Onderzoeken

Feochromocytoom kan worden vastgesteld met verschillende onderzoeken. Als u klachten heeft door te veel stresshormonen, of als er per toeval een tumor in de bijnier wordt gevonden op een scan, dan wordt er hormonaal onderzoek gedaan. Dit gebeurt met bloedonderzoek of met urine die u 24 uur lang verzamelt. In deze onderzoeken wordt gekeken naar stoffen die ontstaan bij het afbreken van adrenaline en noradrenaline. Deze stoffen heten metanefrines.

Soms moet u vóór het bloedonderzoek 20 minuten rustig liggen. De arts bespreekt met u of er misschien een erfelijke oorzaak is. U kunt samen besluiten of u een DNA-test wilt doen. Dit gebeurt met bloedonderzoek. Een erfelijkheidsarts (klinisch geneticus) kan u hierbij helpen. 

Naast het hormonaal onderzoek krijgt u ook één of meer scans. Daarmee kijkt de arts waar de tumor zit, of er misschien meerdere tumoren zijn en of er uitzaaiingen zijn naar andere delen van het lichaam.

Algemeen
Algemene informatie
Diagnosefase
Diagnostische onderzoeken
Uitslaggesprek
Behandelfase
Operatie
Voorbereiding
Dag van de opname
Controle en nazorg
Na de operatie
Expertisecentrum
Zeldzame aandoeningen

Algemeen

Algemene informatie


Wat is een Feochromocytoom

Een feochromocytoom is een gezwel van uw bijnieren. Het gaat uit van het binnenste van de bijnier: het bijniermerg. Het gezwel maakt meestal te veel stresshormonen aan. Feochromocytoom is een zeldzame ziekte (ongeveer 100 nieuwe patiënten in Nederland per jaar). Mannen en vrouwen krijgen het even vaak. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan, maar meestal gebeurt dat tussen 40 en 50 jaar. 

lees meer

Wat is een Feochromocytoom

Een feochromocytoom is een gezwel van uw bijnieren. Het gaat uit van het binnenste van de bijnier: het bijniermerg. Het gezwel maakt meestal te veel stresshormonen aan, zoals adrenaline en noradrenaline. Een feochromocytoom kan ook buiten uw bijnieren voorkomen, bijvoorbeeld in de buurt van uw wervelkolom of in uw blaas. Dan heet het een paraganglioom. Ook in uw hals en in uw hoofd kunnen paragangliomen ontstaan. Feochromocytoom is een zeldzame ziekte (ongeveer 100 nieuwe patiënten in Nederland per jaar). Mannen en vrouwen krijgen het even vaak. De ziekte kan op elke leeftijd ontstaan, maar meestal gebeurt dat tussen 40 en 50 jaar. Bij kinderen is de aandoening nog zeldzamer dan bij volwassenen.

Oorzaak

Bij ongeveer een derde van de volwassenen en bij 8 van de 10 kinderen is een feochromocytoom erfelijk. Dat betekent dat er een fout (mutatie) in het DNA zit. Door die fout kan een tumor ontstaan. U kunt deze fout ook doorgeven aan uw kinderen. De kans daarop is meestal 50%, maar dit hangt af van het soort erfelijke fout. Een klinisch geneticus (een dokter die gespecialiseerd is in erfelijke ziektes) kan u hier meer uitleg over geven.

  • Von Hippel-Lindau
  • MEN2-syndroom
  • Ziekte van Von Recklinghausen (neurofibromatose)
  • Familiair paraganglioom syndroom door een SDH-B/-C'/-D/-AF1 mutatie

Bij ongeveer twee derde van de patiënten ontstaat de ziekte niet erfelijk, dus spontaan. Er zijn dan geen bekende oorzaken. Alleen in zeldzame gevallen speelt een aangeboren hartafwijking mee, waarbij iemand langdurig te weinig zuurstof krijgt.

Goed- of kwaadaardig?

Ongeveer 10-15% van de feochromocytomen is kwaadaardig. Met een microscoop kunnen we niet onderzoeken of de tumor goed- of kwaadaardig is. Pas als we uitzaaiingen vinden op een scan weten we dat de tumor kwaadaardig is. Daarom controleren we u na de operatie minstens één keer per jaar. Uitzaaiingen kunnen ontstaan in de lymfeklieren rondom de tumor, uw longen, uw lever en uw botten.

In de meeste gevallen kan feochromocytoom genezen worden met een operatie. Soms krijgt u vóór de operatie medicijnen om de klachten minder te maken.

Klachten

De symptomen van feochromocytoom hangen meestal samen met overmatige productie van de stresshormonen adrenaline en/of noradrenaline. U kunt het herkennen aan de volgende klachten en verschijnselen:

  • hoge bloeddruk
  • aanvallen van hoofdpijn
  • hevig zweten
  • hartkloppingen
  • misselijkheid
  • trillen
  • bleekheid
  • angst/paniek

Tegenwoordig wordt bij meer dan de helft van de mensen met feochromocytoom de ziekte ontdekt voordat er duidelijke klachten zijn. Dit gebeurt vaak per toeval (‘incidentaloom’), bijvoorbeeld bij een scan van de buik of longen die om een andere reden is gemaakt, zoals bij buikpijn of hoesten. 

Diagnosefase

Diagnostische onderzoeken


Onderzoeken

Een Feochromocytoom kan worden vastgesteld met verschillende onderzoeken. Uw arts bepaalt welke onderzoeken er voor u nodig zijn.

lees meer

Uitslaggesprek


Uitslaggesprek

U bespreekt de uitslagen van de onderzoeken met uw arts. Dit kan op de polikliniek, via de telefoon of met een videogesprek. U mag hierbij iemand meenemen, zoals uw partner, een familielid of een begeleider.

lees meer

Uitslaggesprek

U bespreekt de uitslagen van de onderzoeken met uw arts. Dit kan op de polikliniek, via de telefoon of met een videogesprek. U mag hierbij iemand meenemen, zoals uw partner, een familielid of een begeleider. U kunt het gesprek ook opnemen, zodat u het later nog eens kunt terugluisteren.

Op basis van de uitslagen bespreekt de arts met u wat de volgende stappen zijn en welke behandelingen mogelijk zijn. Als een operatie of andere behandeling nodig is, bespreekt de arts uw situatie ook met andere specialisten. Dit heet een ‘multidisciplinair overleg’.

De uitkomsten van dit overleg hoort u tijdens het gesprek over de uitslagen. Daarna beslist u samen met uw arts wat er verder gebeurt. U kunt bijvoorbeeld worden doorverwezen naar een bijnierchirurg (uroloog) of een andere specialist. Soms wordt er ook gestart met medicijnen.


Samen beslissen

Als u bij een arts bent voor een behandeling of onderzoek, komt u vaak voor een beslissing te staan. Een operatie, medicijnen, of toch liever nog even wachten? Doorbehandelen of stoppen? Meerdere opties zijn mogelijk, maar welke past het beste bij u?

naar pagina

Behandelfase

Operatie


Operatie bij een feochromocytoom

Er is bij u een feochromocytoom ontdekt. In overleg met uw behandelend artsen (internist/uroloog/chirurg) is besloten om het feochromocytoom operatief te verwijderen.

naar pagina

Laparoscopische bijnierverwijdering

De bijnier is klein. Bij een laparoscopische verwijdering van de bijnier maakt de arts in uw rug een paar sneetjes onder de laatste rib. De laparoscoop met camera en de instrumenten die de arts gebruikt, brengt de arts via de sneetjes in het lijf. Zo kan hij de bijnier verwijderen.

naar pagina

Voorbereiding


Klinische voorbereiding

Twee weken voor de operatie nemen we u op in het ziekenhuis. Vanaf de opname start u met de behandeling met doxazosine en een zoutverrijkt dieet. lees meer

Klinische voorbereiding



Poliklinische voorbereiding

Twee weken voor de geplande operatiedatum start u thuis met doxazosine en een dieet met extra zout. Minimaal 3 tot 4 dagen voor de operatie wordt u opgenomen op de afdeling Interne Geneeskunde. lees meer

Poliklinische voorbereiding



Opname verpleegafdeling

Drie dagen voor de operatie wordt u ter verdere voorbereiding opgenomen op verpleegafdeling A4 Oost, Interne geneeskunde (route 689).

naar pagina

Uw opname bij het Radboudumc

Wordt u binnenkort opgenomen op een van onze verpleegafdelingen? Of bent u met spoed opgenomen? Dan komt er veel op u af. Lees hier informatie over het voorbereiden op een opname, de opnamedag, uw verblijf en uw ontslag.

naar pagina

Dagboek bijhouden

In verband met de bijwerkingen van de medicatie die u krijgt toegediend, is het belangrijk dat u dagelijks een aantal dingen controleert en noteert in een dagboek. Dit dagboek kunt u hier printen. 

lees meer

Dag van de opname


Dag van de operatie

De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer. Na de operatie komt u niet terug op afdeling A4 Oost. U blijft na de operatie meestal 12 tot 24 uur op de Intensive Care of Medium Care voor extra bewaking.

lees meer

Dag van de operatie

De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer. Na de operatie komt u niet terug op afdeling A4 Oost. U blijft na de operatie meestal 12 tot 24 uur op de Intensive Care of Medium Care voor extra bewaking. De chirurg neemt na de operatie contact op met uw familie, zoals eerder afgesproken is. Uw familie kan bij R.C5 informeren waar ze u kunnen bezoeken. Uw familie wordt gebeld door R.C5 zodra u daar op de afdeling bent.

Omdat u na de operatie naar een andere afdeling gaat, is het de bedoeling dat uw familie de dag voor de operatie grote spullen mee naar huis neemt. Deze kunnen weer meegenomen worden als u op afdeling R.C5 (Urologie, route 753) bent. De kleine spullen brengt de verpleegkundige naar afdeling R.C5.

Controle en nazorg

Na de operatie


Nazorg en controle

Wanneer u stabiel bent, gaat u naar afdeling Urologie (R.C5). Hier wordt u nog ongeveer 2 tot 3 dagen opgenomen.

lees meer

Nazorg en controle

Wanneer u stabiel bent, gaat u naar afdeling Urologie (R.C5). Hier wordt u nog ongeveer 2 tot 3 dagen opgenomen. Dit hangt onder andere af van de operatiemethode - door middel van een laparoscopie of via een open operatie - en hoe u herstelt.

Op afdeling Urologie komt de consulent van endocrinologie dagelijks bij u langs. 


Controle na ontslag

Na ontslag uit het ziekenhuis volgt poliklinische controle. Dit is in principe eenmalig op de polikliniek urologie na 3-6 weken en daarnaast op de polikliniek Interne Geneeskunde (endocrinologie) na 2-4 weken.

lees meer

Controle na ontslag

Na ontslag uit het ziekenhuis krijgt u nog controle op de polikliniek. Dit is in principe eenmalig op de polikliniek urologie na 3-6 weken en daarnaast op de polikliniek Interne Geneeskunde (endocrinologie) na 2-4 weken. Er wordt gekeken naar de wond, de uitslag van het weefselonderzoek wordt besproken en er is bloedonderzoek naar hormonen (metanefrines).

Daarna wordt u tenminste 10 jaar jaarlijks gecontroleerd op de polikliniek Interne Geneeskunde (endocrinologie). De kans dat de tumor terugkomt is in het algemeen kleiner dan 10%.

Het vervolgonderzoek bestaat uit bloedonderzoek. Alleen bij afwijkende hormoonwaarden of bij een erfelijke aandoening worden scans gedaan. 

De poliklinische controle bij Interne Geneeskunde (endocrinologie) wordt op de langere termijn controle meestal overgedragen aan een ziekenhuis in uw regio. Als u een erfelijke aandoening heeft, is vaak speciale kennis nodig. In dat geval krijgt u een vervolgafspraak op maat in het Radboudumc. Ook als er uitzaaiingen zijn, blijft de behandeling plaatsvinden in het Radboudumc.

Expertisecentrum

Zeldzame aandoeningen


Zeldzame aandoening Feochromocytoom

Binnen het Radboudumc Expertisecentrum Bijnierziekten kunnen patiënten met de zeldzame aandoening, zoals een feochromocytoom terecht voor advies, onderzoek en behandeling.

lees meer

Zeldzame aandoening Feochromocytoom

Binnen het Radboudumc Expertisecentrum Bijnierziekten kunnen patiënten met de zeldzame aandoening, zoals een feochromocytoom terecht voor advies, onderzoek en behandeling. Er wordt binnen dit centrum bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de werking van nieuwe medicijnen of naar langetermijneffecten van behandelingen. 

Deze aanvraag voor hererkenning wordt door het Radboudumc ingediend bij het Ministerie van VWS.


Zeldzame aandoeningen

Het Radboudumc beschikt over 39 Erkende Expertisecentra voor Zeldzame Aandoeningen (ECZA). Door kennis en kunde over de aandoeningen te bundelen in expertisecentra, kunt u beter en sneller worden behandeld.

naar pagina
  • Medewerkers
  • Intranet