Controles na een hypofyse-operatie

Na een hypofyse-operatie:

7 dagen na de operatie: 
U heeft een (telefonische) afspraak met de endocrinoloog. U krijgt hierover van tevoren een bericht thuis. Voor deze afspraak laat u bloed prikken (Natrium), bij voorkeur in het Radboudumc of een ander ziekenhuis. Heeft u 4 dagen na de operatie nog geen bericht gekregen, bel dan de polikliniek Endocriene Ziekten en vraag wanneer uw afspraak is.

3 weken na de operatie:
Er volgt opnieuw een controle met bloedonderzoek. De endocrinoloog bespreekt de uitslag met u.

6 weken na de operatie:
U heeft een afspraak bij de neurochirurg op de polikliniek. U krijgt hierover thuis een bericht. Heeft u na 5 weken nog niets gehoord, bel dan de polikliniek Neurochirurgie.

3 maanden na de operatie:
U krijgt een oproep voor een controle-afspraak bij de endocrinoloog.

Patiëntenzorg Aandoeningen Syndroom van Cushing Zorgpad Syndroom van Cushing
Algemeen
Algemene informatie
Diagnosefase
Diagnostische onderzoeken
Uitslaggesprek
Behandelfase
Behandelingen
Uw opname
Als u in aanmerking komt voor een verkorte opname, dan bespreken we dit met u op de polikliniek
Nazorgfase
Controle en nazorg
Zeldzame aandoening
Zeldzame aandoeningen

Algemeen

Algemene informatie


Wat is het syndroom van Cushing?

Het syndroom van Cushing is een verzamelnaam voor de klachten die ontstaan als u langere tijd te veel cortisol in uw bloed heeft. Cortisol heeft invloed op de werking van al uw lichaamscellen. Het is belangrijk voor uw stofwisseling en in stresssituaties.

lees meer

Wat is het syndroom van Cushing?

Het syndroom van Cushing is een verzamelnaam voor de klachten die ontstaan als u langere tijd te veel cortisol in uw bloed heeft. Cortisol heeft invloed op de werking van al uw lichaamscellen. Het is belangrijk voor uw stofwisseling en in stresssituaties.

Oorzaak

Cushing kan veroorzaakt worden door het gebruik van glucocorticoïden. Dit zit bijvoorbeeld in dexamethason en prednison. Ook kan het syndroom veroorzaakt worden door een hypofyse- of bijniergezwel.

Cushing door medicijngebruik
Het gebruik van glucocorticoïden (zoals dexamethason en prednison) komt het meest voor als oorzaak van Cushing. Deze medicijnen krijgt u soms om een andere ziekte te behandelen, zoals reuma, chronisch astma, COPD-, of na een transplantatie. Het is dan een bijwerking van het medicijn.

Cushing door een hypofyse- of bijniergezwel
Uw klachten kunnen ook komen door een hypofyse- of bijniergezwel. Dat komt in Nederland ongeveer bij 50 mensen per jaar voor. Het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Meestal geeft een goedaardig gezwel in uw hypofyse dan te veel ACTH af. Dit zorgt ervoor dat de bijnieren te veel cortisol aanmaken. In dat geval is het de ziekte van Cushing.

Andere oorzaak
Soms ligt de oorzaak in uw bijnier. Er zit dan een goed- of kwaadaardig gezwel in uw bijnier dat te veel cortisol aanmaakt. In zeldzame gevallen is er buiten de hypofyse een gezwel dat ACTH aanmaakt.

Symptomen

U kunt onder andere last krijgen van de volgende klachten:

  • gewichtstoename, vooral uw buik, gezicht en nek worden dikker
  • zwakke spieren en uw benen worden dunner
  • blauwe plekken
  • gemakkelijker bloeden
  • paarsrode huidstriemen
  • spierzwakte
  • overbeharing
  • psychische klachten
  • vocht vasthouden

U kunt ook hoge bloeddruk, hoog cholesterol en suikerziekte krijgen. Daarnaast is er meer kans op ziekten van het hart en de bloedvaten, botten die zwakker worden, een bloedprop in het been, een bloedprop in de longen en infecties.

Diagnosefase

Diagnostische onderzoeken


Onderzoeken

Het kan lastig zijn om het syndroom van Cushing aan te tonen. We kunnen op verschillende momenten bloed-, urine-, en/of speekselonderzoek doen.

lees meer

Onderzoeken

Het kan lastig zijn om het syndroom van Cushing aan te tonen.

Bij de eerste afspraak vraagt de arts naar klachten. Bijvoorbeeld: aankomen in gewicht, snel blauwe plekken krijgen, slappe spieren, problemen met uw stemming en moeheid. Daarna doet de arts een lichamelijk onderzoek. De arts let extra op kenmerken van het syndroom van Cushing, zoals: dunne en kwetsbare huid, dunne armen en benen, een rond gezicht en een bolle buik.

De arts doet op verschillende momenten onderzoek van bloed, urine en speeksel. De meest gebruikte test heet de korte dexamethason-remmingstest. Daarbij neemt u om 23.00 uur ’s avonds 1 tablet van het medicijn dexamethason. Dit medicijn remt de aanmaak van het hormoon cortisol in de bijnieren. De volgende ochtend, tussen 8.00 en 9.00 uur, wordt de hoeveelheid cortisol in uw bloed gemeten. Als de waarde niet genoeg is gezakt, betekent dat dat er te veel cortisol in uw bloed zit. Cortisol kan ook gemeten worden in urine die u 24 uur verzamelt, of in speeksel dat u ’s avonds rond 23.00 uur afgeeft.

Als blijkt dat u te veel cortisol aanmaakt, zoekt de arts naar de oorzaak. Daarvoor meet de arts het hormoon ACTH in uw bloed. Afhankelijk van de uitslag krijgt u één of meer scans. Bijvoorbeeld een CT-scan van de bijnieren, een MRI-scan van de hypofyse, of een scan van een ander deel van uw lichaam. Soms wordt ook bloed afgenomen uit de aderen rond de hypofyse.

 


Multidisciplinair overleg (MDO)

In ons centrum bespreken we patiënten met het syndroom van Cushing in een overleg met meerdere artsen. Tijdens dit overleg zijn alle betrokken artsen aanwezig en bepalen we samen de beste behandeling voor u. U bent als patiënt niet bij dit overleg aanwezig.

lees meer

Multidisciplinair overleg (MDO)

In ons centrum bespreken we patiënten met het syndroom van Cushing in een overleg met meerdere artsen. Dit doen we omdat er verschillende specialismen bij de behandeling betrokken zijn. Tijdens dit overleg zijn alle betrokken artsen aanwezig en bepalen we samen de beste behandeling voor u.

  • Op de eerste en derde maandag van de maand komt het behandelteam voor bijnierziekten samen.
  • Op de tweede en vierde dinsdag van de maand komt het behandelteam voor hypofyseziekten samen.

In deze overleggen bespreken we de uitslagen van de onderzoeken die uw eigen medisch specialist heeft gedaan. Het resultaat van dit overleg is een advies voor uw behandeling. Soms is er nog extra onderzoek nodig om een goed behandeladvies te kunnen geven.

U bent als patiënt niet bij dit overleg aanwezig. Het is een medisch overleg waarin meerdere patiënten worden besproken. De uitkomsten van dit overleg hoort u tijdens het gesprek over de uitslag. Daarna beslist u samen met uw arts wat de volgende stappen zijn.

Uitslaggesprek


Uitslaggesprek

De uitslagen van de onderzoeken bespreekt u met uw arts. Dit kan tijdens een bezoek aan de polikliniek, telefonisch of via een videoconsult. Uw partner, een familielid of een begeleider mag hierbij aanwezig zijn. 

lees meer

Uitslaggesprek

De uitslagen van de onderzoeken bespreekt u met uw arts. Dit kan tijdens een bezoek aan de polikliniek, telefonisch of via een videoconsult. Uw partner, een familielid of een begeleider mag hierbij aanwezig zijn. U kunt er ook voor kiezen om het gesprek op te nemen, zodat u het later nog eens kunt beluisteren.

Op basis van de uitslagen worden de vervolgstappen en behandelmogelijkheden met u besproken. Als een operatie of andere ingreep nodig lijkt, bespreekt uw arts uw behandelplan ook met andere specialisten in een overleg tussen artsen. Dat noemen we een multidisciplinair overleg (MDO). De uitkomsten van dit overleg hoort u tijdens het gesprek over de uitslag.

Daarna beslist u samen met uw arts wat er verder gebeurt. Dit kan een verwijzing naar een hypofysechirurg (neurochirurg), een bijnierchirurg (uroloog) of een andere specialist zijn. Ook kan er gestart worden met medicijnen.

Daarnaast is er begeleiding door regieverpleegkundige of verpleegkundig specialist (i.o.) endocrinologie mogelijk.

Het syndroom van Cushing kan uw leven op veel manieren beïnvloeden. Dat geldt voor u, maar ook voor uw naasten. U kunt niet alleen lichamelijke klachten hebben, maar ook emotionele, sociale of werkgerelateerde problemen. Om u en uw naasten zo goed mogelijk te ondersteunen, bieden onze regieverpleegkundige en verpleegkundig specialist (i.o.) extra begeleiding. Tijdens het hele behandelproces kunt u uw vragen of zorgen bespreken met uw endocrinoloog of uw casemanager. Zij zijn bereikbaar via telefoonnummer (024) 361 45 99.

 

 


Samen beslissen

Als u bij een arts bent voor een behandeling of onderzoek, komt u vaak voor een beslissing te staan. Een operatie, medicijnen, of toch liever nog even wachten? Doorbehandelen of stoppen? Meerdere opties zijn mogelijk, maar welke past het beste bij u?

naar pagina

Behandelfase

Behandelingen


Behandeladviezen

De behandeling van het syndroom van Cushing hangt af van de oorzaak. Uw arts zal dit met u bespreken. 

lees meer

Behandeladviezen

Operatie:

Als de oorzaak een gezwel in de hypofyse is, krijgt u meestal een operatie. Soms wordt de hypofyse ook bestraald. Het kan zijn dat u meer dan één behandeling nodig heeft.

Als de oorzaak een gezwel in de bijnier is, dan stellen we een operatie van de bijnier voor.

Medicijnen:

Het teveel aan cortisol kan ook met medicijnen worden behandeld. Soms adviseert de arts om al vóór de operatie met medicijnen te beginnen. Zo kunnen de klachten van het syndroom van Cushing alvast minder worden.

Uw opname


Behandeling Verwijderen hypofysetumor - reguliere opname

Bij een reguliere opname wordt u 5 dagen opgenomen op de verpleegafdeling. naar pagina

Behandeling Verwijderen hypofysetumor- verkorte opname

Bij een verkorte opname wordt u 3 dagen opgenomen op de verpleegafdeling. naar pagina

Nazorgfase

Controle en nazorg


Controles na een hypofyse-operatie

Na de hypose-operatie blijft de medisch specialist u controleren. 

lees meer

Controles na een bijnieroperatie

Na de bijnieroperatie blijft de medisch specialist u controleren. 

lees meer

Controles na een bijnieroperatie

Na een bijnieroperatie

Na de operatie kan het zijn dat uw bijnieren te weinig cortisol maken.

  • Meestal herstellen de bijnieren weer, maar dit kan lang duren: soms maanden, soms jaren.
  • In deze periode krijgt u cortisol via tabletten (Hydrocortison).
  • Een tekort aan cortisol kan klachten geven, zoals:
    • moeheid
    • pijn in spieren en gewrichten
    • minder eetlust
    • psychische klachten (bijvoorbeeld somberheid of prikkelbaarheid)
  • U wordt in deze periode goed begeleid door de arts en verpleegkundige.

Waar vinden de controles plaats?

Na de operatie zijn de controles eerst in het Radboudumc. Na langere tijd worden de controles meestal overgenomen door uw ziekenhuis in de regio.

Zeldzame aandoening

Zeldzame aandoeningen


Zeldzame aandoening Feochromocytoom

Binnen het Radboudumc Expertisecentrum Bijnierziekten kunnen patiënten met de zeldzame aandoening, zoals het syndroom van Cushing terecht voor advies, onderzoek en behandeling.

lees meer

Zeldzame aandoening Feochromocytoom

Binnen het Radboudumc Expertisecentrum Bijnierziekten kunnen patiënten met de zeldzame aandoening, zoals het Syndroom van Cushing terecht voor advies, onderzoek en behandeling. Er wordt binnen dit centrum bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar de werking van nieuwe medicijnen of naar langetermijneffecten van behandelingen. 

Deze aanvraag voor hererkenning wordt door het Radboudumc ingediend bij het Ministerie van VWS.


Zeldzame aandoeningen

Het Radboudumc beschikt over 39 Erkende Expertisecentra voor Zeldzame Aandoeningen (ECZA). Door kennis en kunde over de aandoeningen te bundelen in expertisecentra, kunt u beter en sneller worden behandeld.

naar pagina
  • Medewerkers
  • Intranet