

Over anesthesie bij kinderen
Kinderen die worden opgenomen voor een operatie krijgen algehele anesthesie (narcose). Ook bij sommige behandelingen of onderzoeken is anesthesie nodig. De anesthesie gebeurt met een infuus of masker.
lees meerBij uw kind zijn tijdens de inleiding
Het toedienen van het anesthesiemiddel noemen we de inleiding van de anesthesie. Eén ouder mag aanwezig zijn bij de inleiding van de anesthesie.
lees meerBij uw kind zijn tijdens de inleiding
Het toedienen van het anesthesiemiddel noemen we de inleiding van de anesthesie. Eén ouder mag aanwezig zijn bij de inleiding van de anesthesie. We begeleiden u daarbij.
Op de operatiekamer en de verkoeverkamer gelden speciale kledingvoorschriften. Uw kind ziet dat alle medewerkers een OK-pak, een muts en soms een mondmasker dragen. Ook ziet uw kind de apparatuur die de anesthesioloog nodig heeft voor zijn werk. Voordat uw kind onder anesthesie gaat plaatsen we een pleister of een dopje om de vinger om het zuurstofgehalte in het bloed te controleren. Soms zijn plakkers op de borstkas nodig voor de hartbewaking. Dit kunt u vergelijken met het plakken van een pleister.
Sommige kinderen vallen bij een inleiding niet gewoon in slaap, maar kunnen de volgende gedragingen of kenmerken vertonen:
- Onrustig worden of juist heel slap (ontspannen) zijn.
- Bewegingen maken met armen of benen.
- Met de ogen draaien of soms blijven ze open staan, ondanks dat uw kind al in slaap is gevallen.
- Bleek wegtrekken.
- Hoesten.
- Een snelle en oppervlakkige ademhaling waarna hij de ademhaling kortdurend inhoudt.
Schrik hier niet van. Deze gedragingen zijn normaal en komen vaak voor. Uw kind merkt hier zelf niets van omdat hij of zij al bijna in slaap is. Als uw kind in slaap is kunt u wachten in de wachtkamer of in het restaurant van het ziekenhuis. U bent er weer bij als uw kind wakker wordt op de verkoeverafdeling.
Adviezen
- Het is begrijpelijk dat u zich onzeker voelt over de anesthesie of dat u bang bent. Laat dit niet aan uw kind merken. U bent degene op wie uw kind steunt.
- Help uw kind om goed naar de uitleg van de anesthesioloog te luisteren.
- We brengen uw kind liggend of zittend in slaap. U kunt er gewoon naast zitten. In sommige gevallen mag uw kind bij u op schoot zitten, als de anesthesioloog dit veilig vindt.
- Een normale inleiding duurt ongeveer één minuut. Voor sommige ouders kan die minuut als lang voelen, andere ervaren het als kort. Gebruik eigen (lievelings)woordjes of houd zijn of haar hand vast.
- Vooraf kunt u afspreken met uw kind hoe u de inleiding samen doet (bijvoorbeeld in uw handen knijpen of in uw ogen kijken).
- Vertel uw kind dat u blijft wachten tot de operatie of het onderzoek voorbij is en dat u er weer bent als hij of zij wakker wordt.
Voor de ingreep
Contact opnemen
Neem voor de behandeling contact op met de hoofdbehandelaar als uw kind:
- In de afgelopen 48 uur een vaccinatie heeft gehad. Bij het BMR-vaccin is dit 14 dagen.
- (Contact met) een kinderziekte, zoals waterpokken, heeft gehad in de afgelopen 3 weken.
- In de 2 weken voor de ingreep een ziekte aan de luchtwegen heeft gehad.
- Ziek is op de dag van de ingreep.
Uw kind voorbereiden op de anesthesie
We hebben de belangrijkste momenten rondom een operatie bij een kind in beeld gebracht. Deze foto’s en filmpjes kunt u gebruiken om uw kind voor te bereiden. Ook vindt u tips over hoe u uw kind kunt helpen.
lees meerVoorbereiding thuis
Voor een ingreep moet de huid van uw kind schoon zijn. Laat uw kind daarom thuis douchen. Ook moet uw kind een paar uur nuchter zijn. Dit houdt in dat uw kind niets mag eten.
lees meerVoorbereiding thuis
Douchen
De huid van uw kind moet schoon zijn. Laat uw kind daarom vooraf douchen. Uw kind mag een knuffeltje meenemen naar de operatiekamer of onderzoeksafdeling. Zorg ervoor dat de knuffel schoon is en er een sticker op zit met de naam van uw kind en de afdeling.
Nuchter zijn
Uw kind moet een aantal uren voor de ingreep of het onderzoek ‘nuchter’ zijn. Hij of zij mag dan niets eten. Dit is nodig om te voorkomen dat uw kind tijdens de anesthesie overgeeft en er vervolgens maaginhoud in de longen terecht komt.
Sommige kinderen ervaren het niet mogen eten als een straf. Leg uw kind daarom uit waarom het niet mag. U kan vertellen dat anders de misselijkheid toeneemt als de narcose uitgewerkt is en dat dat niet prettig is.
Hoe lang uw kind voor de anesthesie geen voeding mag hangt af van zijn of haar leeftijd.
0-6 maanden
De laatste borst- of flesvoeding mag tot 4 uur voor een operatie of onderzoek gegeven worden. Bij pasgeborenen die nog 8 voedingen per 24 uur krijgen mag dit zelfs tot 3 uur voor een operatie of onderzoek.
Vanaf 6 maanden
Tot 6 uur voor een operatie of onderzoek mag nog licht verteerbaar voedsel gegeten worden (dus geen vet voedsel, boter of vlees). Bijvoorbeeld:
- sneetje brood
- cracker
- beschuitje
- zoet beleg
- melkproduct (boter mag niet)
Alle kinderen
Alle kinderen mogen tot vlak voor een operatie of onderzoek nog waterige vloeistoffen drinken, zoals:
- (suiker)water
- appelsap
- aanmaaklimonade
- (koolzuurhoudende) frisdrank
- thee zonder melk (suiker mag wel)
Uw kind mag géén drank met pulp of vezels, of melkproducten drinken.
Als uw kind langer nuchter moet blijven, hoort u dat van de anesthesioloog.
Voor de ingreep
-
De meeste kinderen worden bij opname vaak nog onderzocht door een arts-assistent of coassistent.
lees meer
Medisch onderzoek
De meeste kinderen krijgen bij opname vaak nog een onderzoek door een arts-assistent of coassistent. Bij grote chirurgische ingrepen zijn vaak extra voorbereidingen nodig, zoals bloed prikken of laxeren. Hierover krijgt u informatie van de behandelend arts of verpleegkundige. -
Soms geven we uw kind premedicatie. Deze medicatie neemt de angst voor de operatie of het onderzoek een beetje weg en maakt uw kind alvast een beetje slaperig.
lees meer
Premedicatie
De anesthesioloog spreekt af of uw kind vóór de ingreep nog premedicatie krijgt. Dit kan een rustgevend drankje, tabletje of een pijnstiller zijn. De premedicatie neemt de angst voor de operatie of het onderzoek een beetje weg en maakt uw kind alvast een beetje slaperig.Voor de premediactie
Als uw kind premedicatie krijgt moet hij/zij daarvoor nog even plassen. Voor het innemen van de premedicatie krijgt uw kind een pyjamajasje van het ziekenhuis aan. Ook de sieraden moeten af. Vanaf dat moment mag uw kind niet meer uit bed.
Zo, soms al half slapend, rijden we uw kind naar de operatiekamer of de onderzoeksafdeling. Uw kind mag zijn knuffel, lievelingsspeeltje of een speentje meenemen. Zorgt u er voor dat het schoon is en dat er een sticker op zit met de naam van uw kind en de afdeling?
Grotere kinderen krijgen in de voorbereidingsruimte een OK-muts op.
Na de ingreep

Verkoeverkamer
Na de operatie of het onderzoek brengt de anesthesioloog uw kind naar de verkoeverkamer om wakker te worden. Bij het ontwaken mogen 2 ouders/begeleiders aanwezig zijn.
lees meerVerkoeverkamer
Na de operatie of het onderzoek brengt de anesthesioloog uw kind naar de verkoeverkamer om wakker te worden. Op de verkoeverkamer krijgt uw kind extra zuurstof en sluiten we bewakingsapparatuur aan. De verpleegkundige of anesthesioloog komt u halen zodra uw kind is aangesloten aan de bewakingsapparatuur.
Twee ouders/verzorgers kunnen aanwezig zijn bij het wakker worden. Het is fijn als uw kind u ziet bij het openen van de ogen.
Wakker worden
Normale reacties bij het ontwaken:
- vaak opnieuw in slaap vallen
- heel onrustig zijn (uw kind merkt dit zelf niet)
- erg bleek zien
- rood zien
- hoesten.
Het is belangrijk om uw kind in deze fase van wakker worden niet te storen.
Afleiding
U mag een tablet (bijvoorbeeld een iPad) met koptelefoon meenemen naar de verkoeverafdeling. Dit kan een prettige afleiding zijn, vooral als uw kind onrustig wakker wordt uit de anesthesie.
Baby's mogen direct na het wakker worden de fles drinken. Er is een magnetron op de verkoeverkamer om de flesvoeding op te warmen. Oudere kinderen krijgen van ons een waterijsje.
Vragen
Met vragen over het verblijf op de verkoeverafdeling kunt u altijd terecht bij de verpleegkundige die voor uw kind zorgt. Deze verpleegkundige kan geen gegevens verstrekken over de operatie van uw kind. Vragen over de operatie en de nabehandeling kunt u later aan de behandelend arts stellen.

Terug naar de afdeling
Heeft uw kind een operatie ondergaan dan heeft hij of zij na de operatie misschien een infuus, maagsonde, of andere dunne buisjes. Het is belangrijk dat uw kind dit al vóór de operatie weet.
lees meerTerug naar de afdeling
Heeft uw kind een operatie ondergaan dan heeft hij of zij na de operatie misschien een infuus, maagsonde of andere dunne buisjes. Het is belangrijk dat uw kind dit al vóór de operatie weet. De verpleegkundige informeert u hierover.
Klachten na de narcose
Kinderen zijn na de operatie meestal slaperig of misselijk. Ze zien soms bleek en hebben over het algemeen veel dorst. Overleg met de verpleegkundige of uw kind mag drinken. Heeft uw kind last van zijn keel, een zwaar of kriebelig gevoel, dan komt dat van het buisje dat tijdens de operatie in zijn luchtpijp zat om de ademhaling te regelen. Deze irritatie verdwijnt vanzelf binnen een aantal dagen.
Bezoek
Na een grote operatie kunt u als ouders beter alleen naar uw kind komen. Broers en zussen kunnen een tekening of foto meegeven om zo toch een beetje dichtbij te zijn. Als uw kind zich wat beter voelt zijn andere familieleden of kennissen natuurlijk welkom tijdens het bezoekuur.
Informatie over de afdeling
Hoe lang uw kind in het ziekenhuis moet blijven bepaalt op welke afdeling uw kind wordt opgenomen. Eén van de ouders mag altijd blijven slapen. Hier vindt u meer informatie over de afdelingen, bezoektijden en faciliteiten:

Pijn
We willen dat uw kind na de operatie zo min mogelijk pijn heeft. Daarom krijgt uw kind tijdens de ingreep al pijnstillers toegediend als dat nodig is. De anesthesioloog spreekt vóór de operatie of het onderzoek al af welke pijnstilling uw kind erna krijgt. De pijnmedicatie geven we op vaste tijden, waardoor een continu pijnstillend effect ontstaat.Soms is het nodig om via een infuus of een dun slangetje in de rug pijnstillers toe te dienen. Kinderen vanaf ongeveer acht jaar kunnen een PCA (patiënt controlled analgesia) infuuspomp krijgen waarbij ze zelf de pijnstilling toedienen als de pijn erger wordt. De pomp is zo ingesteld dat uw kind nooit te veel pijnstilling kan krijgen.
Pijnscorelijst
Het is belangrijk dat uw kind, of u als ouder, regelmatig aan de verpleegkundige of arts laat weten hoe het met de pijn is, en of de pijnstillers goed helpen. Hiervoor gebruiken we een pijnscorelijst. U krijgt hierover uitleg op de afdeling.Ook hebben kinderen die vaak naar het ziekenhuis moeten een pijnpaspoort om hun wensen op te schrijven op welke wijze zij bij vervelende onderzoeken of behandelingen de pijn willen voorkomen.
Meer informatie
Anesthesie of sedatie?
Afhankelijk van het onderzoek of de behandeling is anesthesie niet altijd nodig. In plaats daarvan geven we soms alleen pijnstillende medicijnen of brengen we uw kind korte tijd in slaap. Dit noemen we sedatie.
lees meer

Afspraak in het Amalia kinderziekenhuis praktische informatie
Heeft uw kind een afspraak of blijft uw kind één of meer nachten slapen in het Amalia kinderziekenhuis? Lees hier hoe u zich kunt voorbereiden, wat belangrijk is om mee te nemen en waar u moet zijn.
lees meer