken. Dit middel bevat koolstof dat ook de werkzame stoffen uit uw medicatie absorbeert en afvoert. Probeer ook zo snel mogelijk weer normaal te eten. Dit bevordert uw herstel.

Vochtverlies

Als u veel vocht verliest door braken en/of diarree, kunt u uitdrogen. Dit is voor ieder mens een bedreigende situatie. Maar na een niertransplantatie is het extra belangrijk voldoende te drinken, omdat anders uw transplantatienier hieronder lijdt. Als u veel vocht verliest kunt u de volgende medicijnen beter tijdelijk niet innemen: metformin (Glucophage), plastabletten (zoals furosemide/Lasix) en bloeddrukverlagers. Doe dit altijd in overleg met uw arts. Kenmerken van uitdrogen:

  • Niet of nauwelijks plassen
  • Diepliggende ogen
  • Droge mond
  • Lusteloosheid
  • Niet meer willen drinken
  • Een droog aanvoelende huid zonder veerkracht

Waarschuw een arts als u vermoedt dat u uitdroogt.

Overdraagbare aandoeningen

Gebruik condooms om u te beschermen tegen seksueel overdraagbare aandoeningen. Condooms uit Nederland zijn betrouwbaar en in verschillende maten verkrijgbaar. Gebruik ze niet na de uiterste gebruiksdatum op de verpakking.

Vermijden

  • Bezoek in het buitenland alleen een tandarts als dit strikt noodzakelijk is i.v.m. steriliteit van de gebruikte instrumenten.
  • Vermijd, als er geen noodzaak is, bezoek aan ziekenhuizen, injecties, infusen en bloedtransfusies in het buitenland.
  • Laat piercings of tatoeages alleen aanbrengen op plaatsen waar steriel gewerkt wordt.

Legionella of veteranenziekte

De legionellabacterie komt voor in waterleidingen. U kunt besmet raken via waternevel. Als u een douche of kraan wilt gebruiken die langere tijd niet gebruikt is, vraag dan iemand anders om de warme kraan enkele minuten te laten doorlopen. En zorg dat u buiten het appartement/vakantiewoning wacht tot de ruimte minstens 15 minuten goed geventileerd is.

Seksualiteit


Seksualiteit na een niertransplantatie

Mensen met een ernstig verslechterde nierfunctie hebben soms seksuele problemen. Na een geslaagde transplantatie kunnen deze problemen verdwijnen, maar dat hoeft niet. Seksueel contact is weer mogelijk als u daar aan toe bent. 

lees meer

Seksualiteit na een niertransplantatie

Als de nierfunctie achteruitgaat, kan dat een negatieve invloed hebben op uw seksualiteit en intimiteit. Als de nierfunctie achteruitgaat komt het vaak voor dat u moe bent, waarbij ook de zin in seks of intimiteit minder wordt. Het kan zijn dat u minder snel opgewonden raakt door een slechtere doorbloeding. Dat maakt dat bij mannen de penis minder hard wordt of minder lang hard blijft. Vrouwen kunnen merken dat zijn minder vochtig worden waardoor de seks minder fijn verloopt.

Na een transplantatie verbetert dit vaak, maar helaas niet altijd. Ook kan er minder zin in seksualiteit of intimiteit ontstaan doordat u zelf of uw partner anders naar uw lichaam kijkt door littekens van de transplantatie. Of door bijwerkingen als haaruitval en toename van het gewicht.

Al deze mogelijke bijwerkingen hebben niet alleen lichamelijk invloed, maar kunnen er ook voor zorgen dat u zich beschaamd, onzeker, boos of verdrietig voelt. Ook kan dit invloed hebben op de relatie met uw partner. Het is daarom belangrijk om hier samen over te praten. 

Uw partner weet dan wat er in u om gaat en kan ook vertellen hoe hij of zij het ervaart. Ook is het goed om problemen met seks of intimiteit te bespreken met uw arts of verpleegkundige. Soms kan een doorverwijzing naar een seksuoloog nodig zijn. Ook kan uw maatschappelijk werker u helpen om te gaan met uw gedachten en gevoelens en de mogelijke problemen in uw relatie.

Zwangerschap


Vruchtbaarheid en kinderwens

Als u een ernstig verminderde nierfunctie heeft of dialyseert, is een niertransplantatie vaak de enige mogelijkheid om op een veilige manier zwanger te worden.

lees meer

Vruchtbaarheid en kinderwens

Voor de transplantatie

Als u een ernstig verminderde nierfunctie heeft of dialyseert, is een niertransplantatie vaak de enige mogelijkheid om op een veilige manier zwanger te worden. Voor uw transplantatie is het vaak zo dat u onregelmatig ongesteld bent of soms helemaal niet meer. Maar dit betekent niet dat er geen vruchtbare periode kan optreden. Om te voorkomen dat u voor uw transplantatie zwanger wordt, blijven voorbehoedsmiddelen noodzakelijk.

Na de transplantatie

Na een niertransplantatie herstelt de menstruatiecyclus zich meestal. De vruchtbaarheid neemt toe, waardoor u dus zwanger kunt worden als u geen voorbehoedsmiddelen gebruikt. Wel raden we het af om het 1e jaar na een niertransplantatie zwanger te worden. Dit eerste jaar heeft u namelijk een verhoogde kans op afstoting van de transplantaatnier. Om dit te voorkomen schrijven we meestal medicijnen voor die schadelijk kunnen zijn voor de baby.  Daarnaast is er een groter risico op infecties.
Gebruik na de niertransplantatie voorbehoedsmiddelen totdat u veilig zwanger kunt worden. Bijvoorbeeld de pil, een spiraaltje of een hormoonimplantaat in de arm. Bespreek met uw nefroloog of verpleegkundig specialist welke voorbehoedsmiddel u het beste kunt gebruiken.

Erfelijkheid

Een nierziekte kan erfelijk zijn. Dit betekent dat u uw nierziekte mogelijk kan doorgeven aan uw kind. Als u een kinderwens heeft, adviseren wij u om met uw nefroloog te bespreken of het verstandig is genetisch onderzoek te doen naar de erfelijkheid van uw nierziekte. Dit geldt niet alleen voor vrouwen. Ook voor mannen met een kinderwens is het belangrijk om dit te onderzoeken. De nefroloog en gynaecoloog onderzoeken samen hoe groot het risico op complicaties of problemen is. En hoe we de kans op complicaties zoveel mogelijk verkleinen.

De kans op problemen bij een zwangerschap is kleiner wanneer:

  • u gezond bent, in goede conditie en geen andere ziekten heeft
  • u geen gynaecologische problemen heeft
  • u een redelijk goede nierfunctie zonder belangrijk eiwitverlies in de urine heeft
  • u een gezonde bloeddruk heeft of een hoge bloeddruk die goed behandeld kan worden
  • we minimaal een half jaar een stabiele functie van het niertransplantaat zien zonder tekenen van afstoting
  • u medicatie tegen afstoting en andere bijkomende problemen slikt die veilig zijn voor de foetus
  • er voor de zwangerschap uitgebreid onderzoek is gedaan door de nefroloog en gynaecoloog
  • tijdens de zwangerschap begeleiding is van een gynaecoloog en een nefroloog gespecialiseerd in zwangerschap bij nierziekten

Voor vrouwen geldt dat zij minimaal 3 maanden voor de bevruchting gestopt moeten zijn met het medicijn cellcept. Als nodig kan dit medicijn vervangen worden door een middel tegen afstoting dat wél veilig gebruikt kan worden bij een kinderwens.
Voor mannen ligt dat genuanceerder, bespreek dit met uw arts.

Tijdens en na de zwangerschap

Als u zwanger bent verandert er veel in uw lichaam. De nieren en lever gaan harder werken. Dat doet een donornier ook. Daardoor verdwijnen sommige medicijnen sneller uit het bloed. Het kan dan nodig zijn om hiervan een hogere dosering te gebruiken tijdens de zwangerschap. 
Bij zwangerschap na een niertransplantatie is er een grote kans dat het kindje te vroeg wordt geboren. Het kindje kan te klein of te licht zijn voor de duur van de zwangerschap. 
Ook is de kans groter dat we uw bevalling moet opwekken.Een keizersnede is ook een optie.
Als u dezelfde medicijnen tegen afstoting slikt als die u tijdens de zwangerschap gebruikte, adviseren we, als het mogelijk is, borstvoeding te geven.
De nefroloog en gynaecoloog bespreken na uw bevalling of de medicatie moet aangepast. Zeker als de baby te vroeg geboren wordt. Andere vragen over een kinderwens en nierziekten kunt u altijd bespreken met uw verpleegkundig specialist of nefroloog.

  • Medewerkers
  • Intranet